Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Eikenprocessierups: geen kant en klare oplossing

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Wilma Windhorst, donderdag 5 maart 2020
246 sec


De problematiek van de eikenprocessierups is een recept met verschillende ingrediënten en vraagt een uitgekiende strategie. Biodiversiteit staat aan de basis. Dit geldt zowel voor de aanplant, als voor onderbegroeiing, alsmede voor het faciliteren van natuurlijke vijanden en vogels. Voor de totale aanpak is monitoren een belangrijk hulpmiddel en vormen bestrijden en ruimen het sluitstuk.


De eikenprocessierups komt al veel langer incidenteel voor in Nederland. Het insect heeft zich sinds 1991 blijvend in Nederland gevestigd en verspreidt zich sindsdien vanuit het zuiden gestaag over het hele land. In deze bijna dertig jaar wisselden perioden met veel meldingen en overlast en jaren van minder plaagdruk elkaar af.
De plaagdruk van de eikenprocessierups was erg hoog in 2019. Dit was een gevolg van de warme en droge zomer van 2018, met ideale omstandigheden voor het overleven en de verspreiding van de vlinders en daardoor massale ei-afzetting.
Door zomerstormen, begin juni en in augustus, waaiden veel oude en nieuwe nesten uit de bomen. De verspreiding van de brandharen zorgde vervolgens voor veel overlast voor mens en dier en leidde tot veel klachten over allergische reacties. En de rups had nieuwswaarde, getuige de verschillende media.


'Na jaren van beperkte overlast bestaat de neiging om de monitoring op minder kritieke locaties te laten verwateren'

Monitoring

Vanwege de gezondheidsklachten die de eikenprocessierups veroorzaakt, wordt het populatieverloop al langere tijd gevolgd. Biocontrole - in de persoon van Silvia Hellingman - en Henri Kuppen waren rond 2009 de initiators van systematische monitoring met behulp van feromoonvallen met lokstoffen. De aantallen vlinders in de vallen hebben een voorspellende waarde voor de te verwachten plaagdruk en overlast in de directe omgeving van de vallen.
Op kwetsbare locaties, zoals in de buurt van scholen en verzorgingshuizen en in recreatiegebieden en -parken, evenals bij grote evenementen, zoals de Drentse fietsvierdaagse, is de monitoring vanwege het volksgezondheidsaspect vrij constant.


Verwateren

In jaren van beperkte overlast is er op minder kritieke locaties de neiging om de monitoring te laten verwateren. De vestiging van de eikenprocessierups in heel Nederland en de overlast van 2019 bewegen gemeenten, instanties en bedrijven ertoe om de populatie van het plaaginsect nu opnieuw structureel te volgen. Door de omvang van de plaag zijn de afgelopen zomer uit veel nesten vlinders uitgevlogen. De monitoring wees uit dat er weliswaar minder vlinders waren dan in 2018, maar dat er in 2020 toch een forse plaagdruk wordt verwacht.'


Bestrijding

Monitoring kan ook worden gebruikt voor beslissingen rondom de bestrijding van de eikenprocessierups. Op plaatsen waar veel vlinders in de vallen zijn aangetroffen en waar overlast voor het publiek wordt verwacht, wordt ingezet op bestrijding.
Om te kunnen bestrijden, moeten eerst de eieren van de vlinders uitkomen. Hiervoor vindt monitoring van eipakketjes plaats in eikenprocessierups-stations bij hoveniersbedrijf Roel Timmerman in Dieverbrug en bij de Nationale Bomenbank in Mill. Zodra de verzamelde eipakketjes in eiken in deze gazen kooien uitkomen, kan, bij de juiste weersomstandigheden, de eerste bestrijding worden uitgevoerd.


Bestrijdingsmethoden

Door haar intensieve waarnemingen ontdekte Silvia Hellingman, destijds eigenaar van Biocontrole, in 2008 dat eikenprocessierupsen kunnen worden geparasiteerd door insect-parasitaire aaltjes. Op basis van deze bevinding ontwikkelde zij een bestrijdingsmethode die vroeg in het seizoen kan worden ingezet. De aaltjes, die normaal gesproken in de grond leven, worden gemengd met een speciale draagstof en in eikenbomen gespoten. Omdat aaltjes gevoelig zijn voor uv-licht en uitdroging, wordt deze toepassing in het donker uitgevoerd. De aaltjes parasiteren de rupsen, waarna deze na een aantal dagen doodgaan.
Het gunstige van deze bestrijdingsmethode is dat hij vroeg in het seizoen kan plaatsvinden. In die periode is de kans kleiner dat er rupsen van andere en beschermde vlindersoorten voorkomen en ongewild ook worden gedood. Dat de toepassing geen nawerking heeft, is zowel een voor- als een nadeel: een voordeel als het gaat om schade aan andere insecten, een nadeel omdat de werking op de eikenprocessierups kort is en de toepassing en de heersende omstandigheden daardoor nauw luisteren.
Omdat de aaltjes alleen insecten parasiteren, heeft de bestrijdingsmethode nauwelijks nadelen voor de omgeving. Daardoor is deze zeer geschikt om te worden toegepast in een woonomgeving.
Als de bomen in het blad lopen, kan ook gekozen worden voor bestrijding met een bacteriepreparaat. Dit middel wordt door vraat aan het blad opgenomen door de rupsen, die vervolgens doodgaan. Deze toepassing heeft een langere nawerking, wat gunstig is met het oog op de bestrijding. Daardoor, en vanwege de wat latere timing in het seizoen, zal het bacteriepreparaat echter ook meer effect hebben op andere rupsensoorten.
Zowel nematoden als het bacteriepreparaat dienen te worden toegepast als de rupsen in het tweede en derde larvale stadium zijn en nog geen brandharen hebben.


Ruimen

Rupsen die niet bestreden zijn, vormen nesten. Deze zitten vol met de brandharen die de overlast veroorzaken. De nesten zijn afgelopen jaar massaal verwijderd om populatieopbouw en overlast te voorkomen. Door de storm van begin februari zijn op veel plaatsen oude, niet verwijderde nesten uit de bomen gewaaid. Wees hierop alert: ze zijn soms minder goed als zodanig te herkennen omdat ze niet meer intact zijn. De brandharen kunnen zich verspreid hebben in de omgeving; de verwachting is dat dat bij onderhoud en maaiwerkzaamheden tot overlast kan leiden.
Het is belangrijk dat alle oude nesten verwijderd zijn op plaatsen waar in het voorjaar bestrijding zal plaatsvinden, zodat ze niet door de luchtstroom uit de bomen worden geblazen.


Biodiversiteit

De eikenprocessierups is een blijver, dat mag duidelijk zijn. Een brede aanpak is nodig om tot beheersing van de plaag te komen.
Al jaren houdt Henri Kuppen een pleidooi voor meer diversiteit in de aanplant, om te voorkomen dat een bomenlaan een EPR-snelweg wordt. Nog steeds zien we dat eikenlanen worden aangeplant die vervolgens na een paar jaar bijna compleet met rood-witte EPR-lintjes gemarkeerd zijn.
Diversiteit in bomen en onderbegroeiing faciliteert een breed scala aan insecten, waaronder natuurlijke vijanden van de EPR. Deze insecten zullen de eikenprocessierups parasiteren of (in het geval van gaasvliegenlarven, lieveheersbeestjeslarven en sommige keversoorten, zoals de kleine poppenrover) de rups opeten. Ook zal een grotere insectenpopulatie leiden tot meer vogels en vleermuizen, die de rupsen en EPR-vlinders opeten.
Het is een illusie om te denken dat nestkastjes ophangen of bloemen inzaaien het probleem op korte termijn oplost. De biodiversiteit is decennialang gestaag achteruitgegaan, dus het zal ook veel tijd kosten om haar weer naar een beter niveau te tillen. Maar de overlast van 2019 heeft wel gezorgd voor bewustwording van de noodzaak tot een bredere aanpak!


Nader onderzoek

We hebben aanwijzingen dat de veranderende klimaatomstandigheden niet alleen EPR faciliteren, maar ook de vitaliteit van bomen beïnvloeden; na een jaar zoals 2018 zouden ze vatbaarder zijn voor aantasting. Biocontrole gaat dit nader onderzoeken.


Insectparasitaire nematoden

Insectparasitaire nematoden worden al bijna veertig jaar gebruikt om bodeminsecten te bestrijden.
De toepassing tegen de eikenprocessierups is van recenter datum en is door Silvia Hellingman geïnitieerd.
Insectparasitaire aaltjes komen van nature in kleine hoeveelheden in de bodem voor. Daaruit zijn ze geïsoleerd om te worden vermeerderd.
De productie van insectparasitaire nematoden is hoogwaardige biotechnologie en vindt onder andere plaats bij E-nema in Duitsland. In enorme roestvrijstalen tanks worden aaltjes onder speciale condities met betrekking tot temperatuur, zuurstofgehalte en dergelijke gemengd met water en voeding om ze te vermeerderen. Vervolgens worden ze in een draagstof geformuleerd en zo verpakt dat ze enkele weken houdbaar zijn. Daarna kunnen de nematoden worden opgelost in water en verspoten.
Na toepassing ontstaat tijdelijk een verhoogd aantal in de grond. Als het aantal plaaginsecten waarop de nematoden parasiteren, afneemt, evenals bij uitdroging, zakt de populatie nematoden weer terug naar de natuurlijke aantallen.

LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
GREEN OUTLET
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER