| |||||||||||
Het Rekenmodel is door de NVTB ontwikkeld om de boomwaarde en boomschade te berekenen in gevallen waarbij dat niet mogelijk is aan de hand van de marktwaarde of de vervangingswaarde. Het gaat vaak om grotere bomen in de openbare ruimte, tuinen en parken, die geen productiefunctie hebben en die beschadigd zijn, maar die niet vervangen hoeven te worden. Zeer kort samengevat wordt met het Rekenmodel de boomwaarde abstract berekend aan de hand van de kosten die gemoeid zijn om een vergelijkbare boom (soort, leeftijd, functie en vorm) op deze locatie opnieuw te realiseren. Denk daarbij aan aanschafkosten, nazorg in de eerste drie jaar en kosten voor begeleiding en beheer. Bij boomschade kan sprake zijn van functieverlies en/of kans op vervroegde uitval. Beide worden, afhankelijk van aard en omvang van de schade, uitgedrukt in een percentage. Dit percentage, vermenigvuldigd met de boomwaarde, is dan de boomschade conform het Rekenmodel. In de bewuste zaak had Liander schade veroorzaakt aan een zomereik van de gemeente Heiloo. Er waren bij werkzaamheden wortels beschadigd, maar de boom was niet verloren gegaan. De getaxeerde schade was conform het Rekenmodel Є 4.968,-. Omdat Liander juridische bezwaren had tegen het Rekenmodel, heeft ze de zaak voor laten komen bij de kantonrechter en is zij in hoger beroep en daarna in cassatie gegaan. Centraal stond de vraag of nadeel, zoals een tijdelijk beperkte functie en belevingswaarde en/of het risico op (vervroegde) uitval van de boom, voor vergoeding in aanmerking komt. Het gerechtshof en de Hoge Raad leggen de boomschade conform het Rekenmodel uit als kosten die zijn gemaakt om het genot van de boom te krijgen en te houden, en die door de beschadiging hun doel hebben gemist. De Hoge Raad is van oordeel dat wanneer een boom wordt beschadigd zonder dat vervanging noodzakelijk is, deze boom tot de beschadiging zijn functie volledig heeft vervuld en daarna nog deels vervult. Daarom kan volgens de Hoge Raad de hoogte van de schade niet gebaseerd worden op het uitgangspunt dat deze kosten hun doel zouden hebben gemist. Daarnaast stelt de Hoge Raad dat onzekere toekomstige omstandigheden, zoals de kans op zelfherstel en de kans op andere oorzaken voor uitval, met zich meebrengen dat de uiteindelijke, werkelijke schade niet redelijkerwijs kan worden begroot met een uitvalpercentage dat volgt uit een algemene regel, zoals het Rekenmodel van de NVTB. Door dit arrest kan het Rekenmodel van de NVTB dus niet meer eenzijdig worden gebruikt om het waardeverlies van een boom te bepalen wanneer deze is beschadigd, maar niet vervangen hoeft te worden. De auteur, Jilles van Zinderen (jilles.vanzinderen@manzlegal.nl), is advocaat bij Manz Legal in Utrecht
Joost Verhagen: 'Ik verwacht zeker dat de NVTB zal anticiperen op deze uitspraak. Juist door het gedegen kunnen taxeren en verhalen van boomschade zijn bomen in Nederland beter beschermd. Het zou slecht voor het Nederlandse bomenbestand zijn als dit principe overboord gaat. De overige twee methodieken kunnen echter nog gewoon gebruikt worden. Bovendien komen herstelkosten nog steeds voor vergoeding in aanmerking. Dat zouden dan de extra beheerkosten kunnen zijn, doordat de boom meer verzorging nodig heeft na beschadiging. Er blijft bovendien nog steeds de mogelijkheid om in contracten afspraken te maken over gebruik van een specifieke methodiek, zoals het Rekenmodel. Ook APV's en Bomenverordeningen kunnen deze systematiek voorschrijven.' Joost Verhagen is directeur van Cobra Boomadviseurs en daarnaast registertaxateur VRT en lid van de NVTB.
Ceciel van Iperen: 'De NVTB heeft met veel belangstelling kennisgenomen van de uitspraak van de Hoge Raad. Anders dan de titel van het artikel suggereert, ligt de situatie genuanceerder. Het grootste deel van het Rekenmodel lijkt namelijk overeind gebleven, wat betreft de boomwaardebepaling en de schadeberekening bij het volledig verloren gaan. We beschouwen de uitspraak als zeer relevant voor de onderbouwing van de schadeberekening als de boom niet volledig verloren gaat. De NVTB was al bezig het Rekenmodel te actualiseren, o.a. dit aspect ervan. Met deze uitspraak grijpen we de kans om de richtlijnen en het Rekenmodel juridisch gezien nog beter af te kaderen. Omdat dit complexe materie is, waarbij veel verschillende factoren een rol spelen, is het nog te vroeg om verder een inhoudelijke reactie te geven. We willen dit zorgvuldig bekijken. In januari bespreken we de uitspraak, samen met een bomenjurist, en werken we de consequenties uit. Zodra we een goed beeld hebben van de uitwerking, laten we dit weten.' Ceciel van Iperen is voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB) Bron: ECLI:NL:HR:2017:3145
Tip de redactie |
|