| |||||||||||
Tien miljoen bomen moeten er de komende jaren worden geplant om CO2 vast te leggen, de biodiversiteit te versterken, steden te vergroenen, natuurgebieden uit te breiden en zieke bomen te vervangen. Niet elke boom is even geschikt, aldus het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland in Wageningen. 'Bos aanplanten is net als beleggen: je moet rekening houden met de lange termijn en de risico's spreiden', aldus Joukje Buiteveld van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland, het CGN. Het centrum, verbonden aan Wageningen University, stelt voor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de Rassenlijst Bomen vast. Alleen variëteiten van bomen en struiken die uitgebreid zijn getest en voldoen aan de strengste criteria komen erop. De plannen om de komende jaren tien miljoen bomen te planten om CO2 vast te leggen, de biodiversiteit te versterken, natuurgebieden overal in het land uit te breiden en zieke iepen en essen te vervangen, zijn niet een, twee, drie uitgevoerd. Onder meer met geld van de Postcodeloterij willen de natuur- en milieufederaties het land vergroenen, zoals ook de EU streeft naar een Europa dat minder broeikasgas uitstoot, de lucht reinigt, steden koelt en dieren een thuis biedt. Onlangs is de tiende editie van de Rassenlijst Bomen gepubliceerd. Die biedt bosbeheerders houvast bij het kiezen van geschikte aanplant. Een goede keuze 'draagt bij aan de houtopbrengst, de biodiversiteitswaarde en de veerkracht van het bos ten tijde van klimaatverandering', luidt de samenvatting van de opstellers van de lijst. Daarbij gaat het niet om de vraag of er eiken of beuken worden aangeplant, maar om de kwaliteit van die bomen. De samenstellers van de Rassenlijst maken onderscheid tussen bomen bedoeld om hout te produceren ('Die moeten goed groeien, een rechte stam hebben en een fijne betakking') en bomen en struiken voor natuurherstel en natuurontwikkeling. Ook moeten de bomen interessant zijn voor de recreant. In totaal worden ruim achthonderd variëteiten beschreven van 85 soorten. KlimaatveranderingBomen en struiken van Nederlandse herkomst hebben de voorkeur van het CGN, omdat die bijdragen aan het behoud van biodiversiteit en genetische variatie. Zeldzame inheemse soorten als de wilde gagel, de wilde appel, de zwarte populier en de fladderiep blijven zo behouden, en meer algemene soorten behouden het vermogen zich aan te passen aan veranderende omstandigheden.De klimaatverandering is zo'n omstandigheid. Bomen en struiken passen zich vaak heel behoorlijk aan, al zijn er ook die moeite hebben met de droogte die gepaard gaat met de stijging van de temperatuur. Paul Copini van het CGN onderzoekt dit in langlopende veldproeven en spreekt in dit verband van 'plasticiteit' van bomen en struiken. Zo zijn beuken afkomstig uit Winterswijk bij wijze van proef naar het noorden van Spanje en andere plaatsen in Europa gebracht waar het klimaat anders is. In de polders hier staan esdoorns, zoete kers en wintereik afkomstig uit Frankrijk naast bomen van Nederlandse herkomst, zodat verschillen in groei en droogtetolerantie kunnen worden vergeleken. 'Enkele graden extra is wel een verandering, maar levert tot nu toe weinig problemen op.' Op basis van deze proeven heeft Copini er vertrouwen in dat de bomen ook in de toekomst overeind blijven. 'De genetische variatie binnen een soort zorgt ervoor dat exemplaren die het best bestand zijn tegen de veranderende omstandigheden zich voortplanten en de andere op den duur verdwijnen', vult Buiteveld aan. De afgelopen twee zomers kreeg Nederland een voorproefje van het effect dat een droge warme zomer kan hebben: vooral jonge boompjes stierven. Uit de veldproeven van het CGN blijkt ook dat uit Nederland afkomstige populieren het goed doen in Denemarken en ook in Zuid-Frankrijk. De zomereik gaat er in het noorden van zijn verspreidingsgebied zelfs wat harder door groeien. Fijnspar, die hier van nature niet voorkomt, en lariks hadden het echter zwaarder, omdat ze veel water nodig hebben. De dorstige fijnspar is gevoelig voor insectenvraat. De letterzetter, een kevertje dat gangen graaft onder de schors, heeft in Duitsland zodanig huisgehouden dat een groot areaal moet worden vervangen. Ook lariks kan last hebben van het beestje. Omdat beuken minder tegen droogte bestand zijn dan eiken, voorziet het CGN dat de eik terrein zal winnen. 'De competitiekracht van de beuk neemt af.' ZaadgaardenMet het oog op de verandering van het klimaat lijkt het aantrekkelijk om nu al bomen te planten die hun oorsprong hebben in zuidelijke landen en gewend zijn aan hogere temperaturen. Maar het CGN waarschuwt daarvoor. De gemiddelde temperatuur in Nederland stijgt, maar stevige nachtvorst, laat in het voorjaar, hoort er nog steeds bij. Uit experimenten blijkt dat bomen en struiken uit zuidelijke landen in zo'n geval te vroeg in blad kunnen komen. 'Als het wat later in het voorjaar ineens stevig vriest, kunnen blaadjes en takjes afsterven.' Daglengte en lichtintensiteit hebben invloed op de bladvorming in het voorjaar. 'Maar het tijdstip waarop de eerste blaadjes groeien, is genetisch bepaald', aldus Buiteveld. 'Uit Italië afkomstig zaad van meidoorn is goedkoper dan Nederlands zaad, maar hoeft het hier helemaal niet zo goed te doen. Mensen realiseren zich dat niet altijd.'Veel zaad wordt gewonnen in zogenoemde zaadgaarden, in betrekkelijk isolement aangelegde plantages waar vegetatief vermeerderde 'plusbomen' staan die het gewenste zaad leveren. 'Als je het bestelt, krijg je twee of drie jaar later precies wat je hebben wilt.' Dat wil zeggen: als de natuur meewerkt. 'Dit jaar zijn er volop eikels en minder beukennoten; de haagbeuk leverde juist veel zaad. Essen deden het heel slecht en produceerden bijna geen zaad.' Sowieso laat de ene boom laat zich gemakkelijker vermeerderen dan de andere. Een wilgentak die je tot aan het water in de grond steekt, loopt vanzelf uit. Eiken worden gezaaid, maar er zijn ook soorten waar boomkwekers meer werk aan hebben omdat het zaad eerst een poos in de koelkast moet liggen en pas daarna ontkiemt. Het probleem bij het aanplanten van bomen is dat je, net als een belegger op de aandelenbeurs, beslissingen neemt voor een heel lange termijn. Populieren zijn na twintig jaar rijp om te worden gekapt, al kunnen ze veel ouder worden. Veel bomen in Nederland gaan aanzienlijk langer mee. Eiken, bijvoorbeeld, kunnen eeuwenoud worden. Een keuze voor de ene of de andere soort heeft dus verstrekkende gevolgen.
https://www.rassenlijstbomen.nl/nl/Home.htm
Tip de redactie |
|