| |||||||||||
Gauke Dam: 'Mijn advies is: laat een aangetaste es zo lang mogelijk staan' Geen enkele inheemse es in Nederland is veilig voor de gevreesde essentaksterfte. Ook in Friesland worden de essen geterroriseerd door de schimmel Hymenoscyphus fraxineus, door middel van verspreiding door de lucht. Na besmetting kan het nog tien tot vijftien jaar duren voor de es sterft. Je kunt de boom meteen kappen, maar ook laten staan en ervan genieten. Hoe kijken professionals en burgers uit Friesland hiertegenaan? 'In Friesland staan zo'n 45.000 solitaire essen op het grondgebied van de deelnemende organisaties van de Iepenwacht', zegt Gauke Dam van Stichting Iepenwacht Fryslân. 'Dan is de zuidoosthoek nog niet meegerekend. Vijftig en op sommige plaatsen honderd procent van deze essen is aangetast.' Stichting Iepenwacht bestaat sinds 2005 en is ontstaan uit een collectief samenwerkingsverband van overheden, terreineigenaren en groenbeheerders. De stichting werd ooit opgericht om de iepenziekte te bestrijden, toen deze boom eind vorige eeuw bijna verdwenen was. Nadat de essentaksterfte in 2009 huishield in Nederland, begon de stichting ook onderzoek te doen naar die ziekte. De Iepenwacht monitort in heel Friesland en de Noordoostpolder iepen in openbare ruimtes en op particuliere erven. Ook burgers kunnen zieke bomen bij de Iepenwacht melden. VervangenDe stichting wil nog dit jaar beginnen met het planten van meerdere soorten bomen om de essen die gekapt moeten worden vanwege de ziekte te vervangen. 'In de Waddengemeenten worden er 2600 geplant: 1300 in Fryslân en 1300 in Groningen', legt Dam uit. 'Dat doen we samen met de Groninger Boswacht. We willen ook een groter herplantingsproject starten, waarbij ruim 13.000 besmette essen vervangen zullen worden. Maar daarvoor moeten we de financiering nog rond krijgen.'Bij de herplanting zullen er geen essen meer worden teruggezet. 'Er is nog altijd geen oplossing voor de ziekte', zegt Dam. 'Wij hebben wel eens onderzoek gedaan naar een behandelmethode waarbij we vijftien monumentale essen op verschillende manieren gingen snoeien. Je zag in het begin wel een opleving, maar uiteindelijk had dit geen resultaat. Daarom plaatsen we nu altijd een zo breed mogelijk assortiment bomen terug; dan is de kans op eventuele toekomstige besmetting ook veel kleiner.'
GevaarRoel Vriesema is boswachter in de zuidoosthoek van Friesland, onder meer in het natuurgebied de Rottige Meente. Hij heeft gezien hoe er de afgelopen jaren veel besmette essen werden gekapt. 'Er is inmiddels al meer dan honderd hectare weg', vertelt Vriesema. 'Het viel ons zwaar toen de essentaksterfte in Friesland kwam, want we hadden het niet verwacht en de ziekte kwam meteen heel fors opzetten.'Staatsbosbeheer heeft volgens Vriesema bij het kappen altijd vanuit het oogpunt van gevaar gewerkt. 'Zieke bomen kunnen bij storm als luciferhoutjes omvallen. Daarom hebben we allereerst de essen bij fietspaden en dicht bij huizen weggehaald. Er is nog nooit iemand tijdens een storm gewond geraakt en dat moeten we zo houden. Wat de kap in dit gebied wel lastig maakt, is dat we heel veel kleinschalige bosjes hebben. Uit economisch standpunt is het lastig om veel materieel in te zetten om maar een paar bomen te kappen.' Esthetisch'Ik vind de es een mooie boom', zegt Vriesema. 'Overigens was de beplanting vaak wel wat monotoon. Maar als het om kappen gaat, ga ik niet voor een es staan om te kijken hoe mooi die is en laat ik dat niet per se meewegen. Zelf laat ik de es het liefst zo lang mogelijk staan. Maar als het gevaarlijk wordt voor burgers of huizen, dan moeten ze gewoon weg. Dat kan dan heel jammer zijn en soms denk ik weleens: moet het nou echt? Maar het kan helaas niet anders. Er zijn ook veel bomen die wel besmet zijn, maar niet op onze radar staan omdat ze nog geen gevaar opleveren. Laat die staan en geniet ervan.'De Natuerferiening Bakkefean (in de gemeente Opsterland, in het zuidoosten van de provincie) had kritiek op Staatsbosbeheer; zij vond de plannen van Staatsbosbeheer om bomen te kappen te grootschalig. 'Ik kan me voorstellen dat Staatsbosbeheer essen kapt die langs wegen en fietspaden staan als die een gevaar vormen', zegt de voorzitter, Claartje Slofstra. Maar Staatsbosbeheer hanteert volgens haar te vaak de lijn: als een boom ziek is, kappen we die. 'Er komt dan veel CO2 vrij en dat is slecht voor het klimaat. Het is ook niet goed voor de biodiversiteit. Ook als je bomen gaat herplanten, duurt het lang voor de biodiversiteit hersteld is. Ik vind ook dat je essen die nog niet heel erg zijn aangetast langer moet laten staan, want dan vind je er misschien resistente tussen. Daar kom je alleen maar achter op de langere termijn.' Hoe kijkt Dam tegen het kappen aan? 'Mijn advies is altijd: laat een besmette es zo lang mogelijk staan en ga hem niet meteen kappen. Alleen als het echt gevaarlijk wordt, voor burgers bijvoorbeeld, kun je een es weghalen. Veel organisaties spelen paniekvoetbal in mijn ogen. Die willen bijvoorbeeld langs een provinciale weg een es kappen. Als ik daar dan ga kijken, zie ik nauwelijks sporen van de ziekte. Zonder symptomen en kans op gevaar zie ik geen reden om een es te kappen. Het is een mooie boom en je krijgt er niet zomaar een gelijkwaardige voor terug. In de bossen ligt het anders; daar kan kaalslag ontstaan.'
Communicatie'Burgers lopen hier niet de deur plat, maar ik krijg wel vaak telefoontjes. Vooral als er veel gezaagd wordt', zegt Dam over de reacties van burgers op het kappen. 'Je moet je redenen altijd goed onderbouwen. Bij de Iepenwacht doen we veel aan pr om zo goed mogelijk uit te leggen waarom we kappen.'Ook Dam komt dus in aanraking met burgers die tegen de kap protesteren, maar hij merkt een groot verschil tussen mensen in het noorden en in de Randstad. 'Daar moet je voor één boom al hele inloopavonden beleggen. Mensen zijn hier toch wat nuchterder en soms wat terughoudender. Men vraagt mij weleens: er wordt een es gekapt; kun jij daar niet wat van zeggen? Dat kan ik niet zonder opdrachtgever. Ik kan niet zomaar iedereen gaan vertellen wat ze willen horen. Daarnaast hangt de mate van protest ook van de omvang af. Als je tien bomen weghaalt, krijg je misschien een of twee opmerkingen. Haal je een heel bos weg, dan valt dat mensen vaak wat rauwer op het dak.' Dam begrijpt de emotie van mensen die een mooie es niet kwijt willen. 'Maar ik ben er geen voorstander van om een es niet te kappen op emotionele gronden. Daar kan ik niet zoveel mee. Het moet wel rationeel blijven. Als het gevaarlijk wordt, moet een es gekapt worden.' Veel mensen reageren begripvol op de uitleg van Staatsbosbeheer, merkt Vriesema. 'Zeker als het om de essentaksterfte gaat. Ook mensen die er aanvankelijk moeite mee hadden, snappen het nadat we het hebben uitgelegd.' Desondanks stuit de boswachter altijd wel op een enkeling die het er niet mee eens is. 'Dat zul je altijd houden. Ik heb weleens iemand gesproken die in het bos woonde. Die was absoluut tegen de kap, want hij wilde niet zoveel ruimte om zich heen hebben. Een moeilijker geval was iemand die de hele tijd bezig was met schadevergoedingen voor de kap. In zo'n geval gaat het helemaal niet meer om de natuur. Diegene heeft het later nog juridisch aangevochten, maar heeft de zaak verloren. Als het voor de rechter komt, moeten wij erop reageren, maar meestal communiceren wij dan al niet meer met die persoon.' 'Wij hebben wel regulier contact met It Fryske Gea (de Friese natuurbeschermingsorganisatie) of Staatsbosbeheer over bomenkap', zegt Slofstra over de communicatie. 'Ze laten ons wel weten wat ze doen. Wij nemen zelf ook weleens het initiatief om bij ze aan te kloppen en ons ongenoegen kenbaar te maken. Dat vinden ze niet altijd leuk, maar we vliegen elkaar niet in de haren. Je kunt altijd terecht bij de instanties als je iets kwijt wilt. Staatsbosbeheer luistert wel naar ons, maar ik heb niet het idee dat ze hun mening dan bijstellen. Het is vanzelfsprekend heel belangrijk dat je goed met elkaar blijft praten', besluit Slofstra. 'Anders kom je nooit tot een oplossing.' Als mensen om emotionele redenen een es of een andere boom willen laten staan, vindt Slofstra dat overheden die redenen niet rigoureus opzij moeten schuiven. 'Ik vind het stom als Staatsbosbeheer of It Fryske Gea de emoties van burgers bagatelliseert. Wees juist blij dat er nog mensen zijn die zo met bomen begaan zijn. Daar moet goed naar geluisterd worden.'
Tip de redactie |
|