Een kijkje in de Canadese bomenkeuken |
|
|
|
|
| 279 sec |
Canadese boomverzorger met Nederlandse roots pioniert met groeiplaatsverbetering
Altijd leuk: een kijkje in de keuken bij een ander. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan heeft de Canadees Andrew Hordyk in 1999 zijn boomverzorgingsbedrijf Arborwood Service opgericht. Welke uitdagingen spelen er op zijn vakgebied en hoe is het gesteld met de Canadese bomenwereld?
Andrew Hordyk, Arborwood.ca |
Het bedrijf van Andrew Hordyk, wiens ouders Nederlandse roots hebben, ligt op dertig minuten afstand van de beroemde Niagara Falls. Er werken twintig boomverzorgers. De hoofdactiviteiten van het bedrijf zijn boomverwijdering en -verplaatsing, snoeiwerkzaamheden en groeiplaatsverbetering. Aangezien hij regelmatig in Nederland op familiebezoek komt, kan hij Canada en Nederland vergelijken op het gebied van boomverzorging en boombeheer.
|
Nederland loopt qua groen- en boomverzorging vooropen met name op de toepassing van groeiplaatsverbetering op grote schaal
| |
|
Nederland voorop met boomverzorging
'Nederland loopt qua groen- en boomverzorging erg voorop', zo trapt Hordyk af. Hij doelt met name op de toepassing van groeiplaatsverbetering op grote schaal. 'In Canada kent men ook groeiplaatsverbetering met kratten. Na een renovatie worden soms alle bomen op een groot plein voorzien van een krattensysteem met vochtmeters, maar vaak gebeurt dit niet vanwege te weinig budget. Veel stadsbomen staan in te kleine plantvakken in opgespoten zand. Een manier van aanleg die veelvuldig wordt toegepast. Weinig gemeenten hebben een beleid dat zich richt op goede groeiplaatsen.'
Bodemverbetering
Hordyk is met zijn bedrijf wél gebrand op het verbeteren van groeiplaatsen. Hij gebruikt met name compostthee voor groeiplaatsverbetering van stadsbomen. Arborwood is het grootste bedrijf in Canada dat dit soort composttheeën levert. 'Men is in Canada nog niet erg bekend met compost', verklaart Hordyk. Toch loopt de handel in compost goed. Hordyk is gespecialiseerd in het product. Hij vertelt dat de mengsels een nauwkeurig afgestemd geheel vormen van onder meer gestampte alfalfa, lavagesteente, bosgrond en wormenexcrementen. Inmiddels heeft Hordyk een speciale wormenboerderij, waarin wormen verschillende soorten organische voeding toegediend krijgen. Per voedingssoort scheiden de wormen andere uitwerpselen af. Deze verschillende soorten excrementen dienen als het derde bestanddeel van compostmengsels met diverse toepassingen. De rest van de mengsels bestaat uit schimmelcompost.
|
Op bladeren van bomen barst het van de vervuiling. Hierdoor verdwijnt de natuurlijke bescherming en wordt de synergie tussen bladeren en schimmels verstoord.
| |
|
Vervuiling en insecten
In de lente en herfst injecteert Hordyk de bodem met compostthee bij de boomwortels. Daarnaast krijgt de boom, wanneer hij gaat bloeien, nog een sproeibeurt met de compostthee over het bladerdek. Dit wordt na twee weken herhaald en na vier weken nogmaals. Hordyk legt uit: 'Op bladeren van bomen in een stedelijke omgeving barst het van de vervuiling. Hierdoor verdwijnt de natuurlijke beschermlaag van de boom en wordt de natuurlijke synergie tussen bladeren en schimmels verstoord. Voordat wij compostthee aanbrengen op het bladerdek, spoelen we de bladeren schoon. Het resultaat van de compost is vaak dat gele bladeren weer groen worden. Ook wordt de weerstand tegen ziekten verhoogd, mede door het neveneffect dat schadelijke insecten wegblijven.' Hordyk benadrukt: 'Insecten gaan niet dood door de compostthee. Met de compostthee creëren we een omgeving die niet aantrekkelijk is voor schadelijke insecten. Er zitten extracten van schaaldieren in; insecten krijgen daar letterlijk jeuk van.'
Essenprachtkever
Ieder huisje heeft zijn kruisje, zo blijkt wanneer Hordyk vertelt dat er ook ziekten zijn waar zijn composttheeën niet tegen helpen. De essen in Canada worden massaal bedreigd, niet door essentaksterfte, maar door de essenprachtkever. Deze kever arriveerde medio jaren negentig in Detroit en in 2002 in de staat Michigan. Inmiddels houdt hij flink huis in veertien Amerikaanse staten en in Canada. 'De essenprachtkever tast de afgelopen jaren hele productiebossen met essen aan', vertelt Hordyk. 'Hij is inmiddels door de Amerikaanse en de Canadese regering tot plaag bestempeld. Ook geldt er een verbod op essenhandel binnen vastgestelde gebieden. Hiermee hoopt men de verspreiding van de essenprachtkever tegen te gaan.' Hordyk is daarom pessimistisch over de toekomst van de es. 'We hebben zo veel essensterfte gezien, dat een handelsverbod volgens mij geen invloed heeft op de verspreiding van de kever. In de directe omgeving van ons bedrijf staat een bosareaal van 15 hectare; daarvan is zo'n 15 procent es. De essenprachtkever zal hier binnenkort ook toeslaan en ik twijfel er niet aan dat hij alle essen in dit stuk bos zal uitroeien. Gelukkig staan er ook veel andere inheemse boomsoorten. We raken het bos dus niet kwijt.'
Iepenziekte
Een andere ziekte die in Canada stevig huishoudt, is de iepenziekte. De komst van de iepenziekte wordt toegeschreven aan een vracht boomstammen die in 1927 vanuit Nederland werd aangevoerd voor de meubelindustrie in Ohio. Er zouden iepenspintkevers in de boomstammen hebben gezeten. Tussen 1930 en 1989 stierf 75 procent van de hele Amerikaanse iepenpopulatie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bereikte de iepenziekte Canada. Sindsdien heeft de ziekte ook daar hardhandig toegeslagen; over het algemeen is tachtig procent van de iepen aangetast. 'Nog steeds leggen iepen massaal het loodje door de iepenziekte', vertelt Hordyk. 'Behalve langs de kust; daar staan in veel straten en parken nog gezonde volwassen iepen. Langs de kust geldt een streng iepenbeheerprotocol, omdat men daar de monocultuur van iepen in stand wil houden. Een van de maatregelen is het verbod om iepen te snoeien tussen 31 maart en 1 oktober, omdat snoeiwonden in de warmere maanden de iepenspintkever kunnen aantrekken. Er is eenmaal een zieke iep aangetroffen in Alberta, in 1998. Met deze iep is direct korte metten gemaakt en de houtresten zijn afgedekt afgevoerd.'
| Acer saccharum |
|
|
Geen voorschriften
In de rest van Canada gelden niet echt voorschriften voor het kappen van iepen, het ter plekke chippen van iepenhout of het afvoeren van geschild iepenhout. Ook is men in Canada niet op zoek gegaan naar resistente soorten, omdat de iepen - met uitzondering van die aan de kust - niet in de openbare ruimte staan. 'We kappen de zieke iepen gewoon. Er is op de meeste plaatsen genoeg biodiversiteit. Naast de iep hebben we hier vooral suikeresdoorn (denk aan onze nationale vlag), rode esdoorn, Amerikaanse witte eik, rode eik, es, kers, ratelpopulier, zwarte kers, tulpenboom, zwarte walnoot, gewone walnoot en beverboom. Ik geloof ook niet echt in het nut van dit soort regels. We hebben met ons bedrijf menige zieke iep verwijderd, maar die waren al zo ver heen dat de bast losliet en de iepenspintkever niet meer in het hout zat. Die is dan al gevlogen, op zoek naar een andere iep.'
Stormschade
De grootste uitdaging van de afgelopen maanden waren echter niet de boomziekten, maar de ijsstormen die Canada nogal eens teisteren. In december moest Hordyk zijn personeelsbestand uitbreiden van twaalf naar twintig man; hij trok zelfs boomverzorgers uit Nova Scotia aan. Met kerst trok hij er met zijn ploeg op uit om stormschade op te ruimen. Tijdens het opruimen merkte Hordyk een patroon op. 'De weymouthdennen Pinus strobus waren behoorlijk getroffen. Bij bomen met zacht hout was de schade groot, bijvoorbeeld bij essen, zilversparren en wilgen. Door de snelle groei produceren die zwak hout, dat slecht bestand is tegen storm. De kosten voor de verwijdering van omgewaaide bomen die op een huis of in een zwembad zijn gevallen, kunnen oplopen tot duizenden euro's, soms wel twintigduizend.' Daarom wil Hordyk zo veel mogelijk voorlichting geven over soorten die beter bestand zijn tegen (ijs)stormen. 'Kleinere opstanden planten is een betere keuze dan gigantische esdoorns en wilgen', zegt Hordyk. 'Peer ofwel of tamme lijsterbes Sorbus domestica, kornoelje en sering zijn goede alternatieven in Canada. En als men toch iets groots wil aanplanten, moet men denken aan forse eiken, mits de locatie zich ervoor leent om de eiken tot volle wasdom te laten komen.'
Autoriteit van groenbeheerder
In Nederland lijkt men het in de bomenwereld drukker te hebben met groeiplaatsverbetering dan in Canada, en ook met ziektebestrijding door speciaal beheer en het zoeken naar resistente soorten. Als er in Canada een boom ziek is, wordt daar over het algemeen niet te lang over nagedacht en wordt deze vrij snel weggehaald. Ook is men er niet fanatiek op zoek naar resistente soorten. Maar de Canadese boombeheerder heeft, zo lijkt het, meer overredingskracht. Aanzienlijk meer autoriteit dan in Nederland, waar het nogal eens voorkomt dat de groenbeheerder pas wordt geraadpleegd aan het einde van de rit. Hordyk: 'In Canadese gemeenten moet de boombeheerder er altijd als eerste bij geroepen worden als er nieuw wordt gebouwd, of als er nieuwe bewoners in een huis komen die wijzigingen in de tuin of in de openbare ruimte willen aanbrengen. Ook moet de afdeling civiel voorafgaand aan een renovatie of de aanleg van een nieuwe woonwijk eerst overleggen met de groenbeheerder. De boombeheerder is de baas over de bomen, niemand anders.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|