Bomenbeleid in Maashorst: van bomencamping tot lichte BEA |
|
|
|
|
 |
| 237 sec |
Een ommetje met boomexperts Paul van de Wiel en Harm van Aalst
De gemeente Maashorst vernieuwt haar bomenbeleid met opvallend praktische maatregelen. Van een eigen bomencamping voor volwassen bomen tot de introductie van een lichte Bomen Effect Analyse (BEA) in de planfase: alles draait om behoud en beter gebruik van bestaande bomen. Vakblad Boomzorg spreekt boomexperts Paul van de Wiel en Harm van Aalst voor een ommetje. Hun doel: bomen niet als obstakel, maar als uitgangspunt bij elke ruimtelijke ontwikkeling.
| Harm van Aalst (links) en Paul van de Wiel bij het jonge Prilleke op het marktplein in Uden |
Op het marktplein in Uden stond decennialang een monumentale linde, het Prilleke - het prieeltje. Na een storm resteerde alleen een holle stam, waarvan nu een schijf als kunstwerk aan de muur van de gemeentewerf hangt. Aan de rand van het plein groeit inmiddels een jonge opvolger, zorgvuldig opgekweekt in dezelfde vorm. 'Deze linde is elders in de gemeente voorbereid en hier opnieuw geplant,' vertelt Harm van Aalst. De boom heeft een goed ingerichte groeiplaats met bomengranulaat en laat ruimte voor evenementen.
Verankeren
Van de Wiel is sinds november 2024 verantwoordelijk voor het bomenbeleid in Maashorst, terwijl collega Van Aalst al sinds jaar en dag betrokken is bij de buitendienst. Aanvankelijk uitvoerend, stuurt hij de laatste vijf jaar het boombeheer aan, zoals het snoeien, inspecteren en onderhoud van monumentale bomen. Van de Wiel: 'Onze missie is om bomen inclusief hun functies en waarden te verankeren in een prettige leefomgeving, van planvorming tot en met het dagelijkse beheer.'
De gemeente Maashorst ontstond in 2022 uit de fusie van Uden en Landerd. De eerste twee jaar waren volgens Van Aalst nodig om het beleid en de werkwijze van beide werkorganisaties gelijk te trekken. 'Je moest aan elkaar wennen, nieuwe collega's leren kennen en je plek vinden in de organisatie. Ook zaken als bestekken waren ongelijk,' vertelt hij. Van de Wiel vult aan: 'Met de samenvoeging kwamen verschillen in regels en beleid naar boven. Zo kon je in Landerd vaker vergunningsvrij kappen dan in Uden. Nu alles op zijn plek begint te vallen, komt er ook ruimte om vooruit te kijken en zaken te verbeteren.'
|
|
'De nieuwbouw is zo ontworpen dat deze markante boom nu een prominente plek heeft'
| |
|
Dat beleid wordt ook zichtbaar in concrete projecten. Op het zogenoemde Dico-terrein in het centrum van Uden stond ooit een grote beddenfabriek. Nu is er een woonwijk verrezen met veel duurzame elementen, zoals wadi's en groenstroken. Bij aankomst valt meteen een markante hemelboom op. Het is een van de favoriete plekken van Van de Wiel: 'Deze mooie boom stond er in de oude situatie vrij onopvallend bij, maar de nieuwbouw is zo ontworpen dat hij nu een prominente plek heeft. En hij profiteert van een goed beschermde groeiplaats.'
 | | De hemelboom is een opvallende verschijning aan de kop van het Dico-terrein |
|
|
Lichte BEA
Met zijn jarenlange ervaring in de boomkwekerij en cultuurtechniek brengt Van de Wiel een frisse blik op het vak mee. Hij deed eerder al de opleidingen European Tree Manager (ETM) en Ambassadeur Leefbare Stad: 'Ik wil mezelf blijven uitdagen en nieuwe dingen blijven leren.'
Van Aalst vertelt: 'Toen bewoners klaagden over de kleverige hars onder linden, veroorzaakt door luizen, stelde Paul voor om kruidenmengsels in te zaaien die natuurlijke vijanden aantrekken. Een voorbeeld van een andere denkwijze die langzaam doorsijpelt in onze aanpak.'
|
|
'Met een lichte BEA breng je al in de schetsfase de bomen globaal in beeld'
| |
|
Beiden benadrukken hoe belangrijk het is om vroeg in projecten aan tafel te zitten. 'Als je pas aan het eind meekijkt, kun je alleen nog de punten en komma's aanpassen,' zegt Van Aalst. Een nieuw idee van Van de Wiel is om een lichte Bomen Effect Analyse (BEA) te introduceren aan het begin van planvorming. 'Daarmee breng je al in de schetsfase de bomen in beeld: locatie, omvang, status, conditie en waarde. Dan kun je bijvoorbeeld een inrit nog een kwartslag draaien om bomen te behouden. Of een markante boom een prominente plek in het plan geven in plaats van dat die een probleem is. Naarmate een project concreter wordt, moet dan ook de BEA meegroeien.'
Om bomen vanaf het begin in beeld te hebben, is het belangrijk dat ze goed op de kaart staan. Van de Wiel: 'In de oude gemeente Uden stonden bomen nog niet in de BGT, de digitale kaart. Dat wordt nu bijgewerkt. Want met een boom die je als ontwerper niet ziet, kun je ook geen rekening houden.' En ook de beschermde bomenkaart krijgt momenteel een flinke update, vertelt hij. 'We zijn de monumentale bomen opnieuw aan het inventariseren en sommige bomen gaan van beeldbepalend naar monumentaal. Ook waren er monumentale bomen die, gek genoeg, over het hoofd waren gezien omdat ze bijvoorbeeld achter een flat stonden.'
 | | Bomencamping met bomen uit de Violierstraat: 'Niet de goedkoopste oplossing, maar wel waardevol' |
|
|
Bomencamping
Aan de rand van het dorp Uden treffen we de bomencamping, waar bomen tijdelijk kunnen verblijven bij onder meer herinrichtingsprojecten. Momenteel 'kamperen' er 22 volwassen bomen uit de Violierstraat, die gereconstrueerd wordt. 'De meeste bomen kunnen op hun plek blijven, terwijl de tweebaansweg wordt veranderd in twee losse rijbanen met een groenstrook ertussen. Zodra de herinrichting klaar is, kunnen ook de campingbomen terugkeren,' vertelt Van de Wiel. 'Vooraf is bij deze circa vijftigjarige bomen natuurlijk een verplantbaarheidsonderzoek gedaan en is de kluit voorbereid. Het verplanten laten we meestal doen door Nationale Bomenbank. Kwaliteit staat hierbij namelijk voorop. De camping is misschien niet de goedkoopste oplossing, maar wel de meest waardevolle. Als resultaat hebben we straks meteen een volwassen beeld en ook de ecosysteemdiensten van deze bomen blijven behouden.'
Het liefst zouden beide boomexperts elke boom op zijn eigen plek behouden, maar dit kan natuurlijk niet altijd. Als ook herplaatsen niet lukt, is kap soms noodzakelijk. Zoals gebeurde bij een grote beuk bij de Regenboogschool in Schaijk, waar noodkap ingezet moest worden. De stam kon behouden worden door er een leuke bank uit te 'woodcarven', creatief vormgegeven met onder meer een regenboog. 'Bovendien laten we dood hout zo veel mogelijk staan, omdat het een grote ecologische waarde heeft,' stelt Van de Wiel. 'Bij kap binnen een project vereisen we bovendien dat de waarde van elke boom wordt toegevoegd aan een bomenfonds, zodat die waarde weer wordt geïnvesteerd in bomen of groeiplaatsverbetering.'
Gemengde aanplant
Langs de Volkelseweg zijn de effecten van klimaatverandering goed te zien. De oorspronkelijke beplanting bestaat uit een zoom met grote aantallen berken. 'Berken en beuken hebben het steeds moeilijker, zeker op droge zandgronden,' stelt Van Aalst. 'Op de Volkelseweg zien we dan ook berken uitvallen. Om de strook goed in stand te houden, hebben we daarom gekozen voor gemengde beplanting met ondergroei.'
Van de Wiel: 'We moeten risico's spreiden en werken waar mogelijk naar een gemengd beeld. Zo zijn we beter voorbereid op warmere zomers en extreme weersomstandigheden.'
 | | De berkenzoom verandert steeds meer in een gemengde strook met ruige onderbegroeiing |
|
|
Voor de komende tijd staat in Maashorst het actualiseren van de bomenverordening op het programma. Van Aalst: 'Die moet helder en toepasbaar zijn voor iedereen. Als inwoner moet je eenvoudig kunnen zien of een boom beschermd is en wat de regels zijn. Tegelijk willen we inwoners stimuleren om zelf monumentale bomen aan te melden. Dan wordt die boom beter beschermd, voelt de inwoner zich betrokken en kan hij subsidie krijgen voor het onderhoud.' Zo'n bezoekje aan een achtertuin is een van zijn favoriete werkzaamheden: 'Soms sta ik onder zo'n knots van een boom in de stille sfeer van de kroon en dan denk ik: word ik hier voor betaald?'
| LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
|