Windschade aan bomen in Eindhoven wijst uit: inzetten op preventie |
|
|
|
|
| T. van Dalen MSc, Boomtechnisch adviseur (Tree-O-Logic),
dinsdag 13 juli 2021 |
 |
| 122 sec |
Technische boomschade-analyse na windschade
Het is algemeen bekend dat bomen flink wat schade kunnen ondervinden van forse windstoten. Naast het feit dat dit veelal hoge (schade)kosten met zich meebrengt, kan het ook leiden tot hoge veiligheidsrisico's voor de mens.
Het voorkómen van windschade aan bomen is daarom van groot belang, zeker in dichtbevolkte gebieden. Ook de gemeente Eindhoven zet in op onderzoek en preventieve beheersmaatregelen om boomschade te beperken. In opdracht van de gemeente heeft boomtechnisch adviesbureau Tree-O-Logic uit Harskamp een technische boomschade-analyse uitgevoerd naar aanleiding van een recent geval van windschade in de stad.
In de late avond van 4 juni 2019 passeerde in Eindhoven een actieve buienlijn met daarop zware valwinden (KNMI-station Eindhoven: 93 km/u). Uit de meetdata van het KNMI blijkt dat het in Eindhoven sinds 1971 in de periode van mei tot en met september (het bladseizoen) slechts viermaal tot zwaardere windstoten is gekomen. Hoewel het aantal zware windstoten jaarrond de afgelopen decennia niet is toegenomen, lijkt er wel een verschuivende trend waarneembaar naar meer zware windstoten tijdens het zomerhalfjaar. Dit komt overeen met het verwachte klimaatpatroon van het KNMI dat zich vooral in de zomerperiode frequenter zwaardere buien gaan voordoen. Zware windstoten tijdens het bladseizoen leiden vaak tot veel schade aan bomen. Dit was ook het geval in Eindhoven. Van de individueel geregistreerde bomen waren er verspreid door de stad 495 omgewaaid of afgebroken. Het merendeel hiervan stond geregistreerd als veilig of conditioneel voldoende.
|
|
Verspreid door de stad waren er 495 bomen omgewaaid of afgebroken. Het merendeel stond geregistreerd als veilig of conditioneel voldoende
| |
|
Windschade
In verhouding tot het totale bomenbestand per soort kwam de meeste windschade voor bij de smalbladige es en de valse acacia. De meest voorkomende straatboomsoort, de zomereik, had daarentegen nauwelijks windschade. Vooral nabij open of halfopen gebieden raakten opvallend veel bomen beschadigd. Ook tussen de bebouwing werd plaatselijk veel boomschade geconstateerd, waarbij het venturi-effect (windversnelling bij een vernauwing) een rol speelde.
 | | Stormschade in Eindhoven |
|
|
De conclusie was dat stormschade bij bomen in stedelijk gebied ook in de toekomst niet volledig te voorkomen is. Preventieve maatregelen kunnen de schade echter wel beperken. Vanwege de toenemende vraag naar bomen in stedelijk gebied is het van groot belang dat het bomenbeleid en -beheer gericht is op preventie. In het bestaande beleid en beheer is dit op veel fronten al voldoende geborgd. Er zijn echter nog wel aandachtspunten, die hieronder worden benoemd.
|
|
De conclusie: stormschade bij bomen in stedelijk gebied is ook in de toekomst niet volledig te voorkomen. Preventieve maatregelen kunnen de schade echter wel beperken
| |
|
Aanplantkeuze
Zo is het belangrijk dat bij de aanplantkeuze beoordeeld wordt of de boom geschikt is voor de betreffende locatie. Zo niet, dan moeten de juiste groeiplaatsomstandigheden gecreëerd worden of er moet gekozen worden voor een andere boom. Daarbij is meer aandacht nodig voor de ondergrondse geschiktheid, aangezien die bepalend is voor de groei en stabiliteit van de boom. Naast de beleidsmatige voorwaarden moeten ook deze boven- en ondergrondse groeiplaatsvereisten in de opdrachtomschrijving te staan, waarbij toezicht hierop en handhaving hiervan niet mogen ontbreken.
Een ander aandachtspunt is extra aandacht voor overbelasting in de kroon bij de boomveiligheidscontrole (BVC). Als dat het geval is, is het belangrijk om dit te ondervangen met een veiligheidsmaatregel. Het is de taak van de toezichthouder om de inspecteurs hierover te informeren en te controleren. Daarnaast is op specifieke locaties gericht nader onderzoek raadzaam, bijvoorbeeld naar ondergrondse groeiplaatsomstandigheden met betrekking tot windworp, of onderzoek naar de breukvastheid van (oudere) bomen die bekendstaan om hun takbreukgevoeligheid, zoals populieren en acacia's. Tot slot zijn voortdurende monitoring van windschade aan bomen en een regelmatige evaluatie ervan belangrijk om meer inzicht te krijgen in het voorkómen van toekomstige windschade aan bomen.
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
