European treemanager gaat het verschil maken in toekomstig boombeleid |
|
|
|
Henry Kuppen,
maandag 31 januari 2022 |
|
| 298 sec |
De onlangs door groenopleider IPC gelanceerde opleiding tot European treemanager (ETM) is een waardevolle toevoeging aan de huidige opleidingen waarin bomen centraal staan. Bomen zijn de belangrijkste en grootste groene elementen in de buitenruimte. Het is daarom belangrijk om door feiten gestuurde pleitbezorgers te hebben die voor deze weerloze organismen opkomen. De huidige boomgespecialiseerde opleidingen moeten voorzien in de borging van een kwalitatieve uitvoering van het werk aan bomen met de opleiding European treeworker (ETW), en van boomtechnisch onderzoek en beheeradvies met de opleiding European treetechnician (ETT). Regelmatig blijkt echter dat dit nog onvoldoende geborgd wordt binnen planvorming en boombeleid. Dit vraagt om andere expertise.
|
Ik kan nog steeds niet wennen aan de term European treemanager; weer zo'n hippe Engelse naam, terwijl onze Nederlandse taal al zo te lijden heeft onder verengelsing. Anderzijds is het een naam die de lading goed dekt en ook in heel Europa begrepen wordt. Dit is nodig om het certificaat verder te brengen, wat lijkt te gaan lukken. In Europa is de European Arboricultural Council (EAC) actief. In deze organisatie zijn 24 Europese landen vertegenwoordigd, met als doel bomen gezonder en langer te laten leven, vooral in de verstedelijkte omgeving. Dit gebeurt door samen te werken op het gebied van onderzoek en onderwijs. De EAC heeft in verband met deze doelstelling de certificaten ETW en ETT ontwikkeld. Samen met 32 andere supervisors houd ik hiervoor onder andere toezicht op examens, om de kwaliteit daarvan in verschillende Europese landen te waarborgen. Beide certificaten zijn goed geland in de markt; in Nederland is dit de minimale standaard voor uitvoering en onderzoek rondom bomen in de stedelijke omgeving. Wat nog ontbrak, maar nu door het ETM-certificaat wordt opgevuld, is de vertegenwoordiging van een boomdeskundige als het om beleid en bestuurlijke beslissingen gaat. Bomen zijn te complex om over te laten aan beleidsmakers met een groene achtergrond. Vooral het doorgronden van de behoefte van een boom, maar ook wat deze in ruil daarvoor oplevert voor de maatschappij, wordt maar al te vaak onvoldoende begrepen.
|
Ik kan nog steeds niet wennen aan de term European treemanager
| |
|
Henry Kuppen is een gepassioneerd bomenliefhebber, met meer dan 35 jaar professionele ervaring in het beheren van bomen in de stedelijke omgeving. Ook is hij directeur van Terra Nostra, een kennisatelier voor boom en bodem. Hieronder zijn nieuwste blog.
|
Haperend boombeleid
Exemplarisch voor een onvoldoende doordacht boombeleid is een bericht dat in het Algemeen Dagblad verscheen over de gemeente West-Betuwe, een Gelderse gemeente met 37.342 bomen. Dat bericht had als titel: 'Grote zorgen om plan 13.000 bomen te kappen in West-Betuwe.' Hierin liet de lokale Christenunie weten telefoontjes te hebben gekregen van bezorgde bewoners vanwege het voornemen van de gemeente om de komende vijf jaar 13.000 bomen te kappen. Volgens de bewoners waren daar ook gezonde, al wat oudere loofbomen in hun omgeving bij. Het daaropvolgende bericht in De Gelderlander, een maand later, trok nog meer aandacht: 'West-Betuwe schrikt van eigen besluit: moeten er wel 6.500 bomen om?' Het voorstel om bomen te kappen, werd ingediend om kosten te besparen. Kappen kost echter ook geld. Als het uitfrezen van de stobbe, het opvullen van de gaten en andere randzaken meegeteld worden, kunnen die kosten met gemak het tienvoudige bedragen van één onderhoudssnoeibeurt die om de drie tot vijf jaar uitgevoerd moet worden. Voor hetzelfde geld zijn we dan zomaar 30 tot 50 jaar verder, mét behoud van de bomen. Van de 6.500 bomen blijken er 4.075 gezond te zijn; voor deze bomen is er alleen een financiële overweging gemaakt. Wat ontbreekt, is een afweging van de baten van deze bomen. Wat leveren ze de maatschappij op? Dunning wordt als argument aangevoerd. Dat is op zich legitiem als de resterende bomen beter gaan functioneren, maar dat zie ik niet terug als alleen financiële overwegingen meetellen. Kwaliteit moet leidend zijn bij boombeheer, en bij boombeleid het gaat niet om aantallen bomen. Ik kan best enthousiast zijn over de kap van bomen, als het primaire doel kwaliteitsverbetering is. Daarnaast zie ik ook voordelen als dominante boomsoorten worden gereduceerd om andere soorten een kans te geven. Verder kun je door soortendiversiteit de negatieve gevolgen van klimaatverandering spreiden en de biodiversiteit te stimuleren. Maar dit alles hoor ik niet als kostenbesparing de motivatie is. Bij de optimalisatie van de baten van bomen gaat het niet om aantallen, maar om de hoogwaardige kwaliteit van functioneren van bomen. Een ETM'er had hierbij een belangrijke rol kunnen spelen richting de politiek en voor de communicatie; daarmee was een hoop onnodige onrust voorkomen.
|
Bij de optimalisatie van de baten van bomen gaat het niet om aantallen
| |
|
Ridicule regelgeving
Een ander voorbeeld van negatieve gevolgen voor bomen door regelgeving is een bouwperceel in de gemeente Wijchen. Aan de Liendensedijk te Batenburg (Gelderland) stond een oude boerderij. Naast deze boerderij stond een volwassen paardenkastanje, die in de loop van de afgelopen eeuw in harmonie met de oude boerderij opgroeide. De paardenkastanje is een boomsoort waarop we zuinig moeten zijn vanwege de paardenkastanjebloedingsziekte; we zijn daar in Nederland wel bijna de helft van kwijtgeraakt. Daarbij weten we dat juist oudere paardenkastanjes zich doorgaans tolerant tonen voor deze ziekte. De nieuwe eigenaar van het perceel besloot om de boerderij te slopen en een nieuwe woning te bouwen. Hij zag de waarde van de boom in; daarom verzocht hij in zijn Omgevingsvergunningaanvraag om de woning wat verder van de paardenkastanje te mogen zetten. Zijn perceel was ruim genoeg om de hoofdwoning meer in het midden te plaatsen in plaats van aan de rand. De gemeente Wijchen is zorgvuldig; op de website zie je dat ze zelfs een dorpsbouwmeester hebben. Deze onafhankelijke deskundige beoordeelt of een gebouw in zijn omgeving past, of het op zichzelf een kloppend plaatje is, en adviseert het college van burgemeester en wethouders. Maar wat blijkt: er werd besloten dat de nieuwe woning op dezelfde plaats gebouwd moest worden als de oude boerderij. De volwassen paardenkastanje bleek daar dusdanig in de bodem geworteld te zitten, dat de bouw van een nieuwe woning onder de huidige bouwvoorschriften niet samenging met behoud van de boom. Het gevolg: de volwassen paardenkastanje werd gekapt. Ook hier had een ETM'er door de dorpsbouwmeester bij het plan betrokken moeten worden. Beter nog: elke ruimtelijke ingreep met gevolgen voor bomen, in wiens eigendom dan ook, dient langs een ETM'er te gaan. Deze simpele actie had het behoud van een potentieel monument tot gevolg kunnen hebben.
Geen beperkingen, maar kansen
Nog een voorbeeld is de inpassing van een monumentale eik in Sint Anthonis (Noord-Brabant). Deze boom stond - ja, helaas, verleden tijd - aan de doorgaande provinciale weg door het dorp. Het was een kapitale solitaire eik van ruim 125 jaar met een kroondoorsnede van meer dan 25 meter, die in een voetpad stond aan de rand van de weg binnen de bebouwde kom. De weg moest heringericht worden, waarbij geen kans gezien werd om de boom te behouden. Het argument was dat de boom de verkeersdoorstroming hinderde, terwijl dat nou net een kans was voor deze boom. Door deze boom meer ruimte te geven en zijn groeiplaats uit te breiden in het profiel van de weg, had meer ruimte gecreëerd kunnen worden om de boom door voetgangers te laten passeren. Er zou een sluis ontstaan waar gemotoriseerd verkeer (ouderwetse term, gebruiken we die over 20 jaar nog?) zou moeten wachten op tegemoetkomend verkeer. Zoiets werkt op veel plaatsen goed en is een stuk prettiger dan drempels. Het is aan de ETT'er om de inrichting technisch uit te werken, maar aan de ETM'er om hier het belang van de boom te vertegenwoordigen en alle kansen planmatig te benutten. Soms is boombehoud ook een kwestie van je rug recht houden en minstens zo vasthoudend te zijn in je argumentatie als de civiele overzijde van de tafel. Er zijn misschien wel honderd redenen om een boom te verwijderen, maar je hebt er maar één nodig om hem te behouden. Respect voor leeftijd is al zo'n argument.
3-30-300-regel
In de huidige tijdgeest zit het bomen mee. Door klimaatverandering weten we hoe belangrijk groen voor ons is, in het bijzonder bomen. Ook de coronapandemie laat het belang zien van openbare groene ruimtes; stadparken stromen vol met recreërende mensen, bossen worden soms zelfs onder de voet gelopen. Het huidige boombeleid vraagt om maximaal behoud, zeker van onze oudere bomen, die beschamend slecht vertegenwoordigd zijn in alle boombestanden. In het merendeel van de gemeentes is minder dan 10 procent van alle bomen ouder dan 60 jaar. Daarbij moeten we meer vergroenen, waarbij de 3-30-300-vuistregel van de wereldwijd gerespecteerde groenambassadeur Cecil Konijnendijk van den Bosch geweldige beleidsdoelstellingen in zich heeft. Zorg dat iedere bewoner minstens drie volwassen bomen vanuit zijn woning kan zien, dat iedere wijk minimaal 30 procent kroonoppervlakte heeft en dat iedere bewoner binnen 300 meter een groene ruimte of park heeft om te recreëren. Deze beleidsdoelstellingen hebben alles in zich om een aangenaam en onmisbaar groen leefklimaat te ontwikkelen. Ik wens alle toekomstige ETM'ers veel succes; hou je rug recht!
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
|
|
|
sven van den bossche
Monday 7 February 2022 |
|
verzorgen jullie deze opleiding ook in België? |
|
|
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|