Whatsapp Facebook LinkedIn RSS feed

Veertig jaar bomenkennis in Rotterdam: Ronald Loch geeft het stokje over

ARTIKEL
MARKT & ACTUEEL
Facebook Linkedin Whatsapp
Karlijn Raats, dinsdag 11 november 2025
423 sec


'Dat collega's als Ronald Loch de stad door en door kennen, is een luxe'

Na veertig jaar in en tussen de bomen van Rotterdam bereidt bomenadviseur Ronald Loch zich langzaam voor op zijn pensioen. Over vier jaar geeft hij het stokje door aan collega's. Hoe zorg je ervoor dat een fotografisch geheugen vol bomenkennis, verhalen en praktijkervaring niet verloren gaat? En hoe wordt die ervaring vertaald voor beleidsmakers die beslissen over miljoenenbudgetten en de toekomst van het groen in de stad? Loch en boombeheerder Jacco de Frel, die sinds 2018 meedraait bij Stedelijk Beheer, vertellen dit vakblad hoe het stokje wordt overgedragen.

Links Ronald Loch, rechts Jacco de Frel
Links Ronald Loch, rechts Jacco de Frel

In het bomendepot staan bomen tijdelijk opgeslagen voordat ze een nieuwe bestemming krijgen. Dit is waarschijnlijk de laatste keer dat dit vakblad op deze locatie op bezoek gaat; het depot gaat namelijk verhuizen naar een terrein bij Rotterdam The Hague Airport. Onze eerste rondleiding op het bomendepot, meer dan vijftien jaar geleden, werd gegeven door Ronald Loch, inmiddels bomenadviseur bij de gemeente Rotterdam. Nu doet hij, samen met boombeheerder Jacco de Frel, uit de doeken hoe de kennis over de Rotterdamse bomen wordt geborgd en doorgegeven aan de nieuwe generatie. Loch begon zijn carrière als boomverzorger, eerst bij een aannemer, daarna al gauw bij de gemeente Rotterdam. Samen met een oudere collega trok hij eropuit met een kleine hoogwerker. De bomenploeg was zo hecht, dat de medewerkers vaak ook buiten werktijd met elkaar optrokken. 'We deden soms wel driehonderd verplantingen in één seizoen', herinnert Loch zich. 'Het waren lange dagen, waarop we leerden hoe sterk hout kan zijn en hoe pijnlijk het is als een verplanting mislukt. Zo begreep ik al vroeg dat een goede voorbereiding het halve werk is en dat je soms een of twee jaar vooruit moet plannen om een boom succesvol te kunnen verplanten.'

Na anderhalf jaar kreeg hij meer verantwoordelijkheid: eerst als voorman, daarna als uitvoerder van de ploeg. Tien jaar lang stuurde hij de bomenploeg aan bij snoeiwerk, rooiwerk en verplanten. 'Op een gegeven moment werd ik nieuwsgierig naar het onderwerp boomveiligheid', vertelt hij verder. 'Op eigen initiatief bezocht ik het symposium van Claus Mattheck in Osnabrück, waar ik leerde over de mechanica van bomen: waarom valt een boom om, hoe herken je zwakke plekken, welke signalen verraden ernstige gebreken?' Die kennis kwam onverwacht van pas tijdens de storm van zaterdag 7 juni 1997, toen een windhoos over Rotterdam raasde. Loch hoorde thuis de binnendeuren klapperen en dacht: nu gaat het fout. Hij belde direct de meldkamer om te vragen hoe het daar ging. Daar stroomden de meldingen binnen: takken uit populieren bij de Veerhaven, omgevallen bomen in parken, losgescheurde wortels. Hij haastte zich naar de meldkamer en hielp ter plekke met coördineren, gaf locaties door aan de bomenploegen en zorgde ervoor dat politie, brandweer en uitvoerders efficiënt samenwerkten. Loch: 'Het duurde maanden voordat de schade aan de bomen in de stad opgeruimd en hersteld was, maar voor mij betekende die storm een kantelpunt: ik wilde graag een ploeg boomveiligheidsinspecteurs gaan vormen, omdat ik had gezien dat dit werk essentieel was.'

Boominspectie
De boominspecteurs

Eerste Rotterdamse boomveiligheidsploeg

Samen met toenmalig boombeheerder Jos van der Vondervoort zette hij de eerste Rotterdamse boomveiligheidsploeg op. Het werk van toen vormt nog steeds de basis van de huidige aanpak. Loch vertelt: 'Jan Willems en Luuk van de Raaf waren de eerste collega's die zich, vanuit de boomverzorgingsploeg, aansloten bij de boomveiligheidsploeg. Beiden hadden al jarenlange ervaring met bomen. Ze volgden de cursus boomveiligheid en werden daarnaast opgeleid in rapporteren. Zo groeide de boomveiligheidsclub uit tot vijf mensen.'


Omdat het team van nul af aan moest worden opgebouwd, moesten de leden ook hun eigen registratiesysteem voeden. 'Rond die tijd hadden wij ons eigen beheersysteem buitenruimte (BSB). Daarmee gingen we aan de slag. We bouwden er een boomveiligheidsmodule in', zegt Loch. 'Een collega die handig was met programmeren, maakte binnen enkele dagen een eenvoudige module. Daarin konden we gebreken en opmerkingen vastleggen; foto's toevoegen kon toen nog niet. Van 1998 tot 2017 hebben we met dat systeem gewerkt. Pas in 2017 stapten we over op Obsurv, waarin het wel mogelijk is om foto's direct aan een melding te koppelen.'

Boomlocaties kennen als je broekzak

Wat Loch onderscheidt, is zijn fotografisch geheugen. Hij kent niet alleen bijna alle bomen in Rotterdam, ook ziet hij in één oogopslag of er iets mis is met een boom. Tijdens zijn rondgang door de stad slaat hij alles op. Als er iets niet klopt, belt of appt hij direct met de toezichthouder van Uitvoering Werken. Daarmee is hij niet alleen een wandelende bomenkaart van de stad, maar ook een onmisbare schakel tussen praktijk en beleid. De Frel, die sinds 2018 in Rotterdam werkt, na eerdere functies in Hilversum en Amsterdam, merkt op: 'Ronald heeft veertig jaar met bomen gewerkt. Hij kent elke straat, elke boom, vaak zelfs de scheve derde boom in een rij, bij wijze van spreken. Als ik een advies moet voorbereiden voor de raad of het college, is zijn parate kennis goud waard. Hij signaleert en ziet dingen buiten die ik kan vertalen naar beleid en cijfers.'


Ronald Loch

Groeiplaatsverbetering

De gemeente Rotterdam kreeg in de afgelopen twee coalitieperiodes flink wat extra budget voor het verbeteren van groeiplaatsen. De Frel vertelt dat een grote inventarisatie veel tijd en organisatie zou hebben gekost. 'Dan is het een luxe dat collega's als Ronald Loch de stad door en door kennen. Hij noemde meteen twintig locaties waar we snel aan de slag konden en waarvoor we offertes konden opvragen.' Een van de grotere groeiplaatsverbeteringsprojecten was de Maasboulevard. Daar was een hele rij bomen langs de rijweg die niet wilden groeien. Loch: 'We hebben 28.000 tegels verwijderd, een meter zand afgegraven, goede grond aangebracht en twaalf extra bomen geplant. Nu, drie jaar later, staan ze al voller in het blad.' Samen met collega's onderbouwt De Frel nu met behulp van lidar-data dat deze investeringen helpen. 'Er is aantoonbaar meer kroonvolume. Niet alleen na twee jaar.' Loch glimlacht: 'Ik zie dat op straat, maar de metingen maken het verhaal sterker.'


Zuinig op oude parels

Naast deze nieuwe aanplant koestert Rotterdam ook monumentale bomen. Loch vertelt over het verleden: 'Het bombardement in het centrum heeft, naast burgerslachtoffers, talloze bomen het leven gekost. Tijdens de oorlogswinter zijn veel bomen omgehakt voor brandhout. Slechts een paar pareltjes bleven over, bomen die nu meer dan 100 jaar oud zijn. Zulke bomen kun je bijna op de vingers van twee handen tellen; die moet je koesteren.' Zo is er de Donner-plataan, genoemd naar de verdwenen boekhandel. Voor deze boom werd in 2021 een ondergrondse groeiplaats met het TreeParker-systeem aangelegd. Direct ernaast staat de beroemde Lijnbaan-plataan uit 1851, omgeven door bebouwing sinds 1961. Deze boom kreeg in 2019 een informatiepaneel, waarop de waarde zichtbaar werd gemaakt via de i-Tree-methode. Loch: 'Dat er destijds om de boom heen werd gebouwd, was revolutionair. Vorig jaar zat op 20 oktober bijna al het blad er nog aan.' De Frel wijst ook op de linde bij het Mariniersmonument op het Oostplein. Die werd geplant na de wederopbouw en staat nu symbool voor de veerkracht van de stad. 'Oude bomen als deze, maar ook onderdelen van belangrijke structuren proberen we zo lang mogelijk te behouden. In sommige gevallen hebben bomen emotionele waarde. De treurwilg aan de Valkeniersweide is daar een sprekend voorbeeld van. Hoewel de boom technisch afgekeurd was, besloten we hem te behouden achter een hek. Na een storm brak de kroon eruit, maar de boom bleef leven. Bewoners uit de wijk verzamelden zich bij de boom en droegen daar gedichten voor en zongen liederen, alsof de boom symbool staat voor hoop en wilskracht.'


De lijnbaanplataan. Bron: Mark Kohn

Vervanging en boomziektes

Loch heeft in zijn carrière talloze zieke en geplaagde bomen gezien: populieren waaruit door droogte of storm takken braken, paardenkastanjes die massaal bezweken aan de bloedingsziekte, de eikenprocessierups. Door het voorbij zien komen van die verschillende boomziektes en plagen heeft hij geleerd dat paniek niet nodig is, maar dat vooruitdenken wel cruciaal is. De Frel beaamt dat knikkend: 'Vijf jaar geleden zijn wij begonnen met het zoeken naar alternatieve soorten voor alle bomen per gebied. Daardoor is er nu voor iedere herinrichting een vervangende boomsoort vastgelegd in het beheersysteem. We werken gefaseerd en vervangen op momenten dat er inboet plaatsvindt, zoals bij de vervanging van de oude Canadese populieren en de destijds zieke paardenkastanjes. Dan zien bewoners niet ineens hele rijen bomen verdwijnen.'


'Een uur investeren in goede afstemming levert jarenlang een mooier eindbeeld op'

Waarde van eigen dienst

De ploeg boominspecteurs telt nog steeds vier medewerkers, onder leiding van Wilco den Hartog. Volgens Loch heeft zijn natuurlijke opvolger dezelfde sortimentskennis en is hij net zo precies als hijzelf. 'Den Hartog is sinds 2009 ETW'er en al zeventien jaar in dienst van de gemeente. Hij is een belangrijk aanspreekpunt voor collega's in de gebieden geworden en is ontzettend gedreven', zegt Loch.


Het verschil met externe partijen is groot: waar die gemiddeld 2 procent van de bomen afkeuren, ligt dat volgens Loch bij de eigen ploeg rond de 1 procent of zelfs lager. De inspecteurs pakken zelf de prikstok en spade om te controleren of een gebrek echt ernstig is en beslissen dan pas over afkeuring. Dat leidt tot minder kap en meer behoud. Bovendien wordt elke afgekeurde boom door Loch persoonlijk gecheckt. 'Ik heb eens een hercontrole uitgevoerd, waarna de helft van de extern afgekeurde bomen toch kon blijven staan', zegt hij. 'Het is begrijpelijk dat externe partijen vaak kiezen voor zekerheid en sneller bomen afkeuren. Veiligheid is vaak leidend. Maar als wij die veiligheid door snoei of andere maatregelen kunnen waarborgen, geven we er voorkeur aan om de boom te laten staan. Ik overleg vaak eerst met de boomveiligheidsinspecteur voordat we een definitief oordeel vellen. De waarde van de boom op die locatie en de mogelijkheden om hem te laten staan spelen dan altijd mee.'

De boomverzorgingsploeg
De Frel: 'We hebben een eigen boomverzorgingsploeg. Die zetten we in op speciale plaatsen, zoals begraafplaatsen en enkele parken, en soms ook in de wijk. Door deze ploeg worden ook meldingen van burgers opgelost en zieke iepen en afgekeurde bomen verwijderd. Omdat we niet de hele stad door de eigen ploeg kunnen laten snoeien, worden er ook aannemers ingezet. We streven ernaar dat ook de aannemers niet meer hoog opkronen.' Loch legt dat uit: 'Niet ieder takje dat in het wegprofiel hangt hoeft meteen gesnoeid te worden. Een vrachtwagen tikt zo'n takje gewoon even aan, waardoor het als het ware wordt gesnoeid.' Om dat duidelijk te maken, liepen hij en De Frel bij de start van het snoeiseizoen samen met de toezichthouder en de externe snoeiploeg een aantal straten door. Hun boodschap was helder: houd een verhouding aan van een derde stam en twee derde kroon, zodat het volume intact blijft en bomen hun natuurlijke vorm behouden. 'Als leek moet je eigenlijk niet kunnen zien dat er gesnoeid is', legt Loch uit. 'We hebben er nog geen uur aan besteed, maar het resultaat was goed: geen klachten uit de wijk en een veel mooier eindbeeld.' Voorheen werd er door externe partijen nog weleens te hoog opgekroond en in een stam-kroonverhouding van één op één gesnoeid. De Frel benadrukt daarom het belang van eigen inspecteurs. 'Zij kennen de bomen, weten wat van hen verwacht wordt en durven verantwoordelijkheid te nemen.'

Het succes is volgens beiden te danken aan de nauwe samenwerking tussen inspecteurs, toezichthouders en de bomenploeg. Omdat de eigen inspecteurs precies weten wat het gewenste eindbeeld is, bepalen zij de snoeibehoefte en voorkomen ze onnodig snoeiwerk. Daarmee sluiten de dagelijkse keuzes op straat aan bij het strategische beleid van de gemeente: zoveel mogelijk kroonvolume behouden voor schaduw, wateropvang en ecologische baten. Tactisch betekent dit dat er per situatie wordt gekeken naar de doorrijhoogte en dat er bewust wordt gekozen voor asymmetrisch snoeien, passend bij rijweg, fietspad of voetpad.

Werken als treintje

Volgens Loch werkt de boomveiligheidsploeg volgens een strakke planning, die direct is gekoppeld aan het snoeiwerk door externe bomenploegen. 'Zo wordt er snel gehandeld en voorkomen we dat gebreken uitgroeien tot gevaarlijke situaties.' In maandelijkse overleggen worden voortgang, budget en onderzoek besproken. Alleen bij specialistische metingen, zoals met een resistograaf of picus, schakelt de gemeente een externe partij in.


Jacco de Frel

Stokje overdragen

De Frel beseft dat niet alles overdraagbaar is. 'Lochs creativiteit, zijn gevoel voor detail en zijn manier van kijken zijn uniek. Hij weet altijd een creatieve oplossing aan te dragen. Toch probeert hij zijn kennis zo volledig mogelijk door te geven, door samen projecten te doen, door verhalen te vertellen, door jonge inspecteurs mee te nemen naar buiten en te laten zien waar het om draait.' Loch reageert nuchter: 'Je moet het vak interessant houden voor de nieuwe generatie', zegt hij. 'Als je jongeren meeneemt naar een boom of locatie in de stad en uitlegt waarom de boom of situatie bijzonder is, dan blijft dat hangen. Ik geef iedereen mee: ga naar buiten, want daar leer je het meeste.'


LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel
bestel tijdschrift
tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
Webshop
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER