Een boomrijke wadi: van idee tot uitvoering |
|
|
|
|
| 252 sec |
EcoCampus, een onderzoeksproject van TU Delft
De TU Delft heeft de ambitie om een 'EcoCampus' te realiseren: een plek waar mens en natuur samenleven. In dat kader wordt er druk gewerkt aan verdere vergroening, onder andere op het voorplein bij de faculteit Bouwkunde.
De boomrijke wadi in wording |
In de afgelopen jaren heeft dr. René van der Velde, Research Fellow Urban Forestry aan de TU, daar onderzoek gedaan naar de verkoelende werking van bomen tegen hittestress. In het kader van dat onderzoek hebben 75 bomen enkele jaren in pot op het plein gestaan. Het werd dus hoog tijd om die bomen in de grond te zetten. Dr. ir. Nico Tillie, onderzoeker en landschapsarchitect van de onderzoeksgroep Urban Ecology Design, kwam met het idee om dat te combineren met een wadi. Daarmee kunnen namelijk meerdere doelen gerealiseerd worden: het tegengaan van hittestress, wateropvang en meer biodiversiteit. Zo ontstond een vervolgproject: het creëren van een 'stadsklimaatbos', of, zoals Tillie het liever noemt, een 'boomrijke wadi'.
Synergetisch ontwerp
Het eindontwerp van de wadi is ontwikkeld door Nico Tillie, Rosa de Wolf (promovendus en projectbegeleiding) en René van der Velde, die samen dit onderzoeksproject trekken. Dit alles in samenwerking met campusbeheerder René Hoonhout. Belangrijke elementen in het ontwerp van de wadi zijn hoogteverschillen, waterbeheer en diversiteit, maar ook hergebruik van materialen (circulariteit). Tillie vertelt enthousiast dat het creëren van synergie voorop heeft gestaan in het ontwerp. Dat heeft geresulteerd in een ontwerp waarin verschillende elementen elkaar versterken en samen bijdragen aan meerdere opgaven. Denk aan een grotere weerbaarheid tegen klimaatverandering, piekafvoer van regenwater, vergroting van de leefbaarheid, circulariteit et cetera.
| Het voltallige projectteam |
|
|
Een natuurvriendelijke wadi
Een wadi, het Arabische woord voor 'rivierbedding', heeft een waterbergende functie. Het is een opslag- en infiltratievoorziening die bij overvloedige regenval gevuld raakt met regenwater. Om deze functie op de campus te simuleren, zijn vier van de tien omliggende regenleidingen afgekoppeld en herleid naar het voorplein. Zo kan de wadi bijdragen aan piekafvoer en overbelasting van het riool voorkomen.
Wadi's zijn inmiddels een bekend fenomeen in Nederland, maar de meeste hebben alleen een graslaag als beplanting, omdat dit makkelijk te onderhouden (en dus goedkoper) is en gras redelijk goed bestand is tegen een aantal centimeters water. Meer beplanting draagt echter bij aan het vergroten van de biodiversiteit en de belevingswaarde en resulteert in een meer 'natuurvriendelijke wadi', zoals sommigen het noemen. Op Tillies idee om ook bomen in de wadi te planten, werd eerst nog wel met scepsis gereageerd. Is dat wel haalbaar? Waarop Tillie pragmatisch antwoordde: 'Er staan toch ook bomen langs rivieren en in moerassen? En als het niet lukt, dan merken we dat vanzelf.' Niet voor niets is dit een onderzoeksproject: het draait juist om experimenteren.
| Nico Tillie |
|
|
|
Tillie: 'Een onderzoeksproject draait om experimenteren'
| |
|
Het beplantingsplan
En dus zijn inmiddels 25 overgebleven bomen uit het voorgaande onderzoek aangeplant als onderdeel van de wadi. De keuze qua boomsoorten was in dat opzicht beperkt. Dankzij het eerdere onderzoek was de koelingscapaciteit van de verschillende soorten bekend. De plantplaats van de bomen is afgestemd op waar de meeste koeling nodig was; zo zijn bomen met een groot koelvermogen op de heetste plekken gezet. Vervolgens is gekeken hoe droog of nat die soort kan staan, en is het maaiveld aangepast. Het ontwerp van de wadi is volgens het principe 'de juiste boom op de juiste plek'.
Er zijn vier lagen gecreëerd: een diepe laag op circa 80 centimeter onder maaiveld, een laag tussen de 40 à 50 centimeter onder maaiveld, een laag op maaiveldniveau en eentje op circa 30 centimeter boven maaiveld. In de onderste, meest natte laag, staat nu onder andere een wilg en een populier, maar ook een plataan. Want ook al wordt die in stedelijk gebied vaak aangeplant vanwege onder andere de droogtebestendigheid, van nature komen platanen juist in droge rivierbeddingen voor. Tillie: 'De bomen en de bodemvegetatie worden op verschillende niveaus geplant en ingezaaid, afhankelijk van hun waterbehoefte: hoe lager de boom of plant staat, hoe meer regenwater die krijgt.' Inmiddels is er nog een extra boom geplant ter nagedachtenis aan een overleden collega: een herdenkingsboom. 'Zo wordt het ook een plek van karakter,' aldus Tillie.
In aanvulling op de 25 bomen wordt er een onderlaag van planten aangeplant. Daarmee wordt een bosbeeld gecreëerd dat bestaat uit meerdere vegetatielagen: een kruidlaag, een struiklaag en een boomlaag. Toch zal het geheel een vrij open karakter houden, volgens Tillie, omdat de bomen zodanig geplant zijn dat ze elkaar, als ze volgroeid zijn, net kunnen raken. Verder wordt er op de plantlocaties geëxperimenteerd met verschillende soorten grond. Zo zijn er aan elke kant van de wadi negen vakken met daarin drie verschillende grondsoorten: bomenzand, veenloze grond en veenarme grond. Met veenloze grond wordt geëxperimenteerd omdat de afgraving en het gebruik van veen leidt tot extra CO2-uitstoot en bodemdaling, en dus ongewenst is in het kader van de klimaatopgave. Voor de fundering van het loopgedeelte is gebruikgemaakt van vermalen klinkers, vermengd met biochar en zand conform de Stockholm-methode in drie verschillende korrelgroottes, zodat de boomwortels daar makkelijker tussendoor kunnen groeien.
|
'De bomen en de bodemvegetatie worden op verschillende niveaus geplant en ingezaaid, afhankelijk van hun waterbehoefte'
| |
|
Al doende leert men
Er wordt van alles gemeten en onderzocht via het project: de wortelontwikkeling van de bomen, hoe de bomen reageren op hittestress en natte omstandigheden, hoe ze reageren op de verschillende grondsoorten, hoe de biodiversiteit zich ondergronds en bovengronds ontwikkelt, welke successie er optreedt op plekken die bewust kaal worden gelaten et cetera. In dat kader is er eerst een nulmeting uitgevoerd van het bodemleven, insecten, bijen en vogels. De TU Delft werkt daarvoor samen met natuurverenigingen en Naturalis.
De studenten van de TU Delft zijn ook op allerlei manieren bij het project betrokken: PhD-studenten voeren wetenschappelijk onderzoek uit en masterstudenten komen via keuzevakken met het project in aanraking. In het kader van de ambitie om een EcoCampus te creëren, kunnen studenten deelnemen aan een breed scala van groene activiteiten: van parking naar park, meehelpen met 'tegels wippen' voor een duinborder, bijenruggen voor grondbijen op de campus, een 'Blue Village' voor natte campusontwikkeling, verschillende typen tuinen aanleggen (veentuin, drijvende tuin of theetuin) en in de toekomst wellicht de aanleg van een voedselbos. Al met al een living lab op de campus met veel voorbeelden die we in onze steden kunnen toepassen.
Praktische zaken
In het ontwerp moest ook rekening worden gehouden met praktische zaken, zoals de toegang tot het gebouw voor studenten, bezoekers en brandweer, en voldoende zit- en fietsparkeerplekken. Qua materialen is gebruikgemaakt van gerecycled materiaal, zoals oude muurtjes, rioolpijpen en beton. Deze zijn met een betonbreker vermalen en vervolgens hergebruikt. Voor studenten en bezoekers komen er meerdere zitbankjes. Leuk detail is dat daarbij ook gebruikgemaakt wordt van nieuwe technieken, zoals bankjes van gerecycled beton die zelf stroom kunnen opwekken.
Het realiseren van de juiste belichting was nog wel een uitdaging, vertelt Tillie. Ecologisch gezien wil je in het donker geen lichtzee hebben. Krachtige lichtbronnen verstoren namelijk de navigatie en het voortplantingsgedrag van dieren. Aan de andere kant is het ook belangrijk dat studenten voldoende licht hebben om in het donker veilig rond te kunnen lopen. Om aan beide behoeften tegemoet te komen, is voor verlichting met een sensor gekozen.
Opening
Vanwege de warme septembermaand wordt de extra beplanting pas op 30 september geplant. Daarna vindt op 1 oktober de officiële opening plaats. Aan de uitkomsten van het onderzoeksproject wordt te zijner tijd een wetenschappelijk artikel gewijd en er zal een beknopte handreiking worden opgeleverd met daarin een stappenplan om tot een vergelijkbaar synergetisch ontwerp te komen.
Credits ontwerp Stadsklimaatbos, kernteam
Vanuit Landschapsarchitectuur - concept, definitief ontwerp en beplantingsplannen: Nico Tillie en Rosa de Wolf (Urban Ecology Design), René van der Velde (Urban Forestry), René Hoonhout (CREFM) Schetsontwerp: Bureau Hosper Uitvoeringsontwerp: Royal HaskoningDHV
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|