Europese snoeistandaard in het Nederlands vertaald |
|
|
|
|
 |
| 114 sec |
De ETPS geeft een gedetailleerde basis voor goede snoeipraktijk
Ieder land heeft zijn eigen snoeicultuur en -geschiedenis. Het ene land is bijvoorbeeld meer op bosbouw geörienteerd en het andere op straatbomen. Ook de focus op veiligheid of functie van de snoei verschilt per cultuur. Vóór de ETPS was er nog geen algemene standaard, waardoor er zeer verschillend met bomen werd omgegaan.
'Wat moet je doen om een boom goed te laten groeien en hem veilig te maken?' Dat is de uitgangsvraag voor de Europese snoeistandaard. Het is goed als in Europa dezelfde criteria gelden voor boomzorg, ook als boomverzorgers bijvoorbeeld over de grens werken. Ook is maatwerk nodig, omdat de omstandigheden van bomen verschillend zijn. Een Europese werkgroep van de EAC werkte aan de European Tree Pruning Standard (ETPS).Voor Nederland nam Henk van Scherpenzeel (Boomtotaalzorg) deel aan de werkgroep.
Maatwerk voor bomen
In een interview in het blad Bomen gaf Van Scherpenzeel een toelichting op het belang van de standaard. Scherpenzeel: 'Wij gaan in ons land toch te vaak uit van de straatboom. De snoeistandaard gaat voor maatwerk. Zo is er ruimte voor dood hout waar het kan. Dood hout in een oude boom hoeft niet automatisch weggezaagd te worden. Denk eens aan die ontschorste eikentakken. Witgrijs afstekend tegen de blauwe lucht zien ze eruit als geweien. Ze breken nooit uit maar schilferen langzaam maar zeker weg. Dat is kennis ... Wanneer je in Nederland een dergelijke tak- of takstomp nabij of boven een weg laat zitten, wordt het werk bijna altijd direct afgekeurd.
De standaard gaat uit van een breed spectrum van snoeihandelingen. Het stopt niet na halfwas- of volwassen bomen. Naast veteranen hebben ook vormbomen een plek en is er aandacht voor zijdelingse kroonreductie, maar ook voor het toppen van bomen onder specifieke omstandigheden en in bepaalde mate. Ook is er ruim plaats voor bomen met achterstallig onderhoud, verwaarloosde bomen, slecht- of verkeerd beheerde bomen. Daar kunnen wij als Nederlandse ETW'ers nog best het nodige aan hebben. Nog té vaak wordt het criterium gehanteerd dat dergelijke bomen niet (meer) passend zijn met het argument dat de kosten te hoog zijn. Ze leveren wellicht heel veel op als het gaat om natuurwaarden en CO2-vastlegging; maar helaas, ze passen niet in het 'ideale straatboombeeld'. Natuurlijk moeten bomen aan acceptabele veiligheidsrisico's voldoen. Maar in hoeverre is elke vorm van risico te vermijden? Op basis van de standaard kan een beter verantwoord advies worden gegeven.'
Leren van andere landen
Nederland en België lopen volgens Van Scherpenzeel redelijk voorop in begeleidingssnoei, maar we beschikken ook vaak over beter uitgangsmateriaal. In andere EU-landen is dat vaak anders en dan moet de snoei wat subtieler zijn. Op het gebied van veterane snoei kan de gemiddelde Nederlandse ETW'er nog wel wat opsteken van Duitse, Letse en Belgische collega's, aldus Van Scherpenzeel. De standaard omschrijft in detail wat nu door heel Europa verstaan wordt onder goede snoeipraktijken. Het is daarom goed dat die nu ook in het Nederlands is vertaald.
Europese overeenstemming
De standaard gaat over het waarom van de snoeimaatregelen en de weg naar die goed gesnoeide boom. Het wil geen keurslijf zijn maar een goed en stevig uitgangspunt. Deze Europese snoeistandaard omschrijft de overeenstemming die de partnerlanden hebben bereikt over de goede praktijken van snoei in alle levensfasen van bomen. De norm is ontwikkeld voor het reguliere boomonderhoud, zoals begeleidings- en onderhoudssnoei.
De standaard is in het Nederlands en het Engels te downloaden via de website van Groenkeur.
Bron citaten: Bomen #532020
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
