Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Balans tussen maatschappij en eikenprocessierups

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Dr. Wendy Batenburg, wetenschappelijk medewerker bij Terra Nostra, dinsdag 10 maart 2020
266 sec


Sinds 1989 is de eikenprocessierups onafgebroken aanwezig in Nederland. De succesvolle verspreiding maakte dit insect tot een belangrijk nieuwsitem in 2019. Er is bijna niemand te vinden die nog nooit van dit insect heeft gehoord en velen hebben er zelf mee te maken gehad. Beheermaatregelen bleken onvermijdelijk, maar waren niet altijd effectief. Juist het doorgronden van de levenscyclus en het gedrag van dit interessante insect maakt dat beheer van de eikenprocessierups maatwerk is. Het vastleggen en in kaart brengen van alle gegevens rondom deze rups, zoals de locatie van de aangetaste eiken en de mate van aantasting, zijn hierbij essentieel. Met als uiteindelijk doel de populatie eikenprocessierupsen beheersbaar te houden en de overlast aanvaardbaar.


Levenscyclus

De eikenprocessierups heeft één complete levenscyclus per jaar, waarin hij zes larvale stadia doorloopt. Uiteindelijk overwintert het insect in eitjes, die in eipakketten in de bovenste kroonhelft van de eik worden afgezet. Op basis van waarnemingen in het insectenstation in Mill van 2005 tot en met 2019 weten we dat de vroegste ei-uitkomst ooit op 31 maart 2014 was. De laatste ei-uitkomst is geregistreerd op 21 april 2006. Bepalend voor de ei-uitkomst is de temperatuur in de drie voorliggende maanden, waarbij maart het meeste van invloed is. Over de afgelopen jaren gezien komen de eerste eikenprocessierupsen gemiddeld op 8 april uit het ei en verkeren de rupsen gemiddeld 101 dagen in larve- en popstadium. Vanaf het vierde larvale stadium (L4) ontstaan de brandharen waar mensen en dieren overlast van ondervinden. Vanaf L4 vindt doorgaans nestvorming plaats en zijn de nesten zichtbaar. Ook deze ontwikkeling varieert echter sterk, omdat ze wordt beïnvloed door de temperatuur. In 2009 en in 2011 werd al op 7 mei het L4-stadium bereikt; in 2013 was dit pas op 30 mei. De snelste ontwikkeling van rups naar vlinder werd in 2006 waargenomen en vond toen binnen 73 dagen plaats. De temperatuur in april heeft de grootste invloed op de ontwikkeling van het L4-stadium. De extreem warme zomers van 2018 en 2019 hadden gevolgen voor het gedrag en de ontwikkeling van het insect. Vanaf L4 werd in beide jaren een ander gedrag dan gebruikelijk waargenomen, waarbij de rupsen onrustig over de stam liepen, losse spinsels op de stam achterlieten en nesten laag tegen de stamvoet maakten. Het gezondheidsrisico bij dit gedrag is groot.


Grondnesten

Bij geschikte bodems worden grondnesten waargenomen waarbij rupsen zich in bodemopeningen begeven. Grondnesten ontstaan onder invloed van hoge temperaturen, voedseltekort, overpopulatie en weinig beschutting door hoog opgesnoeide bomen. Vanuit grondnesten worden rupsen waargenomen die uit de bodem kruipen, maar de rupsen kunnen zich in de bodem ook verpoppen tot vlinder. Rupsen en poppen kunnen in de grondnesten in diapauze gaan, waardoor een uitzondering op de gebruikelijke levenscyclus ontstaat. De diapauze kan jaren duren en komt pas ten einde onder ideale omstandigheden voor het insect, waardoor de populatie eikenprocessierupsen plotseling kan toenemen, ondanks bestrijding. Meer onderzoek naar grondnesten en diapauze is nodig om erachter te komen hoe substantieel deze fenomenen zijn.


De eikenprocessierups heeft één complete levenscyclus per jaar

Feromoonvallen

Sinds 2008 worden feromoonvallen gebruikt om eikenprocessievlinders te monitoren. De feromonen in deze vallen lokken de mannetjesvlinders, die vervolgens in de val terechtkomen. Vanaf half juli worden de vallen om de twee weken geleegd en geteld. De meeste eikenprocessievlinders worden normaliter in de eerste helft van augustus gevangen. Landelijk werden er in 2019 1.799 feromoonvallen geïnstalleerd. In 2017 werden gemiddeld 23 vlinders per val geregistreerd en in 2018 gemiddeld 73 vlinders; dit was landelijk gezien de grootste vangst ooit. In 2019 daalde dit naar 40 stuks per val. Ondanks de terugval ten opzichte van 2018 blijft de vangst van 2019 nog steeds de op één na grootste van de afgelopen jaren. Het aantal gevangen vlinders geeft een indicatie voor de populatie eikenprocessierupsen in een bepaald gebied en de gegevens kunnen gebruikt worden om een inschatting te maken van de plaagdruk in het jaar erop. Mede door bestrijding is niet altijd een correlatie te vinden tussen feromoonvalvangsten en het aantal nesten in het volgende jaar, maar bij meerjarig gebruik geven de feromoonvallen inzicht in trends van de plaagpotentie, het effect van bestrijding en de verspreiding van de eikenprocessierups.


Kortetermijnoplossingen

Er is een grote behoefte aan één oplossing van het probleem. Na dertig jaar beheren kan geconcludeerd worden dat er niet één oplossing is, maar een combinatie van korte- en langetermijnoplossingen. Kortetermijnoplossingen hebben te maken met geïntegreerd beheer van het insect, gericht op het voorkomen en verminderen van gezondheidsrisico's. Dit betekent maatwerk, bijvoorbeeld door drie risicozoneringen op basis van betredingsdruk in te voeren. Vervolgens kan binnen een risicozone specifiek beheer toegepast worden. Voor het juiste beheer is het dus belangrijk dat er inzicht is in het risico op de locatie, maar ook in de mate van aantasting en de locatie van de aangetaste bomen. Het ontbreekt maar al te vaak aan objectieve populatiegegevens. Een zorgvuldige nestregistratie op boomniveau en de meerjarige feromoonvalvangsten zijn belangrijke indicatoren voor het bepalen van de populatiedynamiek en te nemen beheermaatregelen.


Een andere manier om meer balans aan te brengen, is het stimuleren van natuurlijke vijanden

Bron Henry Kuppen

Diversiteit

Duurzame oplossingen voor de overlast door de eikenprocessierups vinden we niet in symptoombestrijding, maar in het aanbrengen van balans. Het geslacht eik, Quercus, is de favoriete boomsoort geworden op de zandgronden en vooral in Oost-Nederland. Naast het geschikte klimaat draagt deze enorme voedselbron bij aan het succes en de impact van de eikenprocessierups. Omvorming van het bomenbestand is hierbij de enige mogelijkheid om balans aan te brengen. Vanzelfsprekend is het niet meer aanplanten van eiken de eerste mogelijkheid om de dominantie van eik te beperken, bijvoorbeeld door eiken die door een storm verdwijnen of afsterven niet meer te vervangen door nieuwe eiken. Ook de aanplant van grote hoeveelheden andersoortige bomen in meerdere lagen en groottes binnen eikenopstanden vergroot de diversiteit. Actieve omvorming ligt nogal wat gevoeliger. Het verwijderen van gezonde bomen en zeker van oude bomen past niet bij de roep om meer bomen vanuit de huidige klimaatproblematiek. Afhankelijk van de scenario's die uit passieve omvorming voortkomen, zou wel dunning in lanen kunnen plaatsvinden en zouden bomen met een beperkte levensverwachting vervangen kunnen worden. Vanwege de hoeveelheid ecosysteemdiensten die oude bomen leveren, dient bij het verwijderen de focus op de jongste bomen te liggen.


Natuurlijke vijanden

Een andere belangrijke manier om meer balans aan te brengen, is het stimuleren van natuurlijke vijanden. Deze natuurlijke oplossingen, zoals het herstellen of ontwikkelen van biotopen, zijn complex en kosten tijd. Hoopvol is dat inmiddels is vastgesteld dat in Nederland zeventien verschillende soorten insecten, zestien verschillende soorten vogels, spinnen en drie soorten vleermuizen op één of meerdere levensfasen van de eikenprocessierups prederen. Door een complex aan maatregelen, waarbij op diverse vlakken wordt samengewerkt om biotopen te herstellen, is inmiddels bewezen dat natuurlijke vijanden perfect in staat zijn balans aan te brengen.


Actuele stand van zaken

In samenwerking met het ministerie van LNV is door Kenniscentrum Eikenprocessierups een website opgezet om mensen te informeren over de eikenprocessierups (www.eikenprocessierups.nu). Verder is de Leidraad beheersing eikenprocessierups vernieuwd met een update voor 2019 en is het Kennisplatform Eikenprocessierups in oprichting. Ondertussen is er ook een afvalprotocol opgesteld, voor het afvoeren en verwerken van het afval van de bestrijding van de eikenprocessierups. In 2020 zal het afvalprotocol verder worden ontwikkeld en zal er gewerkt worden aan het ontwikkelen van eenduidig beheer. Momenteel wordt gewerkt aan het topsectorenvoorstel, waarbij met steun van de deelnemende gemeentes uniforme vastlegging van aantastingsgegevens, ontwikkelen en volgen van natuurlijke vijanden en registratie van gezondheidsklachten bij huisartsen verder uitgewerkt zal worden.


Wendy Batenburg
Naar het zich laat aanzien, zal de eikenprocessierups nooit meer weggaan. Er zijn echter voldoende maatregelen voorhanden om de situatie beheersbaar te houden. Hierbij is het wel noodzakelijk om nog veel meer kennis op te bouwen over het stimuleren van natuurlijke vijanden, om tot een duurzamer en natuurvriendelijk beheer te komen. Het herstel van ons verschraalde monotone landschap zal hieraan bijdragen, maar dat vergt een lange adem. Open communicatie met gebruikers van de openbare ruimte is nodig om draagvlak te creëren voor het feit dat eikenprocessierupsen in zekere mate geaccepteerd moeten worden.

Wendy Batenburg, Terra Nostra


LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
GREEN OUTLET
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER