Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Rotterdamse boombeheerder zwaait af

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Karlijn Raats, maandag 24 juni 2019
425 sec


Jos van de Vondervoort: 'Als scholier in de jaren zeventig wilde ik al de wereld, en met name de stad, verbeteren met meer groen'

Boomzorg en Stad en Groen kijken met Jos van de Vondervoort terug en vooruit: hoe trof de boombeheerder de groene buitenruimte aan bij zijn aanstelling en hoe ziet deze er uit nu hij vertrekt? Rotterdam heeft in elk geval geleidelijk aan een duidelijke visie ontwikkeld op het ontwerp en beheer van boombeplanting en de strategie rond boomonderhoud.


De achttiende verdieping van 'De Rotterdam', het hoofdkantoor van Stadsontwikkeling en Stadsbeheer van de gemeente Rotterdam, biedt een adembenemend uitzicht over de Erasmusbrug, met aan de voet stromend het glinsterende water van de Nieuwe Maas. De Wilhelminakade ligt in de zogenaamde Kop van Zuid. Het kantoor is licht, open en zijn er alleen flexplekken. Van de Vondervoort is aan het werk op een van deze plekken. Dat oogt wat vreemd. De boombeheerder van de Maasstad zwaait af na een lange en indrukwekkende staat van dienst; wat het vakblad betreft verdient hij een eigen bureau, of zelfs een eigen kamer. Van de Vondervoort heeft daar ogenschijnlijk geen problemen mee. Er is een hoop veranderd bij de gemeente in ruim 38 jaar en hij is mee veranderd, op een dienstbare manier.

Stokje doorgeven

Omdat Van de Vondervoorts opleiding niet direct gericht was op stedelijk groen, leerde hij de kneepjes van het vak en de geschiedenis van het Rotterdamse stadsgroen terwijl hij werkte, voornamelijk van de voormalige chef boombeheer Rien Zorge, die enkele jaren geleden is overleden. Van 1980 tot 1995 was hij werkzaam bij de afdeling beheer plantsoenen met het opzetten van boombeheer, een nieuwe tak van sport bij de toenmalige Dienst Gemeentewerken. Van 1995 tot 2000 werd dit gecombineerd met het teamleiderschap van de afdeling boomverzorging. Van 2000 tot 2015 werkte hij op de beleidsafdeling, onder meer aan de stedelijke boomstructuurvisie en het uitvoeringsprogramma binnen het stedelijke bomenstructuurplan, en was hij ambtelijk adviseur voor collega's, directie en bestuur. De afgelopen vier jaar was hij terug op zijn oude stek: advies en beheer, en pakte hij ook de natuurwetgeving op in relatie tot groenbeheer en dierenwelzijn/overlast in de openbare ruimte.
In zijn loopbaan droeg de Van de Vondervoort bij aan de omschakeling van de traditionele plantsoenendienst naar de opzet van de afdeling stedelijk groenbeheer. Vandaag de dag telt het team groen, dat onderdeel is van de afdeling Stadsbeheer, twaalf medewerkers. Zij werken samen met gebiedsbeheerders, die inzicht hebben in alle initiatieven en buitenruimteprojecten in de wijken. Verder is er een centrale uitvoeringsafdeling, die een klein deel eigen uitvoering doet en de rest op de markt zet in de vorm van meerjarige leverantie- en onderhoudsbestekken. Het bomenteam bestaat uit circa vijftien medewerkers, van wie vijf inspecteurs en tien in de boomverzorging. Het team stedelijk groenbeheer werkt nauw samen in de driehoek ontwerp, constructie van stadsontwikkeling en aanleg.
Vanaf 1 september 2018 loopt Van de Vondervoorts opvolger Jacco de Frel mee. Hij is inmiddels fulltime werkzaam als nieuwe boombeheerder van Rotterdam. Van de Vondervoort heeft alle vertrouwen in deze ervaren groenbeheerder: 'De Frel heeft openbaar groen in zijn DNA zitten. Passie is zijn basisdrijfveer en hij is in staat om verbanden te leggen tussen de belangen van bomen en de brede ambities en uitdagingen van de stad. Daarnaast bespeur ik bij hem een kritische blik als opdrachtgever; hij is scherp op procesefficiëntie en heeft een zakelijke instelling.'

Passie voor groen én voor de stad

Na de middelbare school in Eindhoven en na twee keer uitgeloot te zijn voor de Hogeschool Larenstein (toen nog Hogere Bosbouw- en Cultuurtechnische School) kon Van de Vondervoort kiezen: militaire dienst of de tuinbouwopleiding aan de Has in Den Bosch. Het werd het laatste. Zijn interesse bleef tijdens zijn gehele studie uitgaan naar stedelijk groen en ecologie. 'De term biodiversiteit bestond toen nog niet, maar ik was daar al wel in geïnteresseerd. Ook de leefbaarheid van de stad, het milieu en het werken in het publieke domein trokken me aan.'


'Het lag ook in het verlengde van de tijdgeest van de jaren zeventig om de wereld te willen verbeteren'

Een van de favoriete Rotterdamse bomen van Van de Vondervoort: de rode beuk op het Emmaplein. Foto: Joep Boute
Een van de favoriete Rotterdamse bomen van Van de Vondervoort: de rode beuk op het Emmaplein. Foto: Joep Boute

Gasmasker en spandoek

Begin jaren tachtig kwam 'groen' steeds prominenter op de bestuurlijke agenda. 'Het besef nam toe dat boombeplanting een belangrijk middel is om de stad aantrekkelijk, gezond en leefbaar te maken. Het lag ook in het verlengde van de tijdgeest in de jaren 70 om de wereld te willen verbeteren', zegt Van de Vondervoort terugdenkend. '1970 was het jaar N70 (Natuur 1970). Als scholier werd ik me bewust van de ernst van water- en luchtvervuiling. Zelfs DDT werd in die tijd nog gebruikt, de Rijn was hartstikke zout door zoutlozingen in Frankrijk en veel riviertjes en beken waren vervuild met fosfaat en zware metalen. Het maatschappelijk besef kwam op dat dit zo niet kon doorgaan en dat we zuinig moesten zijn op de natuur.'


Meteen na zijn opleiding, in de economisch moeilijke periode begin jaren tachtig, probeerde Van de Vondervoort in het stedelijk groen emplooi te vinden. Verrassend genoeg kwam er een vacature voor een boombeheerder bij de gemeente Rotterdam voorbij. Van de Vondervoort vertelt: 'Er heerste een hoge werkloosheid. De vacature was een geschenk uit de hemel. In Rotterdam had men net een grote reorganisatie achter de rug. De oude plantsoenendienst hield op te bestaan en er was een nieuwe organisatievorm gevonden. Daarvoor waren verschillende redenen. De overheid verloor het monopolie op kennis en overheidsautoriteit was niet meer vanzelfsprekend. De mensen werden individualistisch en mondiger: waar in de tijd van de plantsoenendienst bordjes 'verboden te betreden' op de strak geschoren gazons stonden, gingen mensen in de jaren tachtig op het gras recreëren of lieten er de hond uit. En veel straatbomen legden het loodje vanwege de stadsvernieuwing en de enorm toegenomen verkeers- en parkeerdruk. Bovendien kreeg de stad zowel boven- als ondergronds te maken met een ingewikkeldere en intensievere inrichting door de uitbreiding van allerlei publieke voorzieningen, van kabels en leidingen tot bouwwerken.'

'Vroeger was de directeur van de plantsoenendienst een onbetwiste autoriteit op groengebied'

Van plantsoenendienst naar groenbeheer

Van de Vondervoort trad in 1980 bij de gemeente in dienst. Tot begin 1980 was André Raad hoofd van de plantsoenendienst. De oude baas was een onbetwiste autoriteit op groengebied, net als zijn voorganger Henk Vink, en plantsoendirecteuren van andere steden, zoals Douwe van der Heij van Gouda, Johan Meyer van Hilversum, Frans Fontaine van Eindhoven, Teus van Eeten van Nijmegen, Dick Pols van 's-Hertogenbosch en Simon Doorenbos van Den Haag. Burgers waagden het niet aan hun gezag te tornen.


Begin jaren tachtig deed 'beheer' zijn intrede als nieuwe wetenschap. De beheeropgaven sloten aan bij een aantal ontwikkelingen. Ten eerste waren dat de verzakelijking en drang naar efficiency. Tijdens de economische crisis in de jaren tachtig sneden de overheden enorm in de onderhoudsbudgetten; denk aan Bestek '81. Er kwam meer behoefte aan beheersing van risico's en aan een visie op de hierbij gemaakte keuzen. Verder nam de complexiteit van de stad toe, evenals de opgave om de publieke voorzieningen doelmatiger te laten functioneren. Ook het gemeentebestuur en de bewoners werden steeds kritischer op de geleverde prestaties in de publieke buitenruimte.

'Begin jaren tachtig deed 'beheer' zijn intrede als nieuwe wetenschap'

Van de Vondervoort stond aan de wieg van het huidige Rotterdamse bomendepot, samen met collega Ronald Loch.
Van de Vondervoort stond aan de wieg van het huidige Rotterdamse bomendepot, samen met collega Ronald Loch.

Nieuwe taken

Voor de nieuwe afdeling 'beheer plantsoenen' werd een nieuwe generatie beheerders aangetrokken, waaronder Van de Vondervoort. Op de nieuwe afdeling vond meteen al een grote omslag in het denken plaats en zocht men naarstig naar aansluiting op nieuwe behoeften en technologische ontwikkelingen (digitalisering). 'Ten eerste hebben we een digitaal beheersysteem opgezet. Groen- en boombeheer werden al gauw in elkaar geschoven. Als je wilt beheren, moet je goed weten wat voor inventaris je hebt, welke maatregelen nodig zijn en tegen welke kosten. De tijd van een kaartenbakje, een rekenmachine en een zakboekje was definitief voorbij. Later zijn de beheersystemen van alle afzonderlijke assets in de buitenruimte geïntegreerd.'
'Als groenbeheerders formuleerden we eveneens onderhouds-, ontwerp- en engineeringeisen om effectief te kunnen beheren, onder de slogans: "beheergericht ontwerpen" en ook andersom "ontwerpgericht beheren". Een bekend voorbeeld hiervan was: plant de juiste boom op de juiste plek, dus geen populieren in smalle woonstraatjes.


De toenmalige modelbomenverordening werd vrijwel geheel door de gemeenteraad vastgesteld en later, weliswaar met enige aanpassingen, geïntegreerd in de Algemene plaatselijke verordening.
Ook ontwikkelden we onderhoudsstrategieën voor de veiligheidsborging met betrekking tot bomen, snoeiwijzen en frequenties, boomvervanging en ziektebestrijding/preventie.'
Samen met de afdeling Beheer ondergrond stelde de afdeling Boombeheer indelingseisen op voor de tracering van kabels en leidingen bij bomen. Hiermee wil de gemeente ondergrondse conflicten zoveel mogelijk vermijden.


Van de Vondervoort: 'Om de kwaliteit van ons bomenbestand toekomstbestendig te maken, gebruiken we het Handboek Bomen van het Normeninstituut. Samen met het programma Strategisch bomenbeheer dient dit als leidraad voor onze bestekscontracten en de programmering van ons dagelijkse bomenbeheer.'


Verandering buitenruimte

Toen Van de Vondervoort bij de gemeente kwam, was de eerste opgave het vervangen van veel bomen die te lijden hadden van marginale groeiplaatsomstandigheden als gevolg van herprofileringen en zetting. 'Ook gingen we aan de slag met het vraagstuk van de oude populieren met het stedelijke boomstructuurplan, dat we samen met Stadsontwikkeling hadden geschreven', legt Van de Vondervoort uit. 'Die populieren gingen we al in een vroeg stadium gefaseerd vervangen, vaak in combinatie met profielverbetering en aanplant van een duurzamer boomsortiment. Op deze manier hebben we al duizenden populieren vervangen in de stad. Vooral toen de westrand van Rotterdam en vooral de wijk Overschie, waar veel populieren staan, in 1996 werd getroffen door een forse zomerstorm, met gigantische schade tot gevolg. Bestuur en bewoners zagen in dat geleidelijke vervanging noodzakelijk was.'


Op veel plekken in Rotterdam werden open grondprofielen aangebracht voor bomen, zonder belemmering door parkeren of kabels en leidingen. Rond de veerhaven, bijvoorbeeld, werden oude populieren vervangen door eiken en iepen in een voor bomen vrij bewortelbaar open grondprofiel. Op andere locaties, zoals aan het Maaswaterfront, de Willemskade en Westerkade, werden groene profielen aangebracht met een divers bomensortiment in gazon, of met vaste planten of sierheesters als onderbeplanting. Ook werden groene profielen aangebracht bij bestaande bomen. Dan werd de verharding - vaak met een parkeerfunctie - vervangen door een groene onderbeplanting.
Van de Vondervoort: 'We hebben een advieslijst opgesteld van bomen die je kunt toepassen in Rotterdamse omstandigheden. Daarin onderscheiden we bomen die je overal zonder problemen kunt gebruiken, bomen die je met enige terughoudendheid moet toepassen, zoals platanen, en bomen die je absoluut niet mag gebruiken. We hebben bijvoorbeeld recent een embargo gezet op het planten van essen en al eerder van paardenkastanjes, in verband met respectievelijk de essentaksterfte en de kastanjebloedingsziekte. Ook voor iepziekte vatbare iepensoorten zijn taboe en vooral op de kades planten we de nieuwere iepenklonen aan.'


Er rust een embargo op essen, paardenkastanjes en bepaalde iepsoorten

Overal waar mogelijk werden groeiplaatsen verbeterd of goede groeiplaatsen gemaakt, op basis van afspraken met de afdeling Beheer ondergrond over de ligging van kabels en leidingen rond bomen. Op de Prins Hendrikkade staan iepen.
Overal waar mogelijk werden groeiplaatsen verbeterd of goede groeiplaatsen gemaakt, op basis van afspraken met de afdeling Beheer ondergrond over de ligging van kabels en leidingen rond bomen. Op de Prins Hendrikkade staan iepen.

Persoonlijke mijlpalen

Een van de persoonlijke wapenfeiten van Van de Vondervoort was het opstellen van beleid betreffende inspectieprogramma's, maatregelen en documentatie rond zorgplicht, midden jaren negentig. Dit deed hij samen met collega Ronald Loch. Zij richtten een team van boominspecteurs op, dat naast veiligheidsinspecties ook beoordelingen doet van de conditie en levensverwachting van bomen en binnen reconstructieprojecten van de verplantbaarheid. Ook voert dit team in de zomer het Iepenwachtprogramma uit en de controle op de aanwezigheid van de eikenprocessierups. Met Ronald Loch richtte Van de Vondervoort ook het stedelijke bomendepot op, waarbij de afgelopen jaren honderden verplante bomen een nieuwe bestemming kregen elders in de stad.
Verder wil hij als bestuurslid een succes maken van het landelijke Oogstfonds, dat gemeentelijke gelden inzamelt en beheert voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar groen en bomen. De gemeente blijft ook onder de nieuwe boombeheerder Jacco de Frel lid van de Intergemeentelijke Studiegroep Bomen en de deelname aan het landelijke gebruikswaardeonderzoek rond iepen wordt voortgezet.


Van de Vondervoort: 'Via de website communiceert Rotterdam de laatste jaren heel actief over bomenzaken in het algemeen en over beheer in het bijzonder. Voorbeelden zijn het jaarlijkse inboetprogramma - 1.500 bomen per jaar -, andere onderhoudsactiviteiten en verschijnselen rond bomen, zoals boomziektes. Verder blijven we ons ontwikkelen op het gebied van assetmanagement. In het recent verschenen assetmanagementplan voor groen en bomen staan de ambities, prestaties en maatregelen in relatie tot risico's voor het bomenbestand beschreven. iTree levert een essentiële bijdrage om te kunnen berekenen of een maatregel voor het dempen van een risico kostenefficiënt is.'


iTree: de toekomst

Van de Vondervoort ziet veel kansen in de toepassing van iTree. Volgens hem staat ook Rotterdam voor de opgave om iTree in te bedden in het beheerproces. 'Ook in ontwerpprocessen bij inrichting en herinrichting helpt iTree om de juiste keuzes te maken rond nieuwe aanplant of behoud van bomen.'


Tot slot zegt hij blij, maar tegelijk serieus: 'Dit is een heel interessante periode, een momentum. Wij groenmensen wisten natuurlijk al heel lang dat groen belangrijk was, maar nu wordt deze gedachte maatschappijbreed gedragen. Ook bij marktpartijen, corporaties en stedenbouwers dringt het besef door hoe belangrijk groen voor de stad en de biodiversiteit is. Alhoewel groenmensen de wind nu mee hebben, valt er nog ontzettend veel te doen. De jonge generatie moet vol aan de bak om de uitdagingen aan te gaan en de kansen te pakken die aan onze voeten liggen.'

LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
GREEN OUTLET
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER