Aesculus aanplanten moet weer heel gewoon worden |
|
|
|
Jaap Smit,
maandag 6 maart 2023 |
|
| 343 sec |
Tien paardenkastanjes die niet of nauwelijks last hebben van mineermot en bloedingsziekte
Met de komst van mineermot en daarna paardenkastanjebloedingsziekte is het aantal paardenkastanjes in Nederland in 25 jaar sterk afgenomen. Maar paardenkastanje of Aesculus is veel meer dan gegarandeerd overlast van mineermot of bloedingsziekte. Alleen: durven kwekers ook de minder bekende, maar wel gezonde kastanjes te kweken en te promoten? In dit artikel alvast een aantal aanzetten.
Aesculus x neglecta 'Erythroblastos' (Foto Ebben) |
Waar zouden we zijn zonder de paardenkastanje? Deze majestueuze bomen gaven de Koninginnegracht in Den Haag, de Delpratsingel in Breda en de Singels in Groningen hun uitstraling. Veel van deze statige lanen van weleer lijken op slecht onderhouden gebitten waar tanden ontbreken of langzaam zijn weggerot. We missen de grote paardenkastanjes vooral ook om ons beperkte inheemse sortiment aan te vullen met boomsoorten die geschikter zijn voor onze droge, hetere stedelijke omgeving. Aesculus hippocastanum heeft zijn oorsprong op de Balkan, waar het van nature droger en heter is dan bij ons. Dat is meteen een bruggetje naar ons veranderende klimaat, dat droge hete zomers belooft waarin de paardenkastanje zich prima thuis voelt.
| Europese-paardenkastanje-Aesculus-hippocastanum- (Foto Freepik) |
|
|
Tenminste, totdat de mineermot rond 1998 zijn intrede deed in Nederland. Door de jaarlijkse schranspartij door de larven van de mot zal een kastanje niet sterven, maar het doet de boom ook geen goed en het ontsiert bovendien enorm. Het aantal generaties van de mot, en dus de aantasting, is groter naarmate het warmer is. En helaas weten natuurlijke vijanden als sluipwespen en koolmezen tot nu toe nog geen potten te breken.
Relatie
Een relatie tussen de (conditie verminderende) aantasting met mineermot en het optreden van de bloedingsziekte is nooit aangetoond. Toch lijkt het veelzeggend dat veel soorten Aesculus die de mineermot niet lust, ook nauwelijks bloedingsziekte krijgen. Daarop is Aesculus x carnea een uitzondering, maar deze kruising bevat dan wel weer Aesculus hippocastanum-bloed. Andersom is ook bekend dat sommige exemplaren van Aesculus hippocastanum niet worden aangetast. Zelf denk ik dat Aesculus hippocastanum 'Pyramidalis' niet of nauwelijks wordt aangetast door PKBZ. Frans Fontaine noemde in 1990 (in Boomspiegel 6 van Boomkwekerij M. van den Oever) de Kastanjelaan in Helvoirt als voorbeeld voor deze selectie. En inderdaad zijn daar op Google Streetview nog steeds enkele bomen te zien die deze vorm hebben en zonder aantasting lijken. Resistent lijkende kastanjes uit het hele land zijn op beperkte schaal vermeerderd en getest. Het feit dat er exemplaren zijn die geen bloedingsziekte lijken te ontwikkelen, pleit ervoor om hier en daar toch nog Aesculus hippocastanum aan te planten. In het kader van BetereBomen hebben we tien soorten en selecties van Aesculus geselecteerd die niet of nauwelijks last hebben van mineermot en waarin ook nauwelijks bloedingsziekte is aangetroffen. Het kan veilig geprobeerd worden en ze zijn allemaal bij diverse kwekerijen in kleine of redelijke aantallen te vinden. Het is belangrijk om vroeg in het seizoen te bestellen, want in maart zijn alle hieronder genoemde soorten wel op.
Waaruit kunt u kiezen?
Geelbloemige boom
Aesculus x arnoldiana is een kruising die een fraaie boom oplevert van uiteindelijk ruim 15 m hoog. Aan de Beekzicht in Zundert ontwikkelen de bomen van deze soort zich goed op de open berm in zandgrond. De gele bloemen zorgen in het voorjaar voor een beeld dat enigszins lijkt op dat van een wat kleinere versie van de bekende witte paardenkastanje. Deze soort maakt kastanjes met korte stekels op de bolsters en laat in de herfst zijn inmiddels gele blad vallen.
Goede rode kastanje
Aesculus x carnea 'Theo Janson' viel op in Haren onder Groningen doordat het een gezonde rode kastanje was, terwijl Aesculus x carnea 'Briottii' massaal uitvalt door bloedingsziekte. Het exemplaar op de Floriade in Almere had zeer gezond blad en door de vruchtbare klei een enorme scheutlengte van meer dan 80 cm. In tegenstelling tot veel andere selecties hield deze boom zijn blad zeer lang vast. Uiteindelijk viel het er na een nachtvorst groen af. De grote kaarsen (officieel schichten genoemd) dragen veel rode bloemen. Er ontwikkelen zich maar weinig vruchten. De boom is hier en daar aangeplant, maar dreigt weer uit cultuur te raken. Zeker als je genoemd bent naar mijn leermeester in de dendrologie, mag dat niet gebeuren. Vraag naar deze boom, ook al ligt er mogelijk een aantasting door bloedingsziekte op de loer, Hij is op alle grondsoorten bruikbaar.
| Herfskleur Aesculus-flava (foto Freepik) |
|
|
Kleur wisselt
Aesculus flava mag dan 'gele pavia' heten, van deze soort en verwanten komen ook exemplaren met rode, roze en bijna oranje bloemen voor. De oorzaak is dat deze bomen langs de trekroute van kolibries staan. De vogeltjes doen zich tijdens de trek tegoed aan het stuifmeel en de nectar van de pavia's (de oude naam van de Amerikaanse paardenkastanje). Daarmee kruisen de vogels op hun 3000 km lange route onbedoeld verschillende soorten pavia's met elkaar. Het onderscheid tussen de Amerikaanse soorten is daardoor vaak lastig te maken. Dat neemt niet weg dat dit een goede boom is die in het verleden al vaak is gebruikt. In Breda, Den Haag en Den Bosch zijn ze te vinden als solitair of juist als onderbegroeiing onder andere bomen. Dat laatste is niet toevallig; waar de pavia van nature voorkomt, is hij vaak onderdeel van de tweede bomenlaag. Toch kan deze gele pavia vrijstaand 20 m hoog worden.
|
De mineermot eet Aesculus flava alleen als er kaalgevreten witte paardenkastanjes naast staan
| |
|
| Aesculus flava 'Vestita'-(Foto Ebben) |
|
|
Aesculus flava verliest zijn blad redelijk vroeg. De meeste exemplaren van Ae. flava ontwikkelen een gele herfstkleur, sommige kleuren rood. De mineermot eet deze soort alleen als er kaalgevreten witte paardenkastanjes naast staan. Ook hier geldt dus: honger maakt rauwe bomen zoet. Het is een prima boom voor klei, zand en zelfs voor veengrond, mits niet te nat. De selectie 'Vestita' vertoont een wat steviger groei dan de soort, mogelijk wat opgaander van vorm. Omdat het een cultivar betreft, zijn de bloemen altijd lichtgeel met wat roze. Deze cultivar is redelijk goed verkrijgbaar.
Ruwe bast
Aesculus glabra is van veel andere kastanjes te onderscheiden door de ruwe, lichtbruine bast. De blaadjes zijn kleiner dan die van # LAesculus flava en de bloemkleur is altijd lichtgeel tot groengeel. De kleine bolsters bezitten kleine stekels. In Nederland lijkt Aesculus glabra altijd kleiner te blijven dan Aesculus flava, maar in alle beschrijvingen is de hoogte gelijk (ca. 20 m). Hij verliest het blad vroeg in de herfst, nadat het geel of opvallend rood is geworden, maakt minder eenvoudig een goed doorgaande harttak en heeft de neiging plakoksels te krijgen. Maar met de standaard snoei is er een prima boom van te maken. De cultivar Aesculus glabra 'October Red' lijkt een iets betere doorgaande harttak te ontwikkelen, maar het gaat bij deze selectie vooral om de felrode herfstkleur. Het is een geschikte boom voor een brede berm of park.
| Aesculus indica (Foto Boomkwekerij Udenhout) |
|
|
|
Aesculus indica is als jonge plant wat vorstgevoelig, maar eenmaal bij de eindgebruiker niet meer. Alleen de jonge scheuten willen door nachtvorst nog weleens beschadigen
| |
|
Indiase kastanje verovert markt
Aesculus indica komt uit India, waar het een boom van meer dan 30 m is. De boom geeft in de zomer op afstand een blauwe indruk. Vaak zijn er blaadjes omgedraaid, waardoor in de blauwe kroon de witachtige bladonderkanten opvallen. Heb je dit eenmaal gezien, dan vergis je je niet meer in de soort. En eerlijk gezegd is dat een issue. Tot voor kort werden er diverse kastanjes geleverd als Aesculus indica, maar kwam de koper uiteindelijk bedrogen uit. Opletten dus, bijvoorbeeld op de bruingrijze knoppen die niet kleven. De blaadjes van de bladeren zijn smal en lopen bruin uit; ze zijn onbehaard. Wees een goede opdrachtgever en eis een soortechte levering. En als dat niet gebeurt: inboet met een zwaardere maat. Als jonge plant is hij wat vorstgevoelig, maar eenmaal bij de eindgebruiker niet meer. Alleen de jonge scheuten willen door nachtvorst nog weleens beschadigen. Gebruik hem daarom bij voorkeur in het westen of noorden van Nederland. Het grote voordeel van deze soort is de late (witte) bloei: pas in juni, een maand na de witte paardenkastanje - goed voor insecten, die tegen die tijd nauwelijks bomen en struiken vinden met bloei. Zaailingen van deze soort komen de komende jaren voldoende beschikbaar bij diverse kwekers. De cultivar 'Sydney Pearce', genoemd naar een assistent-curator van Kew Botanical Gardens in Londen, draagt uitbundiger bloemen.
| Aesculus-mutabilis-Penduliflora (Foto Jaap Smit) |
|
|
Goede struik of kleine boom
Een kruising van twee Amerikaanse soorten leverde Aesculus x mutabilis op. De cultivar 'Penduliflora' wordt regelmatig aangeboden als meerstammige heester en minder vaak als hoogstamboompje, dat uiteindelijk 6 m hoog wordt. Zoals de naam aangeeft, heeft deze soort enigszins hangende bloemtrossen met rode en gele bloembladeren. Ik heb nog nooit kastanjes ontdekt aan deze soort, die voor een tuin heel geschikt is. Nog een kruising is de soort Aesculus x neglecta. Deze soort vormt een boom van circa 20 m, die in het voorjaar geel bloeit. De meest gebruikte cultivar van deze soort is 'Erythroblastos', een moeilijke naam voor een cv die bijna roodroze uitloopt en die kleur enkele weken vasthoudt voordat het groen het toch nog wint. Verder is hij als de soort, geschikt voor plekken waar je wilt opvallen.
Scheuten
Aesculus loopt in het voorjaar uit vanuit een grote knop. Een volwassen boom maakt geen tweede scheut. Deze groeiwijze maakt de paardenkastanje kwetsbaar. De scheutlengte van Amerikaanse soorten is over het algemeen wat kleiner dan bij Aesculus hippocastanum, maar op goede grond kan ook een kwekerijboom van Aesculus flava tot 70 cm per jaar in lengte toenemen. Een Ae. indica kan nog sneller groeien en jaarlijks tot drie keer een scheut ontwikkelen. In het oosten van het land bevriezen de net uitgelopen scheuten van Aesculus indica nogal eens bij late nachtvorst. Amerikaanse soorten als A. flava, A. x arnoldiana en A. glabra kunnen ook als ze zijn uitgelopen wel meer dan 5 graden nachtvorst verdragen en kunnen daarom veilig worden toegepast. Als de scheuten in het voorjaar net zijn uitgelopen, kan een storm flink schade veroorzaken: ze breken dan af. Een spannende tijd voor boomkwekers, die de kans lopen veel koppen te moeten inbinden. In sommige steden doen parkieten zich tegoed aan jonge scheuten van paardenkastanjes. De bomen op de Buitenom en de Lijnbaan in Den Haag, bijvoorbeeld, groeien daardoor zeer gedrongen.
|
| Jaap Smit (fotografie Sandra Verkic) |
|
|
De auteur, Jaap Smit, is dendroloog, adviseur bij De Groene Stad en curator van Arboretum Trompenburg.
Volgende keer Acer
Deze keer ging BetereBomen over Aesculus. Volgende keer is Acer aan de beurt. Ook dit keer weer de vraag aan kwekers welke projecten zij succesvol hebben afgesloten met specifieke esdoorn-soorten of cultivars. Stuur mooie foto's plus kort de reden waarom voor een specifieke esdoorn is gekozen. E-mailadres: hanneke@nwst.nl
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
|
|
|
Jitze Kopinga
Monday 6 March 2023 |
|
Wellicht nog even kritisch blijven v.w.b. de tolerantie van A. h. 'Pyramidalis' voor de KBZ. Deze scoorde in ons onderzoek destijds niet hoog. Groet, Jitze
|
|
|
|
|
|
Martin Tijdgat
Monday 6 March 2023 |
|
Er zijn in Wijdemeren wel exemplaren van A. h. Pyramidalis na een jarenlang ziekteproces toch verwijderd omdat ook hoog in de gesteltakken dode plakkaten bast aanwezig waren. |
|
|
|
|
|
Jaap Smit
Monday 27 March 2023 |
|
Goed om ook hier deze ervaringen te delen. Naar mijn idee is het is echter vaak Aesculus hippocastanum 'Umbraculifera' die wordt aangetast. De cv. Aesculus hippocastanum 'Pyramidalis is veel onder de naam van 'Pyramidalis' verkocht. Gelukkig zijn er praktijkproeven gaande, waarbij vermeerderd plantgoed van gezonde individuen van Aesculus hippocastanum, die groeien tussen aangetaste exemplaren (waaronder ook de echte cv 'Pyramidalis') kunstmatig worden besmet met PKBZ. Interessant om te zien wat daar uit komt. |
|
|
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|