Aantal eikenprocessievlinders daalt naar laagste niveau in veertien jaar |
|
|
|
|
 |
| 90 sec |
De plaagdruk van de eikenprocessierups blijft ook dit jaar dalen, zo blijkt uit recente cijfers van het Kenniscentrum Eikenprocessierups. In de bijna 2.300 feromoonvallen die door het hele land zijn geplaatst, werden gemiddeld slechts 5,3 vlinders per val gevangen. Dit is het laagste aantal sinds 2010, toen het monitoringnetwerk werd opgestart. Hoewel de plaagdruk lager was, waren de vlinders dit jaar gemiddeld 12 procent groter dan in 2021, wat suggereert dat ze meer eitjes hebben kunnen leggen.
Net als voorgaande jaren werden in de noordelijke provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel de hoogste aantallen vlinders gevangen. Toch is in alle provincies een sterke tot zeer sterke afname van het aantal vlinders zichtbaar. Dit sluit aan bij de eerder dit jaar vastgestelde lage plaagdruk. In slechts 4,7 procent van de ruim 120.000 onderzochte eikenbomen werden nesten van de eikenprocessierups aangetroffen. Vorig jaar lag dit percentage nog op zeven procent.
De daling wordt toegeschreven aan een combinatie van factoren: het lage aantal vlinders in 2023, gunstige weersomstandigheden tijdens de rupsenfase en de toename van natuurlijke vijanden zoals vogels, vleermuizen en parasitaire insecten. Ook de inzet van beheersmaatregelen door gemeenten en provincies speelt een belangrijke rol.
Minder overlast en gezondheidsklachten
De overlast voor omwonenden bleef dit jaar beperkt. Door het natte en koele weer in juni was er minder recreatie in de buitenlucht, waardoor mensen minder snel in contact kwamen met de brandharen van de rups. Volgens het Nivel is er ook in 2024 weinig toename van gezondheidsklachten gemeld bij huisartsen. Het aantal meldingen van jeuk, een indicator voor overlast door de eikenprocessierups, ligt al sinds 2020 op een laag niveau.
|
|
Ondanks de positieve ontwikkelingen waarschuwt het kenniscentrum voor een te grote mate van optimisme
| |
|
Belang van monitoring en preventie
Ondanks de positieve ontwikkelingen waarschuwt het kenniscentrum voor een te grote mate van optimisme. Lokale 'hotspots' kunnen ook in 2025 voor overlast zorgen. De opbrengsten van lagere bestrijdingskosten kunnen volgens het centrum beter worden ingezet voor preventieve maatregelen, zoals het versterken van biodiversiteit en het verbeteren van de leefomgeving van natuurlijke vijanden. Monitoring met feromoonvallen blijft essentieel om inzicht te krijgen in de plaagdruk en de populatieopbouw van zowel de eikenprocessierups als diens natuurlijke vijanden.
Interessante bijvangst: bronswespen
Een opvallende bijvangst in de feromoonvallen dit jaar was het grote aantal bronswespen, natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. In totaal werden er zo'n duizend exemplaren aangetroffen, waaronder de soort Anastatus bifasciatus, die eieren van de rups parasiteert. Deze ontdekking onderstreept het belang van monitoring en het versterken van natuurlijke bestrijding.
De vooruitzichten voor 2025 blijven positief, met een naar verwachting lage landelijke plaagdruk. Wel blijft de onzekerheid rond de aanwezigheid van rupsen in grondnesten bestaan. De ontwikkelingen worden nauwgezet gevolgd via de jaarlijkse monitoring.
| LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
| |
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|
