Warmere zomers en stormen mogelijke oorzaken van groei iepensterfte |
|
|
|
Sjoerd Rispens,
dinsdag 17 november 2020 |
|
| 369 sec |
Iepensprintkever heeft wellicht meerdere cyclussen door warmer weer
Meerdere locaties in het land hadden de afgelopen maanden te maken met een plotselinge uitbraak van iepziekte. Vooral steden in het westen hadden veel last van de ziekte, onder meer Delft, Alkmaar, Amsterdam en Den Helder. Maar ook in Tilburg moesten iepen gekapt worden. Wat is de oorzaak van deze stijging?
|
Schrikken
Jaike Bijleveld is regievoerder groen in de gemeente Amsterdam, waar afgelopen zomer een explosieve stijging was te zien in het aantal zieke iepen. 'Vorig jaar hebben we 86 iepen gekapt, dit jaar waren het er 628', zegt Bijleveld. 'Hiervoor liet elk jaar een lichte daling zien, dus het was behoorlijk schrikken toen de ziekte zo hard toesloeg, ook al is het op een totaal van naar schatting 75.000 iepen in beheer en in bosplantsoenen maar een klein percentage. In de jaren negentig waren zulke hoge aantallen ziektegevallen geen uitzondering. Wij hebben in de gemeente Amsterdam een goed programma opgezet om de bomen twee tot drie keer per jaar te inspecteren. Tot afgelopen zomer was alles goed onder controle.'
Verrekijker
De gekapte iepen stonden verspreid over heel Amsterdam. De uitschieters waren het Vliegenbos in Amsterdam-Noord en het Sloterpark in Nieuw-West. 'In die twee specifieke gebieden stonden veel iepen heel dicht op elkaar. Dan hoeft er maar één zieke tussen te staan en dan gaat het via ondergronds wortelcontact heel snel', zegt Bijleveld. 'In andere delen was de verspreiding beter op orde. Maar het probleem bij die gebieden was dat er veel zieke iepen stonden op plaatsen waar je als beheerder niet zo snel komt. Bij sommige iepen heb ik echt een verrekijker nodig om de ziekteverschijnselen te zien. De bomen die we hebben moeten kappen, varieerden van jonge opslag tot monumentale bomen.'
-
Jaike Bijleveld
|
Theorieën
Er zijn verschillende theorieën over de oorzaak van de grote stijging in het land. Zo zou de stijging te maken hebben met het grote aantal stormen die afgelopen jaren over Nederland raasden. De gevallen iepen zijn waarschijnlijk niet op tijd ontdekt en goed opgeruimd. En meer dood hout betekent meer broedplaatsen voor de iepensprintkever. Een andere theorie behelst de klimaatverandering. De zomers waren de afgelopen jaren langer en droger. De zomer van 2018 was de droogste sinds 1976. Kevers hebben in dat warmere weer meerdere cyclussen, wat voor meer ziekte zorgt.
Klimaat
'De klimaatoorzaak onderschrijf ik zeker', zegt Bijleveld. 'Afgelopen zomer zijn er verschillende hittegolven geweest. Ook iepen kunnen het op den duur moeilijk krijgen in die omstandigheden. Verzwakte iepen kunnen als broedboom worden gebruikt door de iepensprintkever. De nieuwe generatie kevers die daaruit komt, kan nabije gezonde iepen besmetten. Het stormgedeelte klopt ook in mijn ogen; dat is eigenlijk ook een vorm van klimaatverandering. Vorig jaar hadden we zelfs in de zomer een grote storm die over Amsterdam raasde en dit jaar hebben we er al vier gehad. De prioriteit ligt in zo'n situatie vaak bij materiële schade, zoals bomen die op auto's zijn gevallen. Dan kan het tijdens het opruimen gebeuren dat er hout over het hoofd wordt gezien, of mensen nemen zelf hout mee voor hun houtkachel.'
Een andere oorzaak is volgens de regievoerder dat er weinig controle is op bomen die niet op gemeentegrond staan. 'Op dat punt kan de afstemming beter. Wij zijn nu bijvoorbeeld in gesprek met Rijkswaterstaat over dichtbegroeid gebied bij de Coentunnel, waar veel veldiepen staan. Wat daar misging, was dat het onduidelijk was wie nu waar verantwoordelijk voor was. Het was niet duidelijk wie de iepen precies in beheer heeft. Voordat je daarachter bent, ben je al behoorlijk wat telefoontjes verder. De intenties van de betrokkenen zijn verder goed, maar het zorgt voor vertraging bij het opruimen van zieke iepen. De iepziekte kan zich in dat gebied wel verder verspreiden.'
Landelijk centrum
De theorieën over de stijging blijven voorlopig theorieën. 'Voor de bestrijding van de eikenprocessierups is een Kenniscentrum opgericht', zegt Bijleveld daarover. 'Dat houdt alle cijfers bij, het gedrag van de rups wordt gemonitord en er wordt enorm veel onderzoek gedaan door het Kenniscentrum. Bij de iepziekte zou dat eigenlijk ook moeten gebeuren, want echt duidelijke cijfers zijn er niet. Ik hoor tijdens dit gesprek ook voor het eerst dat er veel stijgingen te zien waren in het westen van het land. In Amsterdam zijn we heel druk bezig met de bestrijding van de ziekte, maar er moet een landelijk centrum komen vanwaaruit de ziekte wordt aangepakt. Daar valt echt een wereld mee te winnen. Je kunt bijvoorbeeld landelijk feromoonvallen ophangen, wat via het centrum gecoördineerd kan worden.'
Opleving
'Elke ziekte of plaag kent om de zoveel tijd wel een opleving', gaat de regievoerder verder. 'Vorig jaar sloeg de eikenprocessierups heel hard toe. Dit jaar is dat de iepenziekte, en ik hoorde een voorspelling dat de roetschorsziekte wel eens een piek kan krijgen in 2021. Dus ook al heb je alles goed in de gaten, de natuur gaat uiteindelijk toch wel haar gang.'
Herinrichting
'Maar we kunnen de ziekte zeker onder de duim houden', zegt Bijleveld zelfverzekerd. 'Het begint bij een goede inspectie, waarbij zieke iepen direct worden gedetecteerd en gekapt. Door een resistente of andere soort boom terug te plaatsen, zorg je ervoor dat de iepziekte daar niet meer kan toeslaan. In Amsterdam kan dat niet overal. De grachtengordel, bijvoorbeeld, is Unesco-werelderfgoed, waar de iepen deel van uitmaken. Daar kun je geen andere boomsoort tussen zetten, maar we planten daar wel verschillende iepensoorten. We zijn druk bezig om diversiteit aan te brengen. We zijn ook begonnen met het monitoren van de biodiversiteit. We kunnen daardoor ook sturen op het aantrekken van insecten en vogels die op schadelijke insecten als de iepenspintkever of de eikenprocessierups predateren. En bij herinrichting bekijken we wat een goede balans is voor een sterke biodiversiteit.'
Protocol
De gemeente Amsterdam is volgens Bijleveld ook bezig met het opzetten van een protocol voor hóe de iepen moeten worden gekapt. 'We hebben al een handhavingsprotocol; op het niet tijdig kappen van zieke iepen en het niet ontbasten van gekapte iepen staat een hoge boete. Het goed omschrijven van die werkwijze wordt daar een aanvulling op. We willen veel duidelijker voor onze aannemers op papier zetten wat de werkwijze is. Wat moet je nu precies doen bij het kappen van een zieke iep? Waar moet je op letten? Dat wordt stap voor stap heel minutieus uitgewerkt. Hopelijk gaat dat ervoor zorgen dat we volgend jaar minder zieke gevallen hebben. Alles staat op scherp, dus ik heb goede hoop.'
Al jarenlang mis
Daan Bruin, directeur van hoveniersbedrijf Bruin Groenvoorziening in Burgerbrug (Noord-Holland), constateerde de afgelopen maanden een stijging in het aantal zieke iepen door het hele land. 'Maar dat is een lijn die ik al meerdere jaren zie', zegt hij. 'Toen ik eind jaren negentig met dit werk begon, heb ik tot 2008 veel aandacht besteedt aan het bestrijden van de iepziekte in samenwerking met overheidsinstanties. Dat werkte toen best goed, maar ik zie het sinds die tijd al jaren misgaan.'
Erbovenop
'Dat heeft in mijn ogen met twee dingen te maken: ten eerste slecht beleid van bomenbeheerders en ten tweede de warme zomers. Die theorie onderschrijf ik ook wel. Als je in mei al een eerste cyclus ontdekt en het blijft tot september mooi weer, dan kun je er bijna vergif op innemen dat er nog een tweede en derde cyclus komt. Ook al is er misschien nog geen wetenschappelijk bewijs voor.' 'Je moet er als bomenbeheerder bovenop zitten', gaat de directeur verder. 'Als je besmette iepen ontdekt, moet je er binnen twee weken bij zijn. Anders krijg je een grote groei.'
|
Uitschieters waren het Vliegenbos in Amsterdam-Noord en het Sloterpark in Nieuw-West
| |
|
Assertief
'Ik heb in het Helderse de afgelopen maanden veel zieke iepen gezien', gaat Bruin verder. 'De mensen die daar werken, doen het wel goed, maar de druk is daar enorm groot. Op andere plaatsen doen beheerders het slechter. Ze ruimen de omgeving simpelweg niet goed op of ze wachten er te lang mee en nemen een afwachtende houding aan. Ik probeer wel zo veel mogelijk aan te geven dat men assertief moet zijn. Je moet sowieso aan het begin van elk nieuw jaar met een schone lei beginnen en niet nog allerlei bomen hebben staan waar al wat aan gedaan had moeten worden. Natuurlijk heb ik zelf ook een economisch belang bij deze situatie en ik ben wat gekleurd. Maar mijn belang is ondergeschikt aan het bomenbelang. Ik vind het enorm jammer als de iep massaal verdwijnt omdat de ziekte exponentieel stijgt.'
Poldercompromis
Wat moet er volgens Bruin gebeuren om de groei een halt toe te roepen? 'Alle betrokkenen moeten op één lijn zitten', zegt de directeur. 'Er moet een poldercompromis komen. Het Rijk of de provincie moet daarin een leidende rol spelen en één lijn trekken. De regering, de provincie en de gemeenteraad wisselen om de zoveel jaar van bestuurders. Vaak moet je dan weer helemaal opnieuw beginnen met het beleid of verdwijnt dat naar de achtergrond, omdat ze andere dingen belangrijker vinden. Maar er moet een langetermijnvisie komen en dit onderwerp moet altijd hoog op de agenda staan. Dan heb je alleen maar winnaars.'
|
De theorieën over de stijging blijven voorlopig theorieën
| |
|
Lef
Zoals bij meerdere ziektes speelt variatie in het bomenbestand ook hier een rol, geeft ook Bruin aan. 'De sprintkever blijft altijd een postbode van de ziekte. Maar ook het wortelcontact is belangrijk. Met variatie is een wereld te winnen. Een probleem dat erbij komt in de steden, is dat de iep daar heel makkelijk te plaatsen is, dus komen ze vaak bij elkaar te staan. Maar mensen zijn in de loop van de jaren banger geworden om gezonde bomen te verwijderen, ook als je daarmee besmettingen voorkomt. Vroeger ging dat veel makkelijker. Mensen hebben geen ballen en lef meer. Alles moet volgens het poldermodel. Er zijn tegenwoordig veel buurtverenigingen die ook een mening hebben. Ik heb meegemaakt dat we bezig waren om bomen te verwijderen, maar we kregen binnen de kortste keren de buurtvereniging over ons heen. Ik vind het prima dat zij een mening hebben, maar ik denk ook: als we nu niks doen, zijn al die bomen over tien jaar sowieso verdwenen. Je moet de omwonenden goed informeren. Vertel ze wat je doet, waar en wanneer. Ook dan heb je tegenstanders, maar dan kun je zeggen: dit hebben we samen zo besloten en laat degenen die er verstand van hebben hun werk doen. Als de tandarts mij vertelt dat ik een gaatje heb, zeg ik ook niet: ik los het zelf wel op. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.'
Wilskracht
'Een exponentiële groei kan voorkomen worden', zegt Bruin desgevraagd. 'Toen ik met dit werk begon, hadden we een iepensterfte van zeven procent. Na tien jaar was dat teruggebracht tot twee à drie procent. Het kost wat aan werkzaamheden, maar op termijn scheelt het geld. In het oosten staat de iep misschien wat meer op de achtergrond, maar in Noord-Holland, Zuid-Holland en Friesland hoort de iep in het landschap. Ik zou zeggen dat ik me niet kan voorstellen dat de iep zou verdwijnen, maar op sommige plaatsen is dat al gebeurd. Als iedereen wilskracht toont en opstaat en met elkaar optrekt, kunnen we verdere narigheid voorkomen. Nu worden iepen vaak gekapt ten faveure van ander groen. Maar het moet en-en zijn, niet of-of.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
|
|
|
anoniem
Thursday 19 November 2020 |
|
Langs de a9 a4 opdraaien beneden staan meer dan 50 zieke iepen... |
|
|
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|