Stad Gent voortvarend aan de slag met 3-30-300 regel |
|
|
|
|
| 55 sec |
Op Nieuwsblad.be verscheen een reportage (inloggen vereist) over de vergroeningsambities van de stad Gent, naar aanleiding van een lezing van Cecil Konijnendijk over toepassing van de 3-30-300-regel. De stad loopt nog wel tegen regels en praktische bezwaren aan, maar kan mooie voorbeelden laten zien waar vergroening heeft geleid tot een mooiere en gezondere leefomgeving.
Groene zone in de stad Gent |
Een belangrijke strekking van het verhaal is dat meer bomen en groen in de stad niet alleen mooi is, maar ook goed voor de fysieke en mentale gezondheid van inwoners. Meer bomen zorgen ook voor lagere ziektekosten. Die focus op gezondheid geeft, samen met een aantrekkelijke en 'catchy' doelstelling, een motivatie om geld vrij te maken om de groene ambitie uit te voeren.
|
'Tussen boom en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren'
| |
|
Boomkroonbedekking
De lezing, met excursie langs mooie groene voorbeelden in de stad, mondde uit in een discussie waarin ook een recent gepubliceerd onderzoek werd aangehaald. Daar blijkt dat er nog wel een afstand is tussen de werkelijkheid en de 3-30-300 doelstelling: vanuit twee derde van de Gentse panden zie je bijvoorbeeld minder van drie bomen. Een van de deelnemers, een woordvoerder van Breekijzer (een Vlaamse samenwerking met een vergelijkbare doelstelling als het Nederlandse Steenbreek), verwoordde het met variatie op een literaire klassieker: 'Tussen boom en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren' (naar Willem Elsschot, 1934).
Elke procent
Dat er nog veel werk aan de winkel is betekent volgens Konijnendijk niet dat de stad er slecht voorstaat. Want vergroening is in zijn ogen een langetermijnplan: met de 3-30-300-regel als doel voor ogen heeft elke procent extra groen immers al extra impact.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|