Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Meer groen, dát moeten we doen

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Karlijn Klei, maandag 9 december 2019
493 sec


Zo luidde de boodschap op de achtste Boom Innovatie Dag met als thema 'Groen = poen'

Het was fris bij Boomkwekerij Udenhout, waar op de ochtend van 24 oktober de groenwerkers uit heel het land - en iets daarbuiten - binnendruppelden om de achtste Boom Innovatie Dag bij te wonen. De bijeenkomst stond in het teken van 'Groen = poen', om de waarde van bomen in onze veranderende toekomst te onderstrepen. Want, zoals dagvoorzitter Lieven van de Genotten het publiek later toe zou zingen, 'we warmen op, dát is gewis'.


Met koffie of thee in de ene en een worstenbroodje in de andere hand, nemen de bezoekers plaats in de ruime hal van Boomkwekerij Udenhout. 'Goedemorgen', spreekt hoofdredacteur Hein van Iersel. 'Welkom op deze achtste Boom Innovatie Dag. Het belooft een interessante te worden.' Na een korte introductie van Van Iersel krijgen ook dagvoorzitter Lieven van de Genotten, minister openbare inrichting van Brussel, en Martien Mantje, directeur van Boomkwekerij Udenhout, het woord. 'Er is veel meer uit groen te halen', spreekt Mantje de zaal toe. 'We moeten het meer gaan waarderen en dat kunnen we vandaag doen door veel met elkaar te praten.' En zo geschiedde.

Zijn we wel écht voor groen?

'De meeste klachten die wij binnenkrijgen, gaan over bomen', vertelt Van de Genotten de zaal. 'De topper', voegt ze met een ondeugende glinstering in haar ogen toe, 'is een inwoner die tot aan de Europese Raad heeft geprocedeerd om een woning te krijgen met binnen een straal van 500 meter gegarandeerd géén bomen of struiken boven de 1,75 meter. Waarom? In verband met zijn eekhoornfobie - ja. Uiteindelijk zijn we als stadsgewest maar zijn therapiekosten gaan betalen. Dat was goedkoper dan procederen.' Het verhaal mag dan op zijn minst íets aangedikt zijn, het schetst mooi het punt waar de dagvoorzitter heen wil. 'Iedereen denkt en roept groen te willen zijn, maar in wezen zijn we het niet.'

Groen aanleggen is dan ook niet zomaar iets. 'Ik ben voor groen, voor bomen; ik zou alleen niet wéten hoe ik het in mijn stadsgewest zou moeten oplossen', geeft Van de Genotten toe. 'Daarom ben ik, net als jullie, vandaag hier: om het een en ander op te steken over bomen.' Een viertal interessante groendenkers droeg daaraan bij. De eerste daarvan was de Duitse dendroloog Klaus Körber. Nederlands spreekt hij niet, maar dat maakte zijn boodschap niet minder duidelijk.


Droog, droger, droogst

Körber is docent dendrologie aan het Bayerische Landesanstalt für Weinbau und Gartenbau (LWG) en werkt al meer dan twintig jaar met bomen. Ook is hij initiatiefnemer van Stadtgrün 2021, een project waarin onderzocht wordt welke boomsoorten het weerbaarst zijn tegen het veranderende klimaat in onze steeds warmer wordende steden.


'Jullie wonen in een waterparadijs', begint Körber zijn betoog. 'In ieder geval in vergelijking met Beieren, waar ik woon. Dat is een soort woestijn. We hebben droge zomers én droge winters. Als het regent, is het gras wel groen, maar daaronder is het droog. En het wordt almaar droger.' Ten zuiden van de Donau valt het nog wel mee met de droogte, vertelt de dendroloog, maar daarboven ziet het er somber uit. 'De afgelopen zomer was voor planten en bomen in Beieren de ergste aller tijden. Zon, zon, zon. Een volle maand was het warmer dan 30, soms wel 40 graden Celsius. Dat is nog nooit eerder gebeurd.'
Körber vergelijkt de situatie met hoge koorts. 'Als je 42,9 °C koorts hebt, is het gedaan met je. Dat is bij bomen net zo. En bij de hitte van de afgelopen tijd loopt de temperatuur van bomen op tot 48 °C.'


Water en schaduw maken daarbij het verschil tussen leven en dood. Met water kunnen bomen zichzelf koelen - 'Een auto houdt het zonder genoeg koelvloeistof óók niet lang vol', is de vergelijking die de dendroloog trekt - en schaduw beschermt de kwetsbaarste delen van de stam tegen de gloeiend hete zonnestralen. Zo kan het afschermen van de stam, of het wit verven ervan, de interne temperatuur al met 5 °C doen dalen. Water is een (groter) probleem, in ieder geval in Beieren, vertelt Körber. Want met die torenhoge temperaturen is ook het gebrek aan water groot. 'In Beieren hebben we maar 330 liter water per jaar', vertelt Körber het publiek. 'En dat terwijl er wekelijks 100 liter voor bomen beschikbaar moet zijn.' Kortom: er is tegenwoordig minder water beschikbaar, terwijl de bomen juist meer nodig hebben. En alsof dat nog niet genoeg is, zijn de bomen, verzwakt door de extreme droogte, ook nog gevoeliger voor plagen en ziekten.

Dus hoe verder? 'We moeten veel meer investeren in het planten van meer van de juiste bomen, op de juiste plek en de juiste manier', stelt Körber. Specifiek bomen die met deze temperatuurstijging kunnen omgaan. Want het klimaat verandert dusdanig dat bomen die het vroeger prima deden, het nu vaak niet meer uithouden. Die bomen moeten door kwekers goed worden voorbereid, vervolgens correct worden aangeplant en daarna goed onderhouden. 'Het kost tijd en geld om onze steden te vergoenen, maar we kunnen er niet omheen. We moeten het probleem samen aanpakken', besluit de dendroloog, 'voor de toekomst.'


Groen in zicht

Na het betoog van Körber is het tijd voor de eerste pauze. Waar binnen het rumoer weer aanzwelt, kopjes worden bijgevuld, de bezoekers een blik werpen op de groenprojecten die de Wall of Fame sieren en voorzichtig rond de Groene Keet schuifelen op zoek naar een van de groenexperts, is buiten de Demo-Doe-Dag in volle gang. Machines van allerlei vormen en maten staan buiten op het plein tentoongesteld en een scala aan versnipperaars tonen wat ze waard zijn door korte metten te maken met dikke bundels groenafval.


Als de bel luidt, is het tijd voor de tweede spreker: Joost Verhagen, directeur van Cobra Groeninzicht. 'Het weer wordt extremer', spreekt Verhagen de zaal toe. 'Extreem heet, extreem droog, extreem nat.' Om deze gevolgen van de klimaatverandering te bestrijden, zal er meer groen moeten worden aangeplant. 'Bomen verkoelen namelijk de omgeving, reinigen de lucht, bevorderen de waterhuishouding en hebben een positieve invloed op de biodiversiteit én onze (geestelijke) gezondheid.'

Na een korte inleiding over Cobra neemt Verhagen het publiek in sneltreinvaart mee door de 'wondere wereld' van remote sensing - meetmethoden waarbij metingen op (grote) afstand gedaan worden aan de hand van luchtfoto's en satellietbeelden - en de big green data die daaruit volgen. 'Nederland heeft pakweg 100 miljoen bomen', vertelt Verhagen. 'In de BomenMonitor proberen we ze allemaal zo goed mogelijk op de kaart te zetten, zowel letterlijk als figuurlijk.' Aan de hand van die luchtfoto's en satellietbeelden kan niet alleen bepaald worden hoeveel bomen er in een bepaalde regio staan, maar ook bijvoorbeeld hoe groot ze zijn en wat hun boomkroonoppervlakte is.

'Bij het maken van dat boomkronenbestand houden we "afvaldata" over', vervolgt Verhagen. Niet écht afval, blijkt, want uit die data kunnen andere interessante zaken worden afgeleid, zoals de mate van verstening en de oppervlaktetemperatuur. 'Nu leek het Hein een leuk idee om met al die data samen iets toe doen', vertelt de directeur. Het resultaat van die samenwerking is de City Tree Index, waarin te zien is hoe groen de Nederlandse steden zijn. Steden worden steeds groter en de hoeveelheid verhard oppervlak neemt daarmee toe. Dat is funest, laat Verhagen zien. 'We hebben over meerdere jaren hittestresskaarten gemaakt, om te laten zien wat groen en verstening met hitte doen. Lang verhaal kort: groen verkoelt, verstening verwarmt.' Vooral de kaart van de verstening van tuinen in nieuwbouwwijken heeft impact op het publiek. Knalrood is de kaart. Dat betekent verstening, heel veel verstening.

'De wereld wordt warmer', benadrukt Verhagen. 'In stedelijke gebieden kan het wel 10 tot 12 °C warmer worden dan in de landelijke eromheen. Maar wíj kunnen aan de knoppen zitten.' Waar beginnen we? 'Daar waar de vergroeningsnood het hoogst is', zegt Verhagen. 'Door al deze kaarten te combineren, kunnen we snel de probleemgebieden aanwijzen en daar ingrijpen.'

Tree Paper 2019

Als afsluiter van zijn lezing presenteert Verhagen een aantal gemeenten die in de City Tree Index als groenste naar voren kwamen. Zo heeft Apeldoorn de meeste bomen, Ede de meeste bomen per inwoner, Enschede de meeste grote bomen, Alphen aan de Rijn de minste verstening en Rotterdam de groenste schoolpleinen.


Alle data over het groen in steden van de 32 gemeenten van Nederland met meer dan 100.000 inwoners (zie kader), werden gebundeld in de Tree Paper 2019. En die moest natuurlijk uitgereikt worden. Verhagen overhandigde het eerste exemplaar aan Kees van Ham van de gemeente Tilburg. Volgend jaar is het boekje er weer; dan kunnen we zien welke gemeente het hardst met vergroening bezig is.

Groen in de stad

Natuurinclusief bouwen, dat is het thema van de derde lezing van de dag. Maarten Wittens, ontwikkelaar bij Ballast Nedam Development, vertelt: 'In 2017 hebben we de zeventien duurzaamheidsdoelen van de VN ondertekend. Daarmee proberen we de wereld een stukje beter te maken.' Want ook Ballast is zich bewust van de klimaatproblemen. 'Regenbuien worden steeds heviger, net als droogte en oververhitting. Daar moeten we echt iets mee.'


Wittens vertelt over een aantal projecten waarbij omgaan met die klimaatproblemen hoog in het vaandel staat. 'Wij staan voor een aangename en gezonde leefomgeving. We willen energiezuinige woningen maken van zoveel mogelijk circulaire en onderhoudsarme materialen. We proberen natuurinclusief te zijn door meer groen in de projecten te brengen én ze klimaatadaptief te maken.' Naast de waarde van groen voor onze toekomst, is groen in de woningbouw ook letterlijk poen, vertelt Wittens. Mensen wonen immers liever in groene dan grijze wijken. Daarmee gaat de waarde van deze wijken omhoog.

Een van de projecten met 'groen voorop' staat in Maastricht, waar Ballast Nedam met anderen een tweelaagse tunnel aanlegde om de A2, die de stad doorkliefde, te vervangen. 'Zo is er veel meer ruimte', vertelt Wittens, 'voor mensen en voor passend, divers groen.' Een ander natuurinclusief woonproject is het Berckelbos in Eindhoven. 'We zijn begin 2000 begonnen met de gebiedsontwikkeling van deze voormalige sportvelden.' Leuk is dat bomen die al aanwezig waren, in het project zoveel mogelijk behouden zijn. 'We hebben de waardevolle, grote bomen meegenomen in het nieuwe stedenbouwkundige plan en aangevuld met nieuw groen.'

Behalve met groen probeert Ballast ook rekening te houden met de dieren in de omgeving. 'Zo gebruiken we neststenen voor vogels', vertelt Wittens. Dat doen we onder meer in samenwerking met de Vogelbescherming, die ons adviseert over waar we ze het best kunnen plaatsen, welke het best zijn enzovoort.' Kortom, besluit Wittens: 'We brengen graag groen terug in wijken.'

Groen in het DNA

Na een welverdiende lunch, waarbij de groenwerkers een recordaantal broodjes bal wegwerkten, is het tijd voor de laatste spreker. De Roemeense Darius Reznek, partner en ontwerper bij landschapsarchitectenbureau Karres en Brands, wil landschap in het DNA van de stad hebben. Groen niet als afterthought, maar op de eerste plaats. Hiervoor blikt de landschapsarchitect terug naar vroeger. 'Oude steden werden gebouwd met en vanuit het bestaande landschap. Maar met de autorevolutie van een aantal decennia geleden veranderde dat.' Steden werden steeds meer rond infrastructuur gebouwd, vertelt Reznek. Nu wordt groen als allerlaatste aangelegd, op plekken waar na alle plannen nog een beetje ruimte over is. 'Groen is een nagedachte. En dat terwijl het onze redder moet zijn. Dat is gek', vindt de landschapsarchitect. Het moet andersom: life, spaces, buildings, zoals op het scherm achter Reznek te lezen is. 'Andersom werkt niet.'


Hoe het dan wél moet, vertelt Reznek de zaal ook. Dat doet hij aan de hand van een project waarmee hij bezig is: het havengebied HafenCity, een stadsdeel van het Duitse Hamburg. 'De vraag was: hoe moeten we hier vanuit het landschap iets bouwen?', licht de landschapsarchitect toe. Hiervoor maakten hij en zijn collega's een plan voor de stad in 2030 - een klimaatbestendige plek met water, bodem en groen als uitgangspunt. Het complete plan behelst ongeveer 1.000.000 m² voor wonen, werken, winkelen, openbare functies en recreatie. 'We willen veel groene, nieuwe parken en straten bouwen via een nieuw logistiek systeem', vertelt Reznek, terwijl hij de zaal foto's van het masterplan laat zien. 'Straten worden openbare, groene ruimtes en mobiliteit wordt groter dan infrastructuur. Veel meer ruimte voor de mens, veel minder voor de auto.'

De zaal is enthousiast over het verhaal van de architect. 'Maar!' zegt hij, terwijl hetzelfde woord op het scherm te zien is. 'Dit bleek allemaal niet mogelijk te zijn. Het bleek juridisch niet haalbaar.' Niet parkeren, bijvoorbeeld, een van de plannen voor HafenCity, mag wettelijk gezien eigenlijk niet. 'Er zijn heel veel regels voor, waarvan sommige honderd jaar oud. Maar,' vraagt de architect zich hardop af, 'heeft het zin om de regels van zo lang geleden aan te houden terwijl de werkelijkheid nu zo anders is?'
Het project is een soort pilot geworden. 'Het wordt een manier om nieuwe regels en ontwikkelingen te testen. Tuinieren op een schaal van 100 hectare. We gaan nu een negenjarig traject in om te kijken hoe we dit plan kunnen realiseren.' 'Dus', vatte de dagvoorzitter voor het publiek samen, 'het wiel opnieuw uitvinden terwijl je aan het rijden bent, in de hoop dat wat goed is, mag blijven?' 'Ja, eigenlijk wel', lacht Reznek.
En dan zit de achtste Boom Innovatie Dag erop. Van de Genotten trekt de ukelele om er met een grappig doch ietwat ernstig lied - het gaat immers over klimaatverandering - een eind aan bijeenkomst te breien. 'We warmen op, dat is gewis, gewis, gewis', luidt het refrein, 'maar vandaag is het wel fris'. Na een welverdiende borrel gaat het publiek op huis aan, om daar ongetwijfeld de nieuwe inzichten omtrent de waarde van bomen in onze veranderende steden te overpeinzen.


De volgende, negende Boom Innovatie Dag zal in oktober 2020 plaatsvinden. Het onderwerp: 'Bomen inspireren'. Voor meer informatie: kijk op boominnovatiedag.nl.

Tree Paper 2019

De Tree Paper 2019, gemaakt door vakblad Stad + Groen en Cobra Groeninzicht, bevat een overzicht van het groen in de 32 Nederlandse gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. De focus ligt op bomen, want die spelen een cruciale rol in de strijd tegen het veranderende klimaat. Ze koelen, zuiveren, bevorderen de waterhuishouding en hebben een positieve invloed op de biodiversiteit en onze gezondheid.
Voor elke gemeente werd het aantal bomen, het aantal bomen hoger dan 18 meter en het boomkroonoppervlak bepaald. Ook werd berekend in welke mate de bomen jaarlijks CO₂ opnemen en hoeveel ze er totaal van hebben vastgelegd, wat ze aan fijnstof afvangen en hoeveel liter hemelwater ze met hun bladerdaken bufferen. Ten slotte werd ook de mate van verstening, hittestress en de hoeveelheid groene tuinen vastgesteld.
Een echte winnaar is in de eerste editie van de Tree Paper 2019 nog niet aangewezen. Het uiteindelijke doel van het boek is om inzichtelijk te maken welke gemeente erin geslaagd is om zijn hoeveelheid groen werkelijk te laten stijgen. Kortom: welke gemeente bouwt het hardst aan de weg van de vergroening? Het doel is om elk jaar een Tree Paper uit te brengen, zodat die vergroeningsprestaties in beeld worden gebracht.
Interesse in de Tree Paper 2019? Mail naar lieke@nwst.nl.

LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
GREEN OUTLET
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER