'Dood hout leeft en is onmisbaar, ook in de stad' |
|
|
|
|
| 282 sec |
Een ommetje met veteraanexpert en dood hout-promotor Eddie Bouwmeester
In het landelijke Wenum-Wiesel zoeken we Eddie Bouwmeester op voor een Ommetje met de boomexpert. Hij staat bekend als gedreven en eigenzinnige boomspecialist, die niet alleen aan boombeheer doet, maar - onder meer - ook aan kleinschalig bosonderhoud en landschaps- en biotoopbeheer. Daarnaast gaat hij regelmatig de boer op in bomenland met zijn boodschap: 'Laat eens wat meer kansen liggen'.
|
En met die kansen doelt Bouwmeester op dood hout. In de omgeving rond zijn bedrijf Bouwmeester Boomverzorging kan hij daar veel voorbeelden van laten zien, en dat is maar goed ook. Want als hij eenmaal begint te vertellen over wat hem drijft, blijft er weinig tijd over om op stap te gaan voor een ommetje. Dood hout heeft veel vormen, vertelt Bouwmeester: 'Bomen gaan dood, worden geveld; takken vallen of een boom komt in de veterane fase. Dat zijn kansen voor leven en biodiversiteit. En een veiligheidsrisico is er lang niet altijd, dat hangt af van de situatie.' De omgeving veilig en netjes maken onder het motto van zorgplicht mag van hem dan ook wel een paar tandjes minder.
| Een veteraan in de buurt |
|
|
Veteraan
Het is niet toevallig dat Bouwmeester zich ook profileert als veteraanspecialist. En met recht, want recent behaalde hij - met de eerste lichting die in Nederland is opgeleid via Praktijk Centrum Bomen - het diploma VETcert consultant. ‘In Nederland worden veteraanbomen niet genoeg gewaardeerd. Bij veiligheidsrisico’s is in Nederland de eerste reflex om snel de boom of takken te verwijderen, terwijl je soms prachtig kunt sturen door omgevingsbeheer. In andere landen, zoals in Duitsland zie je in zo’n geval soms een waarschuwingsbordje om even om te lopen: ‘Pas op, vallende takken.’
Nut voor wie?
Het is niet dat Bouwmeester vindt dat je geen beheer moet toepassen: ‘Met mooie normen en goede bedoelingen wordt in het bomenbeleid gestreefd naar een groene en gezonde leefomgeving. Ook, of juist in de stad. Denk aan de 3-30-300 regel en het Handboek Bomen. Mooie hulpmiddelen, maar zeker niet altijd zaligmakend. Er wordt veel goed werk verricht en de bekende normen en doelen helpen daarbij.’
Maar hij is ook kritisch op de gangbare denkwijze. ‘Het hele denken over groen in de stad lijkt gericht op het nut voor ons als mensen. Zoals een koelere leefomgeving, schonere lucht enzovoorts. Zaken die “geen nut” voor mensen hebben zoals bodemvormende processen, begroeiing rondom de boom of aanwezigheid van dood hout lijken dan ongewenst en niet ordelijk. Ik pleit ervoor om het belang van de boom zelf mee te nemen en rekening te houden met de habitat en biotoop die hij vormt voor andere organismen. Natuurvolgend boombeheer levert veel meer diversiteit op en maakt het hele systeem weerbaarder, veelal ook tegen plagen zoals de eikenprocessierups of kastanjemineermot. Dat geldt niet alleen in het buitengebied, maar zeker ook in de stad.’
| 'Dood hout leeft' |
|
|
Start van leven
Veel mensen weten wel dat op dood hout beestjes en paddenstoelen te vinden zijn. Maar Bouwmeester benadrukt dat het om veel meer gaat dan een zwammetje op een dode tak: 'Herstel van biodiversiteit is geen lege term, maar een belangrijk doel dat te maken heeft met de leefbaarheid op aarde. En waar op elke schaal afspraken en doelen zijn gemaakt: wereldwijd, in Europees, nationaal, provinciaal en lokaal verband.' Terwijl we een aantal dode stukken stam passeren vertelt Bouwmeester hoe hij boombeheer in de grotere context ziet: 'In 2015 hebben 193 landen wereldwijd biodiversiteitsdoelen afgesproken (de Sustainable Development Goals). De 17 afgesproken doelen worden weergegeven in een afbeelding met drie niveaus die ook wel de wedding cake wordt genoemd. Het brede fundament van die wedding cake is de biosfeer, waar ook ‘leven op land’ (doel 15) onder valt. Dat leven op land – alle planten, dieren en de mens - staat of valt met de aanwezigheid van dood organisch materiaal. Maar ook de klimaatdoelen (13) en die voor water (doelen 14 en 6) hebben enorme raakvlakken met ons vakgebied. Maatschappij en economie zijn daarvan afhankelijk en niet andersom. En laten wij met ons werkgebied nou juist de rentmeesters zijn van de biosfeer in onze fysieke leefomgeving (denk ook aan de Omgevingswet!).’
| De 'wedding cake' van de Sustainable Development Goals (SDG). Illustratie vrij te gebruiken onder licentie CC BY-ND 3.0 |
|
|
In Nederland geldt de opgave om een biodivers natuurnetwerk te voltooien, met onder andere het Natuur Netwerk Nederland (NNN), of het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Bouwmeester: ‘Dus ook in steden liggen grote opgaven, de Natuurherstelwet van juni 2024 biedt daarvoor kansen om beleid aan te passen. Biodiversiteit gaat over een complexe samenleving van soorten die van elkaar afhankelijk zijn; in je groenbeheer moet je daar rekening mee houden. Vele soorten op land zijn in een bepaalde levensfase afhankelijk van dood hout of ander dood organisch materiaal.’
De vijf V's
Intussen lopen we langs het weggetje met veteraan- en oude bomen die het verhaal mooi illustreren. ‘Om de functies van dood hout inzichtelijk te maken gebruik ik in mijn uitleg altijd de vijf V’s: voedsel, vocht, veiligheid, verbinding en variatie. Een must om de biodiversiteit in een gebied te behouden of te verkrijgen. Dood hout in verschillende fases biedt vaak één of meerdere van deze V’s voor leven. Een groot deel van alle dieren en plantensoorten is er zelfs afhankelijk van: denk aan schimmels, korstmossen, mossen, kevers, mieren, solitaire bijen, wespen, hommels, amfibieën, reptielen, vleermuizen, vogels, eekhoorns en marterachtigen. Dat is nog afgezien van koolstofopslag, wat dood hout ook al waardevol maakt. De afbraak ervan zorgt weer voor een gezonde en structuurrijke bodem waar nieuwe bomen en ander leven op kan ontstaan.’
| Geen risico, maar een waardevolle boom met tonderzwammen en veel onzichtbare organismen |
|
|
Het valt op dat er niet alleen oude bomen staan, maar her en der rond het terrein liggen stukken van een dikke stam en andere dode stukken hout tussen houtsnijwerk en houten bankjes. ‘Dood hout is niet alleen een stronk of een omgevallen boom. Juist dankzij de verschillende vormen en fases in het afbraakproces biedt het verschillende functies. Een staande dode stam, liggende stam, dode en gebroken takken, takkenwallen, takkenrillen en amfibieëncorridors, dood hout in water en houtstapels vormen elk een andere biotoop. Natuurlijk is het belangrijk dat bomen veteraanboom mogen zijn en heel oud mogen worden. Maar daarnaast minstens zo belangrijk is de waardering voor het afterlife van bomen, dat minimaal tien jaar duurt en in verschillende interessante stadia te volgen is.'
Er zijn dus veel redenen om dood hout - dat je vaak voor niets krijgt niets krijgt omdat takken afsterven of een boom sterft - niet op te ruimen of af te voeren, maar juist te laten staan of te laten liggen. ‘Natuurlijk zijn er in de stad ook genoeg plekken waar je dood hout niet zomaar kunt laten staan of liggen, maar met wat goede wil en creativiteit kun je het vaak een eindje verderop een mooie plek geven waar het jarenlang een habitat in stand houdt voor allerlei organismen. Bouwen aan stepstones, wij mensen hebben toch ook wegen en maken verbindingen. Met dood hout, organisch materiaal, in de groenstroken bouwen we aan verbindingen voor een biodiverse binnenstad.'
| Een boszoom kun je ook de stad in trekken |
|
|
Natuurvolgend
‘Mijn pleidooi om “kansen te laten liggen” betekent niet dat je alles op zijn beloop moet laten, zeker niet in de stad’, stelt Bouwmeester. 'Elke natuurlijke plek heeft een bepaalde kwaliteit, neem bijvoorbeeld een zoombeplanting. Een luchtige, lichte rand met een mengeling van bomen, struiken en meerjarige kruidachtige gewassen. Een van mijn missies is om zulke plekken de stad in te trekken. Zelfs in een vrij smalle berm kun je zo’n stukje boszoom inrichten. Dat wordt geen stukje natuurgebied, maar een plek waar het natuurlijke proces kansen krijgt. Tegelijk moet je die plek blijven beheren om verbossing te voorkomen.’
'Het invoeren van natuurlijke processen in de stad kan natuurlijk niet zo makkelijk in de meest versteende gebieden, waar bomen moeten concurreren met een woud aan leidingen en waar bomen geïntegreerd moeten worden in een plein of op het dak van een parkeergarage. Maar onmogelijk is het zeker niet.' Zeker in wijken pleit Bouwmeester ervoor om bomen zo veel mogelijk in open grond te planten. ‘Ik zou bomen veel vaker willen combineren met struiken en kruiden, en ze liefst niet een geschoren grasveld zetten. Ook zou je, juist vanwege klimaatverandering, meer bomen moeten opkweken uit zaailingen. Die zijn genetisch gevarieerder en daarmee als groep weerbaarder en daardoor minder vatbaar voor plagen.’
Risicoprofielen
Verder biedt de recent aangenomen Natuurherstelwet nieuwe kansen om natuurlijke processen in de het groen- en bomenbeleid op te nemen, besluit Bouwmeester: 'En juist door “kansen te laten liggen” geven we natuurlijke processen ruimte om te herstellen. Door de openbare ruimte te verdelen in verschillende (risico) profielen kunnen we beheer aanpassen zodat we aan de invulling van de zorgplicht voldoen. Dit word vast een prachtige aanvulling in het volgende normenboek.’
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|