'Boomverzorgers moeten meer kennis van soorten hebben' |
|
|
|
Heidi Peters,
donderdag 21 juli 2022 |
|
| 477 sec |
'We moeten meer soorten kennen en meer soorten naar Nederland halen'
De opleiding tot boomverzorger van Yuverta besteedt ook aandacht aan soortenkennis. Het gaat om een lijst van 127 vrij veel voorkomende bomen die de toekomstige boomverzorger moet kunnen herkennen. Voor veel boomverzorgers is dat een lastige opgave. Toch is het belangrijk, vindt Corik Geurts van Yuverta Boxtel: 'Kennis van het sortiment is de basis van het vak boomverzorging!' Afstuderend boomverzorger Jeroen Braakman van de Nationale Bomenbank vindt 127 veel te weinig, en pleit daarnaast voor de aanplant van exoten in stedelijk gebied. 'Onze bomen gaan het niet redden met de klimaatverandering.'
|
Jeroen Braakman (37) is gek op bomen. En dat is een understatement. Zijn passie is niet klimmen en snoeien; hij gaat voor kennis. Kennis over soorten: welke er zijn, waar ze het beste gedijen, hoe ze zich tot elkaar verhouden enzovoort. 'Toen ik twaalf jaar was, kende ik de meeste van deze 127 bomen al. Dat zeg ik niet om op te scheppen, maar om aan te geven dat ik al mijn hele leven gefascineerd ben door bomen, vooral door alle verschillende geslachten. Deze fascinatie heb ik van mijn opa. Ik heb een aantal jaren gewerkt in Arboretum Trompenburg; daar is mijn passie voor sortiment nog meer aangewakkerd. Na het ETW-examen ga ik zeker verder in het bomenvak. Ik wil ETT'er worden en wil ook graag onderzoek doen.'
| Jeroen Braakman pleit voor exoten in stedelijk gebied |
|
|
De hele wereld in de achtertuin
'Als hobby test ik soorten uit de hele wereld, waar mogelijk in een achtertuin. En ik vraag me al een paar jaar af: waarom wordt er niet meer vernieuwd? Door mijn werk bij de Nationale Bomenbank zie ik dat er in de steden veel mogelijk is. Vergroening van steden is, naast veiligheid, een van de belangrijkste taken die wij hebben als boomverzorgers!'
Volgens Braakman is verandering in het Nederlandse bomensortiment noodzakelijk. 'We hebben te maken met sterk wisselende seizoenen: droger, natter, temperatuurextremen van dag tot dag en ook het klimaatgemiddelde neemt maar toe. Ik merk dat het idee van verandering van het bomensortiment in Nederland niet populair is, maar in mijn ogen is het noodzakelijk. Ook het hitte-eilandeffect speelt in de stad een belangrijke rol. Een stad is als het ware een warm eiland, zeker in de zomer, terwijl de omliggende gebieden vaak enkele graden koeler zijn. Tegelijkertijd zijn bomen in een stad van levensbelang om steden bewoonbaar te houden. Een grote boom heeft de functie van een airconditioningsysteem in de almaar heter wordende straten.'
Tien exoten voor Nederland
Braakman introduceert tien boomsoorten die zijns inziens het proberen waard zijn in de warmer wordende steden. Enkele hiervan zijn al beperkt verkrijgbaar, andere niet. Hij keek bij zijn selectie naar vatbaarheid voor ziekten, aantastingen en plagen en naar resistentie tegen klimaatextremen. 'Gek genoeg wordt er in Nederland vrijwel niet gekeken naar droogteresistente soorten uit bijvoorbeeld Mexico, Californië en Texas. Ook soorten uit Azië, met name China, hebben alle potentie om de straatbomen van de toekomst te worden. Ook vreemd is dat er nagenoeg geen eiken worden geplant, terwijl die veel diversiteit kennen. Men is bang is dat ze ten prooi vallen aan de eikenprocessierups. Ook delayed incompatibility oftewel uitgestelde onverenigbaarheid speelt een rol. Die angst is niet nodig, want de eikenprocessierups past zich wel aan aan andere eikensoorten, maar de plaagdruk is nooit zo hoog als bij Quercus robur, de zomereik.
Ik verwacht dat de grootste overlast van EPR overwonnen kan worden als er divers aangeplant wordt en geen monocultuur van zomereik, zoals het straatbeeld in grote delen van Noord-Brabant is. Paardenkastanje wordt weinig geplant in verband met de mineermot en bloedingsziekte, maar niet elk soort is daar vatbaar voor. Uiteraard moet de diversiteit wel passen in de omgeving. Je plant geen Mexicaanse bomen langs een polderweg. Maar een lijsterbes in de stad behoort steeds meer tot het verleden, omdat de steden almaar heter worden. Duurzame bomen op duurzame groeiplaatsen, dat is wat telt. Niet elke boom kan overal groeien. Er zijn soorten die het goed zouden doen in een park, maar ook in wijken, als men de juiste keuzes maar maakt. Maar dat is veel te vaak niet vanzelfsprekend. Ik focus op de stad, omdat daar veel problemen ontstaan door opwarming.'
1: Aesculus wilsonii (Chinese paardenkastanje)
'Deze Chinese soort is een goede vervanger van de gewone paardenkastanje en is verwant aan de Indische kastanje (Aesculus indica). Hij hoort absoluut een plaats te krijgen in stadsparken. Deze boom is vrij van ziekten en aantastingen (bloedingsziekte en mineermot). Hij bloeit wit, net als de gewone paardenkastanje, maar de bloei vindt later plaats, zo half juni. De echte sieraden van deze boom zijn de mooie ronde kroon en het donkerrood uitlopende blad met witte beharing. Het blad is zeventallig, net als bij Aesculus hippocastanum, maar de bladrand is slechts zeer licht gezaagd. Deze boom doet enigszins tropisch aan vanwege het grote glimmende blad. Grote exemplaren van deze soort zijn mij nog niet bekend, maar ik verwacht dat het een boom van de tweede grootte is, tot zo'n 15 meter.'
| Bloesem van Chinese paardenkastanje |
|
|
| Aesculus wilsonij (Chinese paardenkastanje) |
|
|
2: Acer monspessulanum (montpellier-esdoorn)
'Deze esdoorn, die enigszins lijkt op Acer campestre, de veldesdoorn, komt uit Zuid-Frankrijk. In de volksmond wordt hij ook wel montpellier-esdoorn genoemd, naar de stad Montpellier. Hij groeit van nature in bergachtig gebied. Het is een boom van de derde grootte, die in Nederland een hoogte van maximaal 8 meter zal bereiken. Hij is zeer goed bestand tegen droogte en zal zich thuis voelen in warme steden. De kroon is ovaal en verdraagt snoei goed, net als de veldesdoorn. Het kleine blad is drielobbig en donkergroen.'
| Acer monspessulanum (montpellier-esdoorn) |
|
|
| Het drielobbige blad van de montpellier-esdoorn |
|
|
3: Tilia henryana (gewimperde linde)
'Deze mooie soort, die van nature groeit in Centraal-China, verdient een plaats waar hij kan uitgroeien tot een mooie boom. Zoals elke linde verdraagt hij snoei goed, maar hij komt beter tot zijn recht in brede groenstroken en parken. De naam dankt hij aan de lange uitsteeksels op de bladrand, die op wimpers lijken. Het is een erg mooie soort, die vrij is van ziekten en plagen. Deze boom zal in Nederland een hoogte van 15 à 20 meter bereiken. Het blad loopt bronskleurig uit en verkleurt naar olijfgroen. De herfstkleur is geel, zoals bij de meeste lindesoorten. Deze boom houdt van enige beschutting en relatief veel warmte. Het is een boom voor de stad.'
| Tilia henryana |
|
|
| De gewimperde linde dankt zijn naam aan de vorm van het blad |
|
|
4: Acer macrophyllum (grootbladige esdoorn)
'Deze mooie soort uit de Verenigde Staten vormt een mooie ronde kroon en zal in cultuur een hoogte van zo'n 15 meter bereiken. Vanwege het grote blad is het een opvallende soort voor parken. De kroon is ovaal. De bladeren waaraan hij zijn naam dankt, worden zo'n 30 centimeter groot; de herfstkleur is geeloranje. Het is een mooie esdoorn, die je helaas vrijwel nooit ziet. Onbekend maakt onbemind?'
| Acer macrophyllum (grootbladige esdoorn) in het groen |
|
|
| De boom heet niet voor niets de grootbladige esdoorn |
|
|
5: Quercus rysophylla (Engelse naam: loquat leaf oak, eik met blad dat lijkt op Japanse mispel (Eriobotrya))
'Deze groenblijvende eik uit de bergen van Mexico is al aan een opmars bezig in Nederland. Ik noem hem toch, omdat hij bij veel mensen nog onbekend is. Hij is verwant aan Quercus rubra, maar heeft donkergroen diep generfd blad dat niet gelobd is. Deze boom bereikt in cultuur een hoogte van zo'n 12 meter, is bestand tegen harde wind en is winterhard. Wel moet deze soort op de juiste onderstam worden geënt; anders zal het blad eerder geel zijn dan groen. Ook wordt er geëxperimenteerd met het vegetatief vermeerderen van deze eik door middel van stek. Het is een boom die goed tegen droogte kan, absoluut een toekomstige straatboom! Vermeerdering door zaaien kan, maar zuivere zaden zijn helaas niet voorhanden. De meeste eiken laten zich makkelijk kruisen.'
| Quercus rysophylla is een goede straatboom |
|
|
| Het diep generfde blad |
|
|
6: Quercus suber (kurkeik)
'Deze alom bekende boom uit het Middellandse Zeegebied is misschien wel een van de geschiktste bomen voor luxueuze stadscentra. Met zijn mooie gegroefde bast, waaruit kurk gewonnen wordt in het herkomstgebied, is het een goede droogteresistente soort, die elk plein een mediterrane sfeer zal geven. In Nederland groeit deze boom traag, maar gestaag. Hij is bladhoudend. Groenblijvende bomen vragen meer voeding dan bladverliezende soorten, maar op de juiste plaats is dit vooral een duurzame keuze. Het is geen boom voor "zomaar ergens", aangezien hij niet goedkoop is.'
| Quercus suber |
|
|
| Geen boom voor 'zomaar ergens', want hij is niet goedkoop |
|
|
7: Quercus variabilis (Chinese kurkeik)
'Zoals de naam al zegt, is dit een Chinese soort en lijkt de bast wat op die van de echte kurkeik. Het blad is lancetvormig, met korte stekeltjes, enigszins zoals bij de tamme kastanje. De onderzijde van het blad is wit viltig behaard. Deze eik is verwant aan Quercus cerris en zal het goed doen als straatboom. Het is een sierlijke boom met enigszins afhangende, maar niet treurende takken. De kroon is smal piramidaal. Hij zal in Nederland blijven steken op een meter of 15. Het is dus een boom van de tweede grootte, wat mij betreft zeer geschikt voor woonwijken, maar minder voor bij doorgaande wegen.'
| Quercus variabilis (Chinese kurkeik) |
|
|
| Het blad van Quercus variabilis |
|
|
8: Quercus affinis (een Mexicaanse eik, heeft geen Nederlandse naam)
'Het geslacht Quercus is enorm groot, vandaar ook vier nieuwe eiken in deze lijst. Wereldwijd zijn er zo'n 450 tot 500 soorten, dus waarom niet verder kijken? Deze soort heeft klein donkergroen glimmend blad, dat opvallend rood uitloopt en een absolute blikvanger is. Ook het sint-janslot heeft deze kleur. Deze eik is te vermeerderen uit stek en dat vergroot de commerciële kans van deze Mexicaan. Hij heeft een sierlijke groei, wat deze soort geschikt maakt voor brede groenstroken en kleine parkjes waar hij mooi kan uitgroeien. In tegenstelling tot veel eiken vormt hij een mooie doorgaande spil - niet geheel onbelangrijk. Deze soort heb ik in mijn achtertuin staan. Hij groeit snel, wat vanuit commercieel oogpunt een voordeel is. Hij verdraagt droogte goed en heeft vrijwel geen schade opgelopen door de invallende vrieskou van februari vorig jaar.'
| Quercus affinis |
|
|
| Het later in het seizoen rood uitlopende blad is een absolute blikvanger |
|
|
9: Tetradium daniellii (bijenboom)
'Zoals de naam al doet vermoeden, zijn bijen gek op deze boom. Hij wordt onder andere toegepast in boomgaarden, om een goede bestuiving van de fruitrassen te garanderen. Deze boom wordt al mondjesmaat toegepast in woonwijken, maar wat mij betreft nog veel te weinig. Dat geldt zeker als we een ander probleem willen oplossen, de terugloop van bijenpopulaties. Het is een mooie sierlijke boom, die niet heel groot wordt. Toevallig staan er een aantal in mijn eigen wijk; deze zullen nu ongeveer 8 meter hoog zijn. Ik verwacht dat deze bijenboom zo'n 15 meter hoog kan worden. Hij groeit snel, mits op de juiste plaats. Het blad is evenredig geveerd (tegenover elkaar staande deelbladeren). De bloei waar bijen zo gek op zijn, verschijnt begin juni in grote trossen. Deze boom is makkelijk te kweken vanuit zaden. Hij komt van oorsprong uit China en Korea.'
| Tetradium daniellii (bijenboom) |
|
|
| Blad van de bijenboom |
|
|
10: Pinus pinea (parasolden, echte pijnboom)
'De alom bekende pijnboom uit het mediterrane gebied is wat mij betreft een goede aanvulling op het bestaande sortiment coniferen in Nederland. Hij verdraagt matige vorst en kan veel fijnstof opvangen met zijn dichte kroon van donkergroene naalden. Al van oudsher is deze boom in zijn natuurlijke verspreidingsgebied en ver daarbuiten geliefd vanwege de eetbare zaden (pijnboompitten). Dit maakt hem wel minder geschikt voor bij parkeerplaatsen. Hij vormt een mooie bolronde kroon, die op latere leeftijd meer parasolvormig wordt. In Nederland zal hij blijven steken op een hoogte van ongeveer 8 meter, verwacht ik. Het is een uitermate geschikte soort voor de warme steden omdat hij veel droogte kan verdragen. Brede middenbermen, waar de kroonprojectie binnen valt, zijn in mijn ogen goede plaatsen voor deze boom. Zo krijgen we met het mediterrane weer ook de mediterrane sfeer in Nederland!'
| Pinus pinea (parasolden, echte pijnboom) |
|
|
| De jonge pijnboom is bolvormig en krijgt later de karakteristieke parasolvorm |
|
|
Braakman: 'Voor mijn lijst heb ik gebruikgemaakt van de volgende bronnen: -Trees and shrubs Online -Boomkwekerij Ebben -Boomkwekerij van der Berk -Bomen, vakblad voor de boomverzorging -Eigen kennis Sommige van deze bomen zijn al in de handel, andere niet. Voor mij is het duidelijk dat men verder moet kijken dan het huidige sortiment en zal moeten uitwijken naar soorten uit warmere streken, om ons Nederlandse bomenbestand klimaatbestendig te maken en te houden.'
|
| Corik Geurts, Yuverta |
|
|
Sortimentskennis bij Yuverta
Coördinator Corik Geurts van Yuverta geeft les aan toekomstige boomverzorgers. 'Veel studenten gaan glimmen bij de gedachte aan klimmen en zagen. Dat is inderdaad een belangrijk onderdeel van het vak en de opleiding, maar sortimentskennis is ook belangrijk. Stel dat je een formulier voor een boomveiligheidskeuring moet invullen. Het eerste wat je moet invullen, na je eigen naam, is de naam van de boom. Fijn als je die weet. Of je komt bij een particulier die je om advies vraagt en de eigenaar weet wel wat voor boom er in zijn tuin staat, maar jij als boomverzorger niet. Dat kan niet de bedoeling zijn.' Volgens Geurts is het belangrijk om sortimentskennis te hebben en om open te staan voor nieuwe soorten. 'Samen met Yuverta Velp bespreken we hoe we dit breder kunnen trekken. Nu werken we op basis van een platte lijst van 127 soorten die de ETW'er moet kennen. Doordat veel deelnemers uit de hoveniershoek komen of een opleiding bos en natuur hebben gedaan, kennen zij al best veel planten. Maar er zijn ook veel zij-instromers en voor hen is het vaak lastig om deze 127 soorten te herkennen. In hun werk komen zij ook struiken tegen zoals hazelaar, Gelderse roos, vlier, heel alledaagse dingen die ze niet kennen. Voor een ETW'er vind ik het essentieel om ook deze te kennen. Daarom is de lesstof uitgebreid met 15 veel voorkomende inheemse struiken.'
Het ETW-examen richt zich alleen op bomen en dat ligt voor de hand, vindt Geurts. 'Maar wij vinden het belangrijk dat de studenten naast bomen en struiken ook een paar kruidachtige planten kennen. Vooral gewassen die problemen opleveren in plantsoenen, zoals Japanse duizendknoop en reuzenberenklauw. Dus kijken we op de opleiding inmiddels wat breder naar het assortiment. Ook herkenning van een aantal veel gebruikte houtsoorten en hun eigenschappen is van wezenlijk belang. Hieraan besteden we dan ook aandacht in de opleiding.'
Braakman vindt de lijst van de opleiding verouderd en te veel standaard: 'Wanneer ik in straten en lanen snoei, kom ik tientallen bomen tegen die niet in die lijst staan en waarvan velen niet weten wat voor bomen het zijn. Ik heb begrepen dat veel ETW'ers zakken op dit onderdeel. Ik ben misschien een vakidioot, maar de lessen hebben volgens mij weinig diepgang als het gaat om klimaatadaptatie. Het gebrek aan sortimentskennis zie ik ook als een groot probleem bij grote groenbedrijven. Als we zo doorgaan, zijn er over tien jaar alleen nog maar ETW'ers die de standaardsoorten kennen en meer niet. Ik vind dat zorgelijk.'
|
De foto van Aesculus wilsonii is gemaakt door Jeroen Baardman. Alle andere boomfoto's zijn gemaakt in de Iturraran Botanical Gardens in de Baskische regio in Spanje. De fotograaf is Francisco Garin.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|