Toepassingsmogelijkheden voor de walnoot |
|
|
|
Anne Oosterbaan,
woensdag 24 oktober 2018 |
|
| 280 sec |
Ook in de openbare ruimte is Juglans regia uitstekend toe te passen
Er bestaan veel misverstanden over het gebruik van de walnoot in de openbare ruimte. Vallende noten zouden overlast en schade aan auto’s veroorzaken. Koudwatervrees, naar de mening van walnotenspecialist Anne Oosterbaan. Er zijn voldoende plaatsen waar je deze prachtige boom kunt toepassen.
|
De walnoot, ook wel okkernoot genoemd (Juglans regia), is een multifunctionele boomsoort. Niet alleen het vruchtvlees, ook het hout, de wortel, de bast, het blad, de bolster, de schaaldelen, de tussenschotjes, alle onderdelen kunnen worden benut. Dit levert vele producten op: gezonde noten (waar ook weer van alles mee te doen is), olie, strooisel, kleurstof, likeur, thee, fineer en meubelhout, energie enz. Alleen al daarom is het de moeite waard om meer walnoten aan te planten!
Er worden in ons land meer dan 70 rassen gekweekt. Er zijn sierrassen met prachtig rood of met een diep ingesneden blad, er zijn rassen met heel grote noten of juist heel kleine nootjes, er zijn rassen met roodkleurig vruchtvlees en er is een groot scala aan rassen die verschillen in uitloop- en bloeitijdstip, gevoeligheid voor aantastingen, notenproductie en smaak. Met zijn transparante kroon is de boom geschikt als straatboom, maar vanwege zijn vruchten en andere producten is hij ook zeer geschikt voor voedselbossen en -parken, moestuinprojecten en agroforestry (landbouw met bomen).
Langs wegen
Van oudsher werden er in sommige streken in ons land walnoten langs wegen geplant, met name op plaatsen waar het zogenaamde voorpootrecht bestond (tussen de eigen grond en de openbare weg mochten dan bomen worden gepoot). Bekend zijn de dijken in Zeeland waarop prachtige notenbeplantingen te vinden zijn. Ook in de Betuwe zijn op sommige dijken, maar ook langs andere wegen noten geplant.
In bossen
Walnoten zijn nooit veel in bossen geplant. Op enkele plaatsen zijn walnoten aangeplant voor de houtproductie. De laatste jaren bestaat er veel belangstelling voor de aanleg van voedselbossen, waarin de walnoot vaak een plaats heeft in de boometage. De walnoot kan hierbij uiteraard vergezeld worden door andere vruchtdragende boomsoorten en door struiken en kruiden.
In parken
Parken zijn uiteraard een prima plaats voor walnoten. Hiervan zijn mooie, oude voorbeelden te vinden, maar ook steeds meer jonge (bijvoorbeeld in Utrecht). In een stad zijn niet alle plaatsen met groen geschikt voor vruchtbomen. Ook noten kunnen niet overal vallen. Maar er zijn altijd geschikte plaatsen te vinden om het multifunctionele van de boom te combineren met andere functies, zoals in volkstuincomplexen, in rust- en wandelgebieden en op plaatsen met educatieve doeleinden.
Agroforestry (landbouw met bomen)
Een walnotenbeplanting kan puur uit walnoten bestaan (eventueel met verschillende rassen, voor een goede bestuiving en risicospreiding), maar kan ook gemengd worden aangelegd met andere boom- of struiksoorten of een landbouwgewas. Dit kan handig zijn om in de eerste jaren, waarin de walnoot nog niet volop draagt, opbrengst te hebben van de tussenteelt. In landen als Italië en Frankrijk wordt bijvoorbeeld veel hazelaar tussen de walnoten geteeld. Ook in ons land wordt dat op sommige plaatsen gedaan. Minder gebruikelijk is menging met duindoorn. Een walnotenteler in de Noordoostpolder heeft zelfs een menging aangelegd van walnoot met hazelnoot en duindoorn. Duindoorn levert prachtige oranje bessen, waarvan sap, jam en likeur gemaakt kan worden. De oogst van de bessen gebeurt met tak en al. Nadat de bessen verwijderd zijn, kunnen de takken worden gebruikt als voer voor bijvoorbeeld geiten. Walnotenbomen kunnen zelfs worden gecombineerd met kwekerijgewassen, zoals coniferen, buxus of taxus.
Zo zijn er vele mogelijkheden om walnoten te combineren met andere gewassen. De kunst hierbij is om de combinatieteelt zodanig in te richten dat het tussengewas voordeel heeft van de walnoten en/of andersom. Soorten zoals buxus en taxus, die gevoelig zijn voor extreme zonnehitte (zonnebrand) in het groeiseizoen, kunnen profiteren van de (half)schaduw die de wijd geplante walnotenbomen leveren. Andersom kunnen vlinderbloemige boomsoorten, zoals els en Robinia, maar ook andere soorten, zoals duindoorn en klaver, zorgen voor wat extra stikstof in de bodem, waarvan de walnoot kan profiteren. Die stikstof komt via het stikstofrijke blad in de grond, maar ook via de knobbeltjes aan de wortels, waarin bacteriën zitten die stikstof uit de bodemlucht kunnen halen.
In ons land zijn inmiddels ook al mooie voorbeelden te zien van combinaties van walnoten met graan, gras (begraasd door melkkoeien of schapen) en groenten. De pas opgerichte Nederlandse Notenvereniging (www.notenvereniging.nl) stimuleert innovaties met notenteelt.
Enkele tips voor aanplant
De okkernoot groeit het beste op goed doorluchte kleigrond tot goed vochthoudende zandgrond, met een pH boven de 4,5 en met een grondwaterniveau van ca. 75 cm tot 150 cm onder het maaiveld. Bij de keuze van het ras is het belangrijk dit in eerste instantie af te stemmen op het doel: voor de sier/aankleding, voor het hout of voor de productie van noten. Voor notenproductie is het van groot belang te letten op het bloeitijdstip van de mannelijke en vrouwelijke bloemen. De mannelijke bloemen (de katjes) verschijnen het eerst en leveren het stuifmeel. De vrouwelijk bloempjes, die bijna niet opvallen en aan het eind van de twijgen zitten, verschijnen bijna altijd later dan de mannelijke bloemen. De bestuiving moet door de wind plaatsvinden. De bloei van de mannelijke en vrouwelijke bloemen van één ras valt vaak maar korte tijd samen. Veel rassen kunnen door deze overlap zichzelf wel bevruchten. Maar als de overlap echt kort is, is het handig om bij aanplant te mengen met een ander ras, zodat er meer overlap is van bloeitijd van mannelijke en vrouwelijke bloemen, en dus meer kans op bevruchting.
Bij sommige rassen is er zelfs helemaal geen overlap tussen de mannelijke en vrouwelijke bloei. Dan is het noodzakelijk om er een ander ras bij te planten om vruchtdracht te krijgen. Vanwege het gevaar van late voorjaarsnachtvorst is het in ons land van groot belang late bloeiers te gebruiken. Dat is in 2017 wel weer gebleken: alle noten die waren uitgelopen, waren bevroren! Laatbloeiende rassen zijn bijvoorbeeld Kwanten nr. 26, Giesenheim nr. 26 en Mars.
| Anne Oosterbaan |
|
|
De auteur, Anne Oosterbaan, is gepensioneerd, was onderzoeker bij Alterra en woont in Sinderen. In het boek WALNOOT+ is een overzicht te vinden van de bloeitijd van mannelijke en vrouwelijke bloemen van veel rassen en een aanduiding of er een bestuiver nodig is. Meer weten over de walnoot? Het boek WALNOOT+ (kosten: 20 euro excl. 4 euro verzendkosten) is te bestellen via a.oosterbaan@planet.nl.
|
De favoriete noten van:
| Arie Idema |
|
|
Arie Idema, Adjunct-directeur Boomkwekerij M van den Oever:
Arie Idema: 'Onze voorkeur gaat uit naar de wilde vorm. Als je toch twee cultivars wilt horen dan zijn dat de Juglans regia nr 16 en de Buccaneer. De Buccaneer is waarschijnlijk de beroemdste Nederlandse noot die na de tweede wereldoorlog door het Wageningse IVT (Instituut voor de Veredeling van Tuinbouwgewassen) geselecteerd is in het Limburgse plaatsje Neer. De boom sterk opgaand, met een smalle hoge kroon. Er worden geen kortloten gevormd. De boom zelf is ook goed winterhard, en vriest zelden of nooit in, daardoor is deze boom ook geschikt voor de noordelijke streken. De Buccaneer is redelijk goed zelfbestuivend en bloeit in mei en juni. Juglans regia 'Nr. 16' is een zaailing van juglans regia 'Rita'. Het is een veredelde zelfbestuivende walnoot. Nr. 16 is een gezond ras met een hoge opbrengst. De walnoten zijn erg smakelijk en iets groter dan 'Broadview'. De boom zelf is iets kleiner, dus geschikt voor de middelgrote tuinen. Nr. 16 is zelfbestuivend en bloeit in mei en juni.
|
| Martien Mantje |
|
|
Martien Mantje, algemeen directeur Boomkwekerij Udenhout
Martien Mantje: Onze voorkeur gaat voor wat betreft aanplant in openbare uit naar het Amerikaanse broertje van de J. regia: De zwarte noot, Juglans nigra. Maar ik begrijp dat die voor dit artikel niet zijn toegelaten. Daarom kiest ik voor de CV's Broadview en Coenen. 'Broadview' groeit iets langzamer dan de meeste zaailingen en blijft uiteindelijk iets kleiner dan de soort. Daarom is deze boom iets beter geschikt voor een kleine tuin dan de soort. Bij de Juglans regia 'Broadview' bloeien de mannelijke en vrouwelijke bloemen niet op hetzelfde moment. Een bestuiver is de buurt is dus aan te bevelen (bijvoorbeeld Buccaneer). Ook wanner er geen bestuiver aanwezig is zal de boom toch vrucht dragen. Dit heet een apomictische vruchtzetting. Dit kan echter van jaar tot jaar verschillen. Dit ras is zeer productief, al vanaf jonge leeftijd en bloeit in mei-juni. Coenen is een vrij harde groeier, die breed uitgroeit. Het is een zeer goed productieras die bestoven moet worden door een andere walnotenboom. De bloemen van Coenen verschijnen in mei aan de boom. De boom geeft grote noten met een goede smaak.
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|