Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Is er nog leven na bespuitingen?

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Karlijn Raats, vrijdag 4 september 2020
438 sec


'Vroeg behandelen heeft nauwelijks neveneffecten; er is nog volop leven in de bomen'

Een succesvol en slim frame, zo zou je het persbericht kunnen noemen dat de Vlinderstichting dit voorjaar uitbracht met als titel 'Meer dan de helft van de gemeenten spuit tegen de eikenprocessierups'. De onderliggende boodschap van het frame is dat spuiten per definitie slecht is voor de biodiversiteit en zorgt voor 'lege' eikenbomen.


Volgens Silvia Hellingman is dat niet het geval. Zij stoort zich aan de zogenaamde deskundigen die hier zonder echt onderzoek een mening over hebben, en toont met een eigen beperkt onderzoek aan dat de schade volgens haar alleszins meevalt.
De Vlinderstichting nam het standpunt in dat biologische middelen zoals de insectparasitaire nematode Steinernema feltiae en het bacteriepreparaat Bacillus thunringiensis slecht zijn voor de biodiversiteit, en ook ruim 100 onschadelijke nachtrupsen doden. Tweede Kamerlid Frank Wassenberg van de Partij voor de Dieren stelde daarop zelfs Kamervragen over de veiligheid van bespuiting met nematoden en bacteriepreparaten. Onderzoekster en entomologe Silvia Helligman, die al tientallen jaren in het veld te vinden is en al haar wetenschappelijke onderzoeken zelf uitvoert, vindt dit ongefundeerd. 'Er is nu veel maatschappelijke onrust, mede door het op één hoop vegen van alle spuitmethoden. Daardoor wordt snel de conclusie getrokken dat de gemeenten fout bezig zijn en worden ze letterlijk beschuldigd van het uitmoorden van de natuur door het gebruik van gif.'


Hellingman besloot tot de inventarisatie na veel commotie en telefoontjes, zelfs van politieke partijen. Ze voerde deze twaalf weken durende inventarisatie uit vanaf begin mei, vlak na de nematodenbespuitingen van dit jaar. Dat deed ze in meer dan 120 bomen op twaalf locaties in de gemeenten Westerveld en Weststellingwerf. Ze onderzocht de vraag: is er nog leven in eiken na nematodenbespuitingen? Bij het aantreffen van insectensoorten maakte ze telkens een foto, inclusief gps-coördinaten, en stuurde die op naar de Vlinderstichting. Enkele van deze foto's staan in dit artikel afgebeeld. Hellingman deed de inventarisatie samen met Gerard Brand van Brand Boomverzorging, een bedrijf dat zich overigens niet bezighoudt met bespuiting en geen belangen heeft in deze kwestie. De Vlinderstichting had liever een wetenschappelijk onderzoek gezien en legde deze inventarisatie naast zich neer.
Volgens Hellingman toont de inventarisatie aan dat er nog volop leven in de eiken is na bespuiting, in tegenstelling tot wat de Vlinderstichting beweert.


Grote wintervlinder, Erannis defoliaria
Grote wintervlinder, Erannis defoliaria

Resultaten inventarisatie

De resultaten van de inventarisatie bleken vrij homogeen te zijn. Hellingman: 'Op alle locaties zagen we levende rupsen van spanrupsen, voorjaarsuilen, ringelrupsen en bladrollers. Ook bladwesplarven waren massaal aanwezig en daarnaast de bekende snuitkevers, meikevers, allerlei vliegen en wantsen. Kortom, er was volop leven in de eiken. De bewering dat nematoden alles in de eiken doden, zo'n honderd soorten, is niet terecht. Door de tijdige bespuiting is er nog volop leven in de eiken. Vergeleken met niet-bespoten locaties is er geen verschil te zien.'
Gerard Brand, die bij de inventarisatie aanwezig was, bevestigt: 'Ik kan niet spreken van een rijk insectenleven op de inventarisatielocaties, maar waar vind je dat nog in Nederland? We zijn tegenwoordig al blij wanneer we een bij zien. Maar feit is dat we nog allerlei soorten aantroffen tijdens de inventarisatie.' Hellingman legt de bal nu bij de Vlinderstichting. 'Wie stelt, die bewijst. Daarmee bedoel ik: wie een bewering doet, moet zelf komen met stavend bewijs. Maar dit blijft tot nu toe uit. Niemand is nog naar buiten geweest om zelf te gaan kijken. Er wordt iets gezegd wat zeer kwalijke gevolgen heeft gehad.'


Kleine wintervlinder, #LOperophtera brumata$L

Verschil nematoden en bacteriepreparaten

In principe geeft bespuiten met Bacillus thuringsiensis of nematoden wel nevenschade onder andere rupsen of dieren, voor zover deze op het moment van bespuiten in de boom aanwezig zijn. Hierover schreef Henk Vlug eerder dit jaar in Boomzorg. Duidelijk is in elk geval dat er een ander sentiment heerst over Bacillus thuringsiensis en nematoden dan een paar jaar geleden. Toen was er geen enkele tegenstand tegen deze biologische middelen, maar inmiddels is er volop kritische belangstelling voor deze toepassingen.


Voorjaarsuilrups, #LOrthosia gothica$L
Hellingman: 'Ten eerste moeten nematoden en bacteriepreparaten niet over één kam worden geschoren. Dit zijn verschillende toepassingen. Nematoden zet je vroeg in, in april, wanneer er nog geen blad aan de boom zit en er nog geen andere soorten in de boom zitten. Bt zet je in wanneer er wel blad aan de boom zit, in mei.'
Hellingman ontkent overigens niet dat nematoden ook andere insecten kunnen doden. 'Maar je moet de nematodeninzet koppelen aan het juiste moment van bespuiten. Als je begin en medio april spuit, zitten er bijna nog geen andere rupsensoorten in de bomen. Eikenprocessierupsen zijn namelijk niet afhankelijk van bladgroei in het eerste larvale stadium. Ze vreten aan de knoppen. Nematodenbestrijding is erop gericht om zoveel mogelijk van deze jonge rupsen te doden. Pas als er blad aan de bomen komt, verschijnen er andere soorten', legt ze uit. De Vlinderstichting merkt op dat er in de maand april ook al onschadelijke nachtvlinders in het rupsenstadium aanwezig zijn in eiken. 'Als ze er al zijn, zijn ze er in minimale aantallen. Het advies is om op risicovolle locaties met bedreigde vlindersoorten niet te bespuiten, enkel curatief te bestrijden. Mochten er in het vroege voorjaar, voordat er blad aan de bomen zit, al wat andere rupsensoorten zijn, dan is de nevenschade minimaal. De werkzame stof in nematoden is namelijk van korte duur', verklaart Hellingman. 'Nematoden gaan in de buitenlucht binnen enkele uren dood als ze geen gastheer hebben gevonden.'


Zodra de knoppen beginnen uit te lopen vanaf medio april, vervellen eikenprocessierupsen naar het tweede larvestadium. Rond die tijd komen de eerste voorjaarsrupsen uit. Zij zijn wél afhankelijk van bladgroen. Dan wordt er gespoten met het bacteriepreparaat Bacillus thuringsiensis. Volgens Hellingman doodt dit middel allerlei rupsen die wel afhankelijk zijn van bladgroen en op dat moment aanwezig zijn in de bomen, evenals rupsen in de onderliggende beplanting, maar nooit alles: 'Ik heb tijdens inventarisaties nog behoorlijk wat andere insecten en dieren waargenomen op plekken waar met Bt was gespoten. Je moet met Bt natuurlijk niet gaan spuiten in vogelrijke gebieden of tijdens de broedperiode, want dan kun je vogelsterfte verwachten door voedseltekort. Maar voor zover ik weet, is dat nergens het geval.'

Verschillende voorjaarsspanners, waaronder de kleine gevlekte voorjaarsspanner, #LAgriopis leucophearia$L

Afgewogen besluit vanuit zorgplicht

De keuze voor biologisch preventief spuiten wordt door partijen met zorgplicht weloverwogen gemaakt. Dit stellen de gemeenten Weststellingwerf en Westerveld, die de keuze hebben gemaakt om te spuiten met nematoden. 'We doen niet zomaar wat', aldus Gertjan Dieters van de gemeente Westerveld. 'Wij hebben bewust gekozen voor nematoden, omdat deze methode, indien goed en op tijd toegepast, voor minimale nevenschade zorgt.'


Minimale nevenschade is niet hetzelfde als géén nevenschade, maar de vraag rijst of 100 procent selectiviteit überhaupt mogelijk is. Overheden hebben bovendien een zorgplicht. Hellingman beargumenteert: 'Je kunt het standpunt innemen dat elke gedode ongevaarlijke vlinder er één te veel is, maar je kunt - op basis van ethische argumenten - ook beredeneren dat er op risicolocaties zoals bij scholen, bij bejaardenhuizen en in recreatiegebieden zwaarder geschut ingezet moet worden. Afgezet tegen de potentiële omvang van de gezondheidsklachten bij burgers is de inzet van nematoden op deze plekken volledig gerechtvaardigd. De gemeenten waarbij ik heb kunnen meekijken bij de nematodenbestrijding, gingen ongelofelijk voorzichtig en bedachtzaam te werk. Zij worden door zo'n bericht ernstig in verlegenheid gebracht. Het brengt bovendien de gedachten van burgers op een verkeerd spoor.'

Kleine poppenrover, #LCalosoma inquisitor$L
Bert van Lubek van de gemeente Weststellingwerf hoopt dat de beeldvorming bij burgers niet al te negatief is beïnvloed door het persbericht, de publicaties en de kaarten op de website van de Vlinderstichting. 'Wij kiezen bewust voor preventief spuiten met nematoden en niet voor bacteriepreparaten. Onze aannemer heeft jarenlange ervaring en gaat zorgvuldig te werk. We hebben daarmee de plaagdruk in de bestrijdingsgebieden onder controle. We willen voorkomen dat mensen wekenlang niet buiten kunnen komen of gezondheidsklachten krijgen. Daarnaast investeren wij al jarenlang veel in het verbeteren van de leefomgeving van natuurlijke vijanden van de plaagrups, maar ook in het vergroten van de biodiversiteit. Dit doen we onder andere door nestkasten en insectenhotels te plaatsen en bloembollen te planten. We doen dit samen met bewoners, die dan gelijk voorlichting over dit onderwerp krijgen. Daarnaast zuigen we de overgebleven nesten op. We hopen dat er uiteindelijk een biologisch evenwicht tussen de plaagdieren en hun natuurlijke vijanden ontstaat. Met onze aanpak komen we regelmatig in de media, zoals onlangs bij Vroege Vogels. Ook melden we al het nieuws op dit vlak op onze website.'

Ringelrups, #LMalacosoma neustria$L
Dieters kreeg echter vragen vanuit de lokale politiek: 'Erg vervelend allemaal, hoe dit persbericht heeft uitgewerkt. Gelukkig konden we onze werkwijze met nematoden en vergroting van de biodiversiteit goed uitleggen. Ook konden we terugvallen op de communicatie over de bestrijding met nematoden die we elk jaar naar bewoners doen uitgaan. Het was volstrekt onnodig dat de Vlinderstichting bewoners en politiek ongerust heeft gemaakt. Wij hebben alleen preventief behandeld met nematoden op plaatsen waar veel mensen langs fietsen, wonen of verblijven. De afgelopen jaren hebben we te veel overlast onder bewoners gezien. Bij het alternatief, niets doen, komt onze wettelijke aansprakelijkheid in het gedrang. Alleen met wegzuigen van de nesten komen we er niet.'

Ringelrups, #LMalacosoma neustria$L
Dieters en Van Lubek vertellen beiden dat ze altijd op zoek zijn naar inventieve manieren om de plaagdruk van de EPR te verminderen, het liefst door toename van de biodiversiteit: 'Partijen als de Vlinderstichting en de Vogelbescherming hebben veel kennis in huis; gemeenten kunnen die gebruiken.' Beide gemeenten roepen deze organisaties op om met hen samen te werken op het gebied van kennisdeling en de juiste voorlichting aan inwoners.

De pop van een eikenbladroller, #LTortrix viridana$L

Kaf van koren scheiden

Hellingman erkent dat bespuitingen niet altijd goed gebeuren. 'Er bestaat onkunde bij sommige aannemers. Die spuiten nog in mei met nematoden, weten eiken niet van andere bomen te onderscheiden of spuiten overdag met bacteriën, zodat er mensen onder de nevel door moeten fietsen. Dit zijn kwalijke zaken, die preventieve bespuiting met nematoden in een kwaad daglicht stellen. Een enkele gemeente bespuit weleens preventief te spuiten met nematoden en/of Bacillus thuringsiensis in buitengebieden waar geen of nauwelijks mensen komen. Ik heb ook gezien dat er gespoten werd in bosgebieden. Daarmee heeft De Vlinderstichting een punt, want dat is onnodig, ongeacht de neveneffecten. Maar de meeste gemeenten bespuiten heel weloverwogen. Er zijn ook genoeg kundige bedrijven die samen met de gemeente vooraf naar de vlinderkaart kijken en adviseren waar het wel en niet verantwoord is om te spuiten. Het zou stimulerend zijn om de gemeenten die wel zorgvuldig zijn hiervoor positief te waarderen en niet aan de schandpaal te nagelen. Het grote gevaar van deze ongefundeerde verdachtmakingen is dat gemeenten die verantwoord bezig zijn met de kostbare nematodenmethode, denken: als het allemaal even slecht is voor de biodiversiteit, waarom zouden we dan niet standaard kiezen voor de goedkopere en makkelijker toe te passen Bacillus thuringsiensis? Nematoden zijn tot nu toe het allerbeste en selectiefste preventieve middel dat we tot onze beschikking hebben.'


De roofvlieg grote dansvlieg; deze pakt ook eikenprocessierupsen.

Wetenschappelijk onderzoek

Er zou te weinig wetenschappelijk onderzoek zijn gedaan naar nematoden, volgens het persbericht van de Vlinderstichting. 'Dit spreek ik tegen', verklaart Hellingman. 'Er zijn tientallen wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar de toepassing van nematoden tegen rupsen zoals dennenprocessierupsen en zelfs eikenprocessierupsen. Zo blijkt uit een van deze onderzoeken dat de nematode die wordt ingezet tegen de eikenprocessierups, Steinema feltiae, niet goed werkt tegen de spanrups. De proeven met nematoden tegen eikenprocessierupsen in 2010 en 2011 zijn uitvoerig gevolgd door Joke Fransen, voorzitter van de toenmalige Expertgroep Eikenprocessierups. Ook is het onderwerp behandeld in de Tweede Kamer door toenmalig minister Verburg. De minister stelde dat er vanwege de vroege toepassing nauwelijks sprake is van neveneffecten op andere soorten. Er is vrijstelling verleend voor de toepassing omdat de gebruikte nematoden van nature in Nederland voorkomen. De resultaten van deze veldproeven in vijf provincies, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, zijn uitvoerig gepubliceerd.'


Conclusie en advies

Hellingman concludeert naar aanleiding van haar inventarisatie: 'Nematoden tegen eikenprocessierupsen doden niet alles in bomen. Het was beter geweest als de Vlinderstichting eerst een inventarisatie had uitgevoerd alvorens een bewering breed uit te meten. Ze hadden beter een kaart kunnen publiceren over preventieve bespuiting waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen nematoden, Bacillus thuringsiensis en een combinatie van beide, en deze kaart toelichten. Dat had meer duidelijkheid geschapen. In plaats van polariseren is het mijns inziens beter om gezamenlijk in overleg te gaan, om samen te zorgen voor een zo verantwoord mogelijke bestrijding van de eikenprocessierups.'


'Ik ben groot voorstander van het bevorderen van biodiversiteit en de leefomstandigheden van natuurlijke vijanden. In een rustige omgeving moeten we inderdaad de natuur zijn gang laten gaan. En natuurlijk moeten er in woonwijken en op risicolocaties ook nestkasten voor vogels en vleermuizen worden geplaatst en de biodiversiteit worden gestimuleerd. Maar deze manier van bestrijden kost tijd. Op sommige risicolocaties heeft men die tijd niet. Je kunt dus niet alles oplossen met biodiversiteit, zeker niet in woonwijken. Daar is bespuiten met nematoden tot nu toe het beste alternatief op het gebied van preventief bestrijden. Het andere alternatief, niets doen, brengt partijen met een zorgplicht in ernstige problemen, omdat dit ontegenzeggelijk leidt tot grote overlast voor mens en dier. Gemeenten begrijpen dat gezondheid vóór insecten gaat. De eikenprocessierups heeft de afgelopen drie jaar voor veel letsel gezorgd. Eindelijk wordt de bestrijding goed en op grote schaal opgepakt, en dan worden overheden afgestraft omdat zij opkomen voor het welzijn en de gezondheid van burgers. Dat is volledig onterecht, de omgekeerde wereld.'


LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Martin Tijdgat
Monday 7 September 2020
Was al niet blij met de propaganda van de Vlinderstichting op basis van een nogal eenzijdig tendentieuze enquete. Mijn gemeente kon die niet naar waarheid invullen, omdat er geschikte antwoorden ontbraken. Was erg verbaasd dat Nature Today dat zonder enig kans op weerwoord van andere partijen in hun bericht over nam. Erg wetenschappelijk was de enquete en het bericht van de Vlinderstichting in mijn ogen niet.
Nogal wat extra werk gehad aan nogmaals voorlichting publiek en politiek. Was ook contra-produktief in kader van onze andere activiteiten t.b.v. biodiversiteit.
Ga dit artikel opnemen in onze serie achtergrondartikelen over dit onderwerp.
Cas van vroonhoven
Tuesday 8 September 2020
Prima artikel, ben het er helemaal mee eens
G. Hellingman
Sunday 11 October 2020
Ik sluit niet uit dat een misvatting van H.J. Vlug in Boomzorg woensdag 4 maart 2020 "Hoe selectief zijn Xentari en nematoden?" mede de aanleiding voor de Vlinderstichting vormt.
Vlugt stelt namelijk ten onrechte ".....uit de gedode rupsen komen nieuwe nematoden, die op hun beurt weer rupsen kunnen doden die later verschijnen en dan opnieuw de cyclus in gang zetten." Het doden van rupsen door nematoden die later verschijnen veronderstelt dat nematoden in de open lucht langere tijd kunnen overleven. Dat is niet zo. Nematoden gaan in de buitenlucht binnen enkele uren dood als ze geen gastheer hebben gevonden.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
GREEN OUTLET
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER