Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Fladderiep 2.0 op de Veluwe

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Heidi Peters, donderdag 11 maart 2021
186 sec


Met terugkeer natuurlijke beekdal ontstaat weer ruimte voor zeldzame soorten

De fladderiep. Het lijkt een Annie M.G. Schmidt-woord, een beetje in de stijl van de Petteflet, maar het is een heuse boom. Een iep, dus. Een zeldzame iep, ook. Een sterke boom, minder vatbaar voor de iepziekte dan de - eveneens wilde - gladde en ruwe iep. Er zijn er echter niet zoveel; zeg maar gerust dat de boom zeldzaam is. Langs de Leuvenumse Beek op de Veluwe stond een relictpopulatie, die langzaam maar zeker werd ingesloten in een te donker bos. Waterschap Veluwe-Vallei en Natuurmonumenten deden er wat aan.

Fladderieplaagte met bronpopulatie
Fladderieplaagte met bronpopulatie

Foto's: Maarten Veldhuis en Ralf Verdonschot

Maarten Veldhuis is adviseur robuust watersysteem bij Waterschap Vallei en Veluwe. 'Waar we heen willen voor een sterke natuur, met biodiversiteit en een goed leefklimaat, daar houd ik mij mee bezig', legt Veldhuis desgevraagd uit. 'Veel mensen hebben nog steeds niet door hoe onmisbaar water is, al begint het urgentiegevoel wel te komen. Maar het watersysteem in Nederland is niet zo robuust meer. Intrinsieke motivatie drijft mij om daar iets aan te doen. Daarom vind ik wat we in het Leuvenumse Bos hebben gedaan ook zo mooi.'

Te donker voor fladderiep

Langs de Leuvenumse Beek stonden veel beuken en naaldbomen, bedoeld voor de houtoogst. Aan de oever van de beek stond een bronpopulatie volwassen fladderiepen in een vochtige laagte. De fladderiep is een inheemse soort, maar is weinig aangeplant in het verleden. 'We zouden daar graag meer exemplaren van zien, maar de beek in de toenmalige vorm en de omgeving, het donkere bos, lieten spontane verjonging niet toe', legt Veldhuis uit.


'Dat we zaailingen van de fladderiep vonden, is een bevestiging dat we het juiste hebben gedaan'

'In een tijdsbestek van vijf jaren hebben we de beek over een lengte van pakweg zes kilometer een meter opgehoogd door middel van suppleties, met zand van het Hulshorsterzand, een zandverstuivingsgebied. De beek was in de loop der jaren namelijk verworden tot een soort kanaal met steile oevers en te snel stromend water. Hierdoor werd het bos te droog. De oevers konden geen water onttrekken aan de beek. Het water kon er niet uit en er was geen afwisseling meer van nat en droog, van lichte en donkere plekken. Dat heb je allemaal nodig voor biodiversiteit. Ook kwamen wilde zwijnen er niet meer drinken omdat de hellingen te steil waren geworden. Nu, na vijf jaar, is er veel veranderd.'

Omvallen bij bosjes

In opdracht van het waterschap en in nauwe samenwerking met Natuurmonumenten zijn in 2014 tachtig houtpakketten in de beek aangebracht en is er zes jaar lang zand gelegd op ongeveer vijftien plaatsen langs de beek. Het water bracht vervolgens zelf het zand naar de locaties, waardoor het beeksysteem geleidelijk opgehoogd werd. Veldhuis: 'Gedurende vijf jaar hadden beek en bos de tijd om zich opnieuw te vormen. Er zijn zelfs weer moerasachtige situaties ontstaan. Dat betekent dat de bodem te nat is geworden voor bepaalde soorten, zoals beuken en naaldbomen. Wanneer er een fikse regenbui is geweest, staan delen van het bos onder water. De soorten die daar niet van houden, vallen bij bosjes om, naast en over de beek. Zo is daar langzaam maar zeker weer een natter en opener bostype aan het ontstaan en wordt het straks weer het bos dat daar ooit was. Bij "ooit" moet je denken aan de periode na de ijstijd. De Veluwe was bosrijk, maar er waren ook veel moerassen, vennen en natte bostypen op de flanken. Het was een systeem dat water afgaf aan de bodem, een doorstroommoeras, en dat wordt het nu weer.'


Ralf Verdonschot van WUR ontdekte zaailingen van de fladderiep
Ralf Verdonschot van WUR ontdekte zaailingen van de fladderiep

Droge Veluwe

Voor het herstel van de Leuvenumse Beek werkte waterschap Vallei en Veluwe samen met Natuurmonumenten. 'Het was een innige samenwerking. Wij, het waterschap, zijn de waterbeheerder, verantwoordelijk voor waterbeheer en -kwaliteit. Natuurmonumenten is de boseigenaar en heeft uiteraard natuurdoelstellingen. We overleggen over alles en die samenwerking heeft geleid tot dit project.' Ook WUR was er nauw bij betrokken. Onderzoeker Ralf Verdonschot, aquatisch ecoloog, post op zijn Twitteraccount regelmatig berichten over de impact van (geen) water op de natuur. Hij nam studenten mee naar het gebied en was degene die begin september 2020 zaailingen van de zeldzame fladderiep ontdekte. 'Inmiddels wordt de oever weer bezocht door wilde zwijnen en herten', vertelt Veldhuis. 'Die laatste eten graag loof, dus de fladderiep is kwetsbaar.'


'Gedurende vijf jaar hadden bos en beek de tijd om zich opnieuw te vormen'

Bijvangst

Vanzelfsprekend hadden de samenwerkende partijen zich doelen gesteld ten aanzien van het herstel van de oorspronkelijke natuurlijke situatie. Onder die doelen viel de terugkomst van bepaalde libellesoorten en van specifieke vissen. 'De fladderiep was geen doel. Je kunt het bijvangst noemen. De terugkomst hiervan is voor ons in ieder geval een bevestiging dat we het juiste hebben gedaan. Nog beter, zelfs; het is prachtig om te zien dat een zeldzame, inheemse soort nu weer terugkomt. We hebben teruggehaald wat door de mens jarenlang is belemmerd of weggehaald. De herstelkracht van de oorspronkelijke natuur laat zich zien.'


In vijf jaar tijd kreeg de beek zijn oorspronkelijke loop en functie terug
In vijf jaar tijd kreeg de beek zijn oorspronkelijke loop en functie terug

Leuvenumse Beek in cijfers

Cijfers geven helemaal een duidelijk beeld van de 'verbeking'. Waar er aan het begin van het Leuvenumse Bos 10 miljoen m3 water in gaat via de beek, kwam er voorheen ook ongeveer diezelfde hoeveelheid uit en in het Veluwerandmeer terecht. Nu blijft van die 10 miljoen m3 water 6 miljoen m3 in de omgeving van de beek en het bos achter, water dat wordt vastgehouden en in de ondergrond infiltreert. De grondwatervoorraad wordt aangevuld. Het zand dat samen met de houtpakketten zorgde voor de nieuwe waterloop, komt van slechts 2 km verder, waar Natuurmonumenten op de Veluwse zandvlakten bezig was met een herstelproject. In zes jaar tijd is er 8000 m3 zand in de beek gelegd.


LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
GREEN OUTLET
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER