| |||||||||||
Het geslacht Hamamelis De winter komt eraan. De tuin en de openbare ruimte zijn dan wat kaler dan normaal, maar gelukkig zijn er zelfs in deze donkere dagen een aantal bomen en struiken die nog wat kleur afgeven. Mooi voor ons, maar ook mooi voor insecten. Beroemde winterbloeiers zijn de verschillende leden van het Hamamelis-geslacht.
InleidingBinnen de systematische indeling van het regnum vegetabile - het plantenrijk - behoort het geslacht Hamamelis tot de orde van de Hamamelidales en daarbinnen tot de familie van de Hamamelidaceae. Deze belangrijke botanische familie bestaat uit 28 geslachten met meer dan 90 soorten, waarvan verreweg de meeste species in subtropisch tot tropisch Azië voorkomen.Andere, bekendere geslachten binnen deze familie in onze regionen zijn onder andere Corylopsis, Fothergillia, Liquidambar en Parrotia. Het geslacht Hamamelis kent vier soorten met verschillende verspreidingsgebieden op het noordelijk halfrond, te weten twee species in het oostelijk deel van Noord-Amerika, één species in Japan en één met West-China als plaats van herkomst, onder andere de provincies Qinthai, Sichuan en Yunnan. Binnen het geslacht zijn meer dan 120 species verdeeld over soorten, bastaards, cv's en vars. Verreweg de belangrijkste species binnen het geslacht is een bastaard! Dat is ook de meest gekweekte, meest geselecteerde en meest kleurrijke van deze vier soorten. Hamamelis x intermedia is ontstaan uit een kruising tussen Hamamelis japonica x Hamamelis mollis. De soortnaam intermedia betekent 'in het midden houdend', en dat is precies waar het om gaat bij de morfologische kenmerken van beide kruisouders. De Nederlandse naam van deze species is toverhazelaar.
KenmerkenHamamelis is een geslacht van bladverliezende (grote) heesters en/of kleine (meerstammige) bomen met een afwisselende bladstand. De kroonvorm is vrijwel altijd breed vaasvormig tot rond en al dan niet symmetrisch van opbouw, met grillige uitzonderingen. De species heeft een bruine en gladde schors op de stam en gesteltakken. De bladeren zijn ovaal tot omgekeerd eirond, veernervig met een getande, getand-gelobde of gegolfde bladrand. Het blad is donkergroen van kleur, licht glanzend en vaak voorzien van bultjes. In de nerfoksels van de uitgegroeide bladeren zitten nog sterharen als restant van de beharing van het jonge blad. Het blad is ca. 10 tot 14 cm lang. De bruine knoppen zijn aanliggend en zittend, op de eindknop na; deze is gesteeld, altijd geflankeerd door een zittende knop. De bijzondere bloeiwijze van het geslacht is een bloemtros zonder eindbloem en zeer korte hoofd- en zijassen. De bloemtrossen staan in dichte kluwens langs de takken en vrijwel nooit eindstandig. De bloemen zijn tweeslachtig (dat leg ik niet meer uit) en zijn alleenstaand, in paren of in bundels van drie.De vier kelkbladen zijn kort, aan de basis vergroeid en verschillend van kleur, van bruinrood tot diep purperrood. De vier kroonbladen zijn lijnvormig, soms gedraaid en gekreukt. De bloemkleur varieert van lichtgeel tot donker paarsrood. In de bloemkelk zitten acht meeldraden, waarvan de helft fertiel is en de andere helft steriel. Er zijn twee stijlen op een halfonderstandig vruchtbeginsel met twee hokken. Als de vrucht gevormd wordt, vallen de kelkbladen niet af, maar vergroeien met de houtige vrucht. Die bevat dan twee zaden, in elk hok één vrucht, waarvan er meestal maar één kiemkrachtig is. Als de vruchten rijp zijn, springen ze met kracht open en worden de zaden eruit geslingerd. Het geslacht Hamamelis is zonder twijfel de bekendste winterbloeier in het rijke sortiment. Het sortimentEr zijn meer dan 120 species binnen het geslacht en de soorten, inclusief de hybride soort.Zoals u van de schrijver van dit feuilleton gewend bent, zal er een aantal makkers op het podium verschijnen, met name de goed toepasbare species. Daarbij wordt de inmiddels bekende systematische volgorde van het alfabet gehanteerd.
Hamamelis japonica (Sieb & Zucc) De Nederlandse naam is Japanse toverhazelaar. Die bijzondere naam had u zelf kunnen bedenken ... Hamamelis japonica werd al in 1862 door Von Siebold in Nederland ingevoerd en in cultuur gebracht. De verspreiding in Europa kwam op gang nadat boomkweker K.W.J. Ottolander in 1878 in Boskoop als eerste de species vermeerderde. Het is een forse struik of kleine boom, 6-7 m hoog in zijn natuurlijk verspreidingsgebied, met een brede waaiervormige kroon die op termijn afrondt. In cultuur wordt de species ca. 4-4,5 m hoog. De schors is donkerbruin en glad. Op oudere leeftijd ontstaan er wat horizontale ribbelingen onder aan de stam en de gesteltakken. Het blad is omgekeerd eirond tot ruitvormig, 5 tot 10 cm lang, met vijf tot zes paar nerven, lichtglanzend en donkergroen van kleur. De herfstkleur is schitterend geel tot oranjerood en het blad blijft lang hangen, ook na verschrompeling en opkrulling. De bloemen zijn klein en hangen gewoonlijk naar bededen. Deze species heeft in aanvang purperrode tot groenig rode kelkbladen met een lengte van 1 tot 1,7 cm, die gedraaid zijn. De kroonbladeren zijn lichtgeel. Er is een drietal vars van deze makker en er zijn zeven of acht cv's, waarvan er hier enkele op het podium verschijnen.
De cv-naam arborea betekent boomvormend, zoals velen van u reeds kennis van dragen, waarde lezers van het feuilleton. Toch blijft deze makker vrij laag, met een breed afgeplatte kroon. De species is in 1862 geselecteerd door boomkweker K.J.W. Ottolander uit Boskoop uit het door Von Siebold uit Japan meegenomen materiaal. De species bloeit niet rijkelijk en de kroonbladen zijn zeer smal, waardoor een armoedig beeld ontstaat. Toch komt hij op het podium vanwege de historische noot, maar de species is qua schoonheid al meerdere malen ingehaald door andere makkers binnen de soort. Hamamelis japonica var. flavo-purpurascens Een Japanse makker, geselecteerd en beschreven door professor Makino in 1913 als Hamamelis incarnata. Alfred Rehder beschreef de species in 1925 als H. japonica var. flavo-purpurascens, op basis van materiaal dat bomenzoeker Ernest H. Wilson in 1919 had ingevoerd in Engeland. De laatste naam is vervolgens gevalideerd. Volgens de wetgeving der nomenclatuur is de oudste naamgeving, in dit geval de Japanse naam, van toepassing, waarvan akte. Het is in ieder geval een Japanner, een forse struik met een opgaande, iets spreidende kroon. De species wordt ca. 5 m hoog en heeft een gladde, bruine tot bruinig rode gladde bast. Het blad is als de soort. De kroonbladeren van de bloemen zijn matig groot (1,2 tot 1,5 cm), smal en sterk gekruld met fraaie purperode kelkbladen. De bloeiwijze is zeer beperkt met slechts twee bloemen per kortloot. De species draagt geelachtige kroonbladeren, over de gehele lengte bruinrood gestreept, naar boven lichter wordend en aan de top iets geel. Hij groeit in het wild in verschillende Japanse provincies; de planten variëren daardoor in bloemkleur. In Boskoop wordt voornamelijk één kloon gekweekt, en dat is meestal die andere bruinrood bloeiende species, de nieuwere hybride 'Ruby Glow'.
Deze Chinese makker is al sinds 1879 in cultuur en heeft zijn natuurlijk verspreidingsgebied in de provincies van westelijk China. De species werd in 1879 door bomenzoeker Charles Maries (1877-1902) in Engeland ingevoerd en door zijn werkgever Veitch and Sons Nurseries opgekweekt. Van het meegenomen zaad bleef slechts één exemplaar in leven. Ondanks zijn korte leven heeft Charles Maries heel veel planten naar Europa gestuurd. Mogelijk kent u enkele voorbeelden. Een voorzet van uw schrijver is Viburnum mariesii. In 1888 werd de soort opnieuw ingevoerd, nu door de Ierse botanicus Augustine Henry (1857-1930). Hij importeerde zaad uit de Chinese provincie Hupeh dat door Ernest E. Wilson verzameld was in het bergland aldaar, op 1400 tot 2000 m boven zeeniveau. In Nederland werd deze soort in 1910 voor het eerst aangeboden door K. Wezelenburg & Zn. in Boskoop. Hamamelis mollis is een grote, brede struik, tot circa 5 m hoog, met een dichte, enigszins warrige vertakking. De jonge twijgen zijn grijsbruin en zacht behaard. Het omgekeerd eironde tot ronde blad is dofgroen en zacht behaard. In de herfst kleurt het geel. Het blad is 10 tot 13 cm groot. De bloemen staan in compacte geclusterde, okselstandige trosjes. De afzonderlijke bloemen zijn tot circa 4 cm groot. Ze bestaan uit vier smalle, goudgele kroonbladen van 1,5 tot 2 cm lang en 1,5 cm breed, en uit bruinrode kelkbladen die aan de basis vergroeid zijn tot ... een kelkje. Hamamelis mollis is de bekendste soort en ook de rijkst bloeiende, tot de kruising met Hamamelis japonica ontstond. De kruising met Hamamelis japonica leverde tientallen selecties en cv's op. Van deze soort is één variëteit bekend: de var. pallida. Het Latijnse pallidus betekent 'bleek' en dat heeft in dit geval betrekking op de lichtgele bloemkleur. Deze species wordt nauwelijks tot niet gekweekt. Daarnaast heeft mollis nog ca. twaalf cv's, waarvan de cv 'Boskoop' de bekendste en meest gekweekte makker is vanwege zijn rijke bloei en sterke groei. De overige cv's mag u in het kader van zelfwerkzaamheid zelf eens gaan opzoeken! Hamamelis vernalis (Sarg) De Latijnse soortnaam vernalis betekent letterlijk 'in het voorjaar bloeiend', en dat klopt. Verder is dit waarschijnlijk de minst bekende makker binnen het geslacht. Deze Amerikaanse species heeft zijn natuurlijk verspreidingsgebied in de oostelijke staten, van Missouri tot Louisiana. Daar vormt de grote opgaande struik tot kleine boom een breed opgaande kroon en reikt hij tot 3 m hoog, in cultuur tot 2 m hoog. Deze species is weinig interessant, ook commercieel. De bloemen zijn zeer klein, lichtgeel van kleur en verspreiden een onaangename geur. Bijzonder is wel dat de bloempjes pas op oudere leeftijd verschijnen en alleen openen als de zo schijnt. Er zijn vier cv's van deze soort; geen enkele daarvan is interessant genoeg om hier het podium te mogen bestijgen.
Een zeer grote en brede struikvorm tot middelgrote boom, tot 12-13 m hoog. Het verspreidingsgebied ligt in vrijwel alle oostelijke staten van Noord-Amerika, vanaf Quebec in Canada tot in Florida aan toe. De boom heeft een sterke opgaande takstructuur en vormt een ovaal ronde tot ronde kroon. Het bijzondere aan deze species is dat hij al in de herfst bloeit, in oktober-november. Door het enorme verspreidingsgebied zijn er tal van vars van deze soort, die elk kleine afwijkingen vertonen, afhankelijk van hun standplaats. De species bloeit schitterend met diep goudgele bloemen. Een bijzonder kenmerk van virginiana wordt gevormd door de bultjes op het blad, die verder van geen betekenis zijn en waarschijnlijk van klimatologische oorsprong zijn. Verder is deze species uitermate geschikt om als onderstam voor de rest van de clan te dienen. Een sterk wortelgestel en goede groei worden hierdoor binnen de cv's doorgezet. Hamamelis x intermedia (RehD) Deze makker is een kruising tussen Hamamelis mollis x Hamamelis japonica, waarbij de eerstgenoemde vaak de moederplant is. Het is een forse struik, 4-5 m hoog, met een breed vaasvormige tot (op leeftijd) bijna ronde kroonvorm. De stamschors is glad en bruin van kleur. De bladeren zijn ook intermediair tussen de kruisouders, 12-14 tot zelfs 20 cm lang en half zo breed, omgekeerd eirond; de jonge bladeren zijn aan de onderzijde behaard. De bloemen staan gewoonlijk alle kanten op. Bij moeder mollis staan de bloembundels omhoog gericht, bij vader japonica hangen deze. De kelkbladen zijn bruinrood tot purperrood van kleur; de kroonbladen zijn geel, oranje of (purper)rood en alle schakeringen daartussenin. Door deze verscheidenheid aan standaardkleuren wordt optimaal gebruikgemaakt door plantenselecteurs en veredelaars over de hele wereld bij hun zoektocht naar nieuwe cv's. De eerstvolgende species op het podium is afkomstig van grootmeester Alfred Rehder, die in 1945 in het Arnold Arboretum de selectie beschreef en bijna 20 jaar later benaamde:
Dit is een Amerikaanse makker uit een van de mooiste botanische tuinen ter wereld, het Arnold Arboretum van de universiteit van Harvard, een 107 ha grote botanische collectie van planten die in Boston gewoon in de buitenlucht aangeplant kunnen worden. De collectie bestaat hoofdzakelijk uit planten uit Noord-Amerika en Oost-Azië en vertegenwoordigt meer dan 15.000 individuele planten, die meer dan 4000 taxa representeren. De collectie wordt beschouwd als een van de grootste en best gedocumenteerde ter hele wereld. Een groot aantal van de planten vertegenwoordigen het originele plantmateriaal dat door medewerkers van het arboretum geïntroduceerd en in cultuur gebracht is, bijvoorbeeld door de eerste directeur, Charles S. Sargent, de bomenzoekers E.H. Wilson, J.G. Rack, J. Rock en W. Purdom, en de latere directeur Alfred Rehder. Het herbarium heeft een collectie van meer dan 5 miljoen specimens van all over the world. De oorspronkelijke cv 'Arnold Promise' stond naast het kantoor van Afred Rehder en viel daar ieder jaar op door de rijke bloei, mooie kleur en goede geur. Rehder beschreef de plant voor het eerst, maar deze kreeg pas in 1963 de cultivarnaam gevalideerd. Het is een forse struik tot kleine boom van circa 3,5 tot 5 m hoog, met een ronde tot waaiervormige groeiwijze en een dichte vertakking. Hij bloeit met helder zwavelgele bloemen tot 4 cm in doorsnede. De bloemen geuren aangenaam friszuur. In tegenstelling tot veel andere geelbloeiende cultivars geeft het blad van 'Arnold Promise' niet alleen gele, maar ook goede oranje tot rode herfstkleuren.
Een bijzondere Belgische selectie uit 1955 van de hand van Robert en Jelena de Belder in het domein Arboretum Kalmthout net over de Belgische grens. De grootbloemige en zeer rijk bloeiende species was de eerste goede oranjekleurige Hamamelis. Het is een forse struik tot klein boompje van 4-5 m hoog met een breed vaasvormige groeiwijze. Vertakt op jonge leeftijd niet erg sterk. In de herfst kleurt het iets glanzende, donkergroene blad prachtig oranjerood tot (purper) rood. De species bloeit vrij vroeg in de winter, omstreeks december/januari. De bloemen zijn circa 4 cm groot en koperkleurig oranje. Ze geuren helaas nauwelijks. Er komen heel veel selecties vanuit dit Arboretum Hamamelis x intermedia 'Rubin' Een Duitse selectie uit 1977 van Baumschule Böhlje in Westerstede. Het is een grote opgaande struik, met een breed vaasvormige open kroonvorm en overige kenmerken als de soort. Bijzonder is de bloeiwijze, met bloemen naar alle zijden gericht. De kelk is purperrood, de kroonbladen zijn 1,6 tot 1,8 cm lang en 1,5 cm breed en dieprood van kleur. Het is een rijk bloeiende en geurende rode species. Hamamelis x intermedia 'Twilight' Een Nederlandse selectie van boomkwekerij W.J. van der Werf in Boskoop, die de selectie in 1997 in cultuur bracht. Het is een grote forse struik, met een breed ovale tot vaasvormige kroon van ca. 4 m hoog. De overige morfologische kenmerken zijn als de soort. Binnen de soort is eigenlijk alleen de bloem onderscheidend qua kleur, vorm en grootte. 'Twilight' heeft opstaande bloempjes die licht geurend zijn, met een purperrode kelk en roodbruine tot oranjerode kelkbladen. Bijzonder is dat de rode kroonbladen gestrekt zijn en niet gekruld of gedraaid. Hamamelis x intermedia 'Westerstede' Een Duitse selectie uit het Noord-Duitse kwekerijgebied Westerstede van Baumschule Helmers. Het is een goed vertakkende forse struik tot klein boompje, circa 3,5 m hoog en 2,5 m breed, met een vaasvormige dichte kroon. Het iets glanzende, donkergroene blad kleurt in de herfst geel tot oranjegeel. Hij bloeit omstreeks februari/half maart en is daarmee één van de laatst bloeiende cultivars. De kelk van de bloem is grijzig rood; de kroonbladen, ruim 2,5 cm groot en 1,7 cm breed, zijn lichtgeel van kleur. Het is een zeer gezonde, prima groeiende cultivar. AfsluitendDit is een geweldig geslacht, waarvan slechts een beperkt aantal makkers aan u voorgesteld is. Maar er zijn er meer, veel meer, in allerlei kleuren en geuren!Groet, JP
Tip de redactie |
|