Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Top 10 retro-bomen die nog steeds goed toepasbaar zijn

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Karlijn Raats, donderdag 11 januari 2024
356 sec


Groen uit de hippietijd

'Lekker kitsch, zo kun je veel van de bomen die in de jaren zestig gewild waren prima omschrijven', aldus Marko Mouwen van Boomkwekerij Ebben. 'Heb je nog een tuin, wijk of park uit die tijd in beheer? Dan is het leuk om dit lijstje er weer eens bij te pakken om te weten wat voor oude glorie je ermee in handen hebt.'

<i>Araucaria araucana</i> oftewel apenboom, megapopulair in tuinen, wijken en parken in de jaren zestig en zeventig
Araucaria araucana oftewel apenboom, megapopulair in tuinen, wijken en parken in de jaren zestig en zeventig

Marko Mouwen
Sierwaarde werd in de jaren zestig en zeventig vooral gezocht in overvloedige bloei met dubbele bloemen en kleurencombinaties met enorm bonte bladeren. In de hippiejaren werd ook gekweekt op apart ogende of blauw of geel gekleurde naalden. Anders dan in deze tijd, waarin we zoeken naar de ecologische waarde van bomen en waarde hechten aan enkelvoudige bloei voor bijen en vlinders. Esthetisch gezien zijn we op zoek naar bomen met een authentiek karakter en silhouet, die minder gecultiveerd ogen. We letten erop of een boom sterk is, weinig ziektegevoelig en beheertechnisch geschikt, en komen dus bijna automatisch uit bij een minder bont of gecultiveerd uiterlijk. Toch zijn er retrosoorten uit de jaren zestig en zeventig die nog steeds goed toepasbaar zijn.

Rhus typhina
Rhus typhina, herfst

1. Rhus typhina

Deze boom, ook wel azijnboom of fluweelboom genoemd, was in de jaren zestig en zeventig superhip. Hij werd vaak als struik aangeplant en groeit als een grillige, meerstammige boom. Hij wordt nog veel toegepast en is ook geschikt voor daktuinen. De herfstkleur is fenomenaal. Volgens Mouwen is het echt een bielzen-Mientje-soort; in de ontwerpen van Mien Ruys komt Rhus namelijk vaak voor. Rhus typhina is ecologisch verantwoord; het is een waardboom voor vlinders die ook bij imkers goed bekendstaat om zijn hoge nectar- en pollenwaarde. Hij heeft een zachtbehaarde schors en takken, mooi samengesteld blad en kan op alle grondsoorten, ook op droge grond, in kleine tuinen of op industrieterreinen. Een aandachtspunt: als de wortels beschadigd worden, bijvoorbeeld bij graafwerkzaamheden voor kabels en leidingen, kun je veel wortelopschot verwachten.


Acer negundo 'Aureomariginatum'

2. Acer negundo 'Aureomariginatum'

Dit is het toppunt van kitsch, met zijn groene blad met crèmekleurige rand. Hij stamt uit Duitsland, uit 1885. Het is een drachtboom voor vlinders en bijen, hij is goed winterhard en hij kan in parken en grote tuinen gebruikt worden, maar niet in verharding. Hij heeft dezelfde groeiwijze als de wilde soorten; alleen de bladkleur verschilt. Bij bonte bomen zie je vaak dat er een paar groene takken in komen. Die moeten eruit gehaald worden om te voorkomen dat ze de overhand krijgen in de boomkroon. Acer negundo 'Aureomariginatum' draagt zaden in april.


Prunus serrulata 'Amanogawa'

3. Prunus serrulata 'Amanogawa'

Prunus serrulata 'Amanogawa' (smalle Japanse sierkers, synoniem: Prunus serrulata 'Erecta') is een heerlijk kitscherige soort. Hij werd voor het eerst genoemd in 1886 in een lijst van sierkersen in de buurt van Tokio in Japan. Ama-no-gawa betekent 'hemelse rivier' en is de Japanse benaming voor de Melkweg: een treffende verwijzing naar de overvloedige, dubbele bloem, waarmee de jaren zestig vaak geassocieerd worden. Prunus serrulata 'Amanogawa' is duidelijk te herkennen aan de zuilvormige habitus, die op latere leeftijd iets uitzakt. De boom wordt ongeveer 4 tot 6 m hoog en 1,5 m breed.
Eind april bloeit Prunus serrulata 'Amanogawa' overdadig met halfgevulde, sterk geurende lichtroze bloemen, die enorm in trek zijn bij bijen. In tegenstelling tot andere zuilvormige kersen staat de bloesem van deze Japanse sierkers overeind. Hij heeft een prachtige geel, oranje en rood geschakeerde herfstverkleuring. Prunus serrulata 'Amanogawa' is duidelijk favoriet in wat kleinere tuinen. Ze waren voorheen vooral in trek als solitair, maar gemeenten passen deze cv's vandaag de dag ook toe als hoogstam in laanstructuren.


Araucaria araucana, detail
Apenboom: love it or hate it

4. Araucaria araucana

Deze boom wordt ook wel slangenden genoemd, vanwege de meterslange omlaag hangende takken met schubben die op slangen lijken. Andere namen zijn apenboom, désespoir des singes en monkey puzzle tree, omdat het apen niet lukt om erin te klimmen. Het is een beetje de olijfboom van de jaren zestig en zeventig: zoals iedereen nu de exotische olijf, kurkeik of palm wil, wilde men toen de exotisch aandoende apenboom. Het is een groenblijvende naaldboom met centimeterslange scherpe naalden, afkomstig uit Argentinië en Chili. Hij is vernoemd naar de Araucanen, een indianenstam in Zuid-Chili, waar de boom wouden vormde. In Europa werd hij geïntroduceerd in het begin van de 19e eeuw. Love it or hate it: het was een ware hype in de jaren zestig en zeventig. De boom kan behoorlijk groot worden. Hij heeft 15 cm grote opstaande kegels. In tuinen vindt Mouwen de boom niet meer passen, maar wel bijvoorbeeld in een arboretum, themapark, collectie of dierentuin. Leuk weetje: eind jaren negentig vroeg Dierenpark Emmen mensen om hun apenboom aan het park te schenken, om het toenmalige pinguïnverblijf een Zuid-Amerikaans karakter te kunnen geven.


Cedrus libani 'Glauca'

5. Cedrus libani 'Glauca'

Er was een tijd dat Cedrus libani 'Glauca' op elke straathoek stond. In oude arbeiderswijken uit de jaren vijftig zie je ze nog wel - leuk omdat je de tijdsgeest daardoor meteen herkent. Hij staat ook wel bekend als 'Atlantica' (blauwe atlasceder). Dit is de bekendste ceder, vooral vanwege de zuiverende oliën en het blauwgrijze bladerdek, waarvan de naalden niet afvallen in de winter. Wat betreft de kleur geldt ook hier: love it or hate it. Hij vangt fijnstof op en verspreidt een aangename harsgeur. De boom krijgt eivormige, rechtopstaande kegels van 5 tot 8 cm.
Cedrus libani 'Glauca' wordt uiteindelijk een forse brede boom. Hij is veel aangeplant bij Engelse landhuizen en staat bekend om de lange levensduur, wel honderden jaren. Vanaf de jaren vijftig werd hij te pas en te onpas geplant, ook in te kleine tuinen. Met de kennis van nu zien we dat als de verkeerde boom op de verkeerde plaats. Hij werd dus ook bij bosjes weer verwijderd, want feitelijk is hij vooral geschikt als parkboom. Maar het is leuk om her en der in oude wijken nog zo'n grijze reus overal bovenuit te zien steken, want ze worden niet meer geplant, waardoor ze langzamerhand uit het straatbeeld verdwijnen.


Cryptomeria japonica 'Christata'
Er is weer veel vraag naar Cryptomeria, naar de gewone wilde soort

6. Cryptomeria japonica 'Cristata'

Cryptomeria japonica 'Cristata was al voor 1900 bekend en komt uit Japan. Hij heeft vreemde vergroeiingen in de vorm van schelpen met naalden erop. Hij wordt ook wel Japanse hanenkam genoemd vanwege die vorm (cristata is Latijns voor 'kam dragend'). Het is een groenblijvende conifeer die zo'n 15 m hoog kan worden met 2 tot 3 cm grote kegels en die niet gesnoeid hoeft te worden. Hij hoort tot de familie van de Taxodiaceae, groeit de eerste jaren hard en krijgt een sierlijke piramidale kroon. Oorspronkelijk werd hij in Japan veel toegepast bij paleizen en tempels. In de winter kleuren de naalden blauwgroen. Als jonge plant is deze soort gevoelig voor strenge vorst; oudere exemplaren zijn wel winterhard. Hij groeit het beste op een plek met lichte schaduw, maar kan ook prima in de zon staan. Er is weer veel vraag naar Cryptomeria, naar de gewone wilde soort. Nu zijn groene karakteristieke coniferen populair; in de jaren zestig en zeventig waren blauwe of gele coniferen met een symmetrische verschijningsvorm hip.


Picea pungens 'Glauca'

7. Picea pungens 'Glauca'

Deze boom wordt ook wel blauwspar genoemd vanwege de blauwe naalden. Hij is afkomstig uit de VS uit de Rocky Mountains en werd in 1937 naar Europa gehaald, maar pas vanaf 1955 verspreid. Als solitair kan hij 20 tot 25 m hoog worden. Hij is goed bestand tegen vorst, tot wel min 28 graden Celsius, en is wintergroen. Hij is regelmatig vertakt en perfect voor uniforme groei. In de jaren zestig en zeventig was iedereen op zoek naar de perfecte kerstboom in de tuin, liefst ook nog een blauwe.
Deze Picea heeft een halfopen kroon. In wezen is het een wat karakterloze, stijve piramidale boom, met 4-10 cm grote cilindrische kegels, geschikt als kerstboom. Ze worden hier nog steeds gekweekt; de meeste hebben Oost-Europa als bestemming. De boom wordt pas mooi op oudere leeftijd, als hij groot, dik en grillig is, en vooral als er veel ander groen omheen staat. Dan gaat dat blauw mooi op in de massa en is het niet meer zo dominant. Hij is windbestendig, kan niet in verharding en groeit op lichte grond. Vogels vinden de zaden lekker.


Malus 'Golden Hornet'

8. Malus 'Golden Hornet'

Deze boom is in 1949 uit Engeland gehaald als verbeterde versie van 'Winter cold'; hij was met name geselecteerd vanwege de bloei en de vruchten. Later bleek hij matig gevoelig voor schurft. Ook waren de vruchten te zwaar voor de takken, waardoor de kans op takbreuk groot was. Daarna kwamen er betere varianten.
Vogels eten de appels en de boom heeft mooi, frisgroen blad. De appels zijn overvloedig en kitscherig. In oude wijken staat deze Malus ook wel als laan- en straatboom. Hij stelt hoge eisen aan de bodem, moet op vochtige grond staan en is gevoelig voor zeewind. In mei verschijnen er lichtpaarse tot witte bloemen, die bijen aantrekken. Hij werd in de jaren zestig en zeventig vooral als klein boompje aangeplant, maar wordt vandaag de dag meer gekweekt als meerstammige boom of struik.


Crataegus 'Paul Scarlet'

9. Crataegus 'Paul Scarlet'

Mouwen: 'Op de lagere school keek ik vanuit de klas uit op deze overvloedig roze bloeiende meidoorns van 6-8 m hoog. Toen vond ik buiten al interessanter dan binnen. Ik vergeet ze nooit meer.' Ze zijn in 1860 vanuit Engeland geïntroduceerd door W.M. Paul. Ze zijn niet giftig en dragen geen vruchten. Crataegus 'Paul Scarlet' is wel meeldauwgevoelig en oudere exemplaren gingen vaak scheef hangen. Verharding verdraagt hij enigszins. De grondsoort moet stevig zijn, want hij lijkt windgevoelig. Wanneer de kroon heel zwaar wordt, gaat hij hangen, maar als hij in bloei staat, kan dat heel mooi zijn!


'Vanuit de klas zag ik overvloedig roze bloeiende meidoorns; toen vond ik buiten al interessanter dan binnen'

Prunus cerasifera nigra

10. Prunus cerasifera nigra

Deze boom, die in 1916 geïntroduceerd werd vanuit Noord-Amerika, was in de hippiejaren populair en is dat nog steeds. Hij heeft een glanzende schors en kleine enkelvoudige roze bloemetjes van 2 cm doorsnede. Hij bloeit eind maart, begin april, waarna opvallend rood-paars blad verschijnt. Er komen zure, maar eetbare kersen aan. Deze Prunus kan van een struik uitgroeien tot een boom van 6-8 m hoog en is geschikt als park-, laan- en straatboom, maar ook in bermen. Deze boom groeit het beste op vruchtbare, vochthoudende grond. Prunus cerasifera nigra is winterhard, een goede drachtboom, niet giftig en heeft zure, maar eetbare kersen waar vogels dol op zijn.
Een beheertechnisch aandachtspunt: hij maakt extreem veel reactiehout; het is net een knotwilg als je hem snoeit. Als dit reactiehout niet wordt verwijderd, is hij erg takbreukgevoelig. In de herfst blijft hij prachtig op kleur. In de jaren zestig en zeventig is hij veel aangeplant als kleine boom. Tegenwoordig is hij niet alleen als hoogstamboom, maar ook als meerstammige boom te krijgen. Hij kan wel wat last krijgen van meeldauw.


Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Tinka Chabot
donderdag 1 februari 2024
Dit kunnen dan wel retrobomen zijn, ik zou ze nooit aanplanten. Rhus kan woekeren als je de wortels beschadigd, de meidoorn heeft geen vruchten, dus niet interessant en wordt hier niet oud, net als de roodbladige prunus, die ook vaak zodanig gesnoeid wordt dat ie vol waterloten loopt en daar de boomgaardvuurzwam op ontwikkeld. De apenboom is echt een crime, de ceder veel te groot en hoort hier gewoon niet. De zuilvormige Prunus blijft alleen in de jeugdfase smal en zo kan ik nog wel even doorgaan. Er zijn betere soorten beschikbaar.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
AGENDA
Demo Forest 2024
dinsdag 30 juli 2024
t/m woensdag 31 juli 2024
Groentechniek Holland 2024
woensdag 11 september 2024
t/m zaterdag 14 september 2024
Vakbeurs Openbare Ruimte 2024
woensdag 25 september 2024
t/m donderdag 26 september 2024
Fleetexpo
zondag 17 november 2024
Boomfeestdag plantseizoen 2024-2025
woensdag 20 november 2024
t/m woensdag 19 maart 2025

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER