Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Kleine bosjes, groot effect

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Theo Haerkens, maandag 5 augustus 2019
258 sec


Tiny forests, kleine bosjes, zijn in de mode. Kinderen leren er over de natuur, ze bieden saamhorigheid in de wijk en vormen een vluchtheuvel voor plant en dier. Zelfs de biodiversiteit heeft baat bij de bosjes ter grootte van een tennisbaan. Het Groene Woud en het Gouwse Bos in Zaandam, de eerste van het land, ontwikkelen zich goed.

Initiatiefnemer voor de tiny forests, Daan Bleichrodt (l.), en onderzoeker Fabrice Ottburg
Initiatiefnemer voor de tiny forests, Daan Bleichrodt (l.), en onderzoeker Fabrice Ottburg

'Kijk, een duizendpoot! Zie je hem? Daar gaat hij!' Onderzoeker Fabrice Ottburg houdt de tapijttegel waar het beestje onder woont op zijn kant. Het laat zich vallen en kruipt razendsnel in een gaatje tussen de wortels en rottende bladresten. De bruine slakjes, pissebedden en rollers, kleine geleedpotigen die zich bij onraad oprollen tot een grijs balletje, zijn minder snel, al is duidelijk dat de meeste niet erg gesteld zijn op daglicht.

Dierecoloog Ottburg, verbonden aan Wageningen Environmental Research, zit gehurkt tussen de dichte begroeiing van het Gouwse Bos, een van de twee tiny forests die eind 2015 zijn aangelegd langs de Twiskeweg in Zaandam. Hij onderzoekt de claim van de geestelijk vader, de Indiër Shubhendu Sharma, dat bosjes ter grootte van een tennisveld al bijdragen aan vergroting van de biodiversiteit. Sharma deed zijn inspiratie op bij de Japanse bomenexpert Akira Miyawaki. Toen hij zag dat het bosje dat hij in zijn eigen achtertuin had aangelegd volgens ideeën van de Japanner floreerde, werd Sharma een enthousiast pleitbezorger van het tiny forest. Hij zegde zijn baan op en begon overal in de wereld bos aan te leggen, klein én groot.

Door een geprepareerde bodem, een flinke bodembedekking en dicht op elkaar geplante inheemse bomen groeit het bladerdek binnen twee jaar dicht en ontstaat een microklimaat dat koeler en vochtiger is dan de omgeving. Het houdt voedingsstoffen vast en vormt een thuis voor kleine diertjes die de bodem verbeteren.

Door middel van spel en lessen kunnen kinderen de natuur weer beleven en leren waarderen

De twee bosjes ter grootte van een tennisbaan liggen aan een weg die het Darwinpark doorsnijdt.
De twee bosjes ter grootte van een tennisbaan liggen aan een weg die het Darwinpark doorsnijdt
IVN Natuureducatie nam het idee over voor zijn eigen doelen: kinderen in contact brengen met de natuur. Betonnen flats, nieuwbouwwijken zonder braakliggende terreintjes en de uren die kinderen doorbrengen met tablets en telefoons vervreemden hen van de natuur. 'Door middel van spel en lessen kunnen kinderen de natuur weer beleven en leren waarderen', denkt Daan Bleichrodt, de initiatiefnemer voor de aanleg van de tiny forests. 'Je moet mensen bij de natuur betrekken, ze weer nieuwsgierig maken.' Om die reden is het project in Zaandam door kinderen aangelegd en hebben twee scholen het geadopteerd. De bedoeling is dat de leerkrachten, met gebruikmaking van IVN-materiaal, jaarlijks zeker tien buitenlessen verzorgen, waarbij de kinderen kijken, tellen en meten en ervaren hoe het is om vieze handen te krijgen. Kamperen en kampvuurtjes zorgen voor onvergetelijke ervaringen die hen later in het leven betrokken houden bij de natuur.

'Aanvankelijk wilde IVN met steun van de Postcodeloterij honderd tiny forests aanleggen in 24 gemeenten, maar de belangstelling is zo groot dat we niet alles zelf kunnen doen', aldus Bleichrodt. Nu helpen ook de provincies Gelderland, Limburg, Overijssel, Zuid-Holland en Brabant gemeenten om tiny forests aan te leggen. De teller staat op 35, waarvan vier bij particulieren. Gemeenten zien tiny forests als een middel om samen met bewoners de biodiversiteit te vergroten en stad en dorp klimaatbestendig te maken. Ze verplichten zich de bosjes tien jaar te laten staan en de natuur er zijn gang te laten gaan. 'De komende jaren komen er nog zeker honderd bij', aldus Bleichrodt. 'Mooi', vindt Ottburg, 'want voor een stuk van 7,5 hectare krijg je de handen niet op elkaar.'

Op de Dam

Het tiny forest in Zaandam ligt eigenlijk te mooi: centraal in het Darwinpark met het Natuurmuseum en een kinderboerderij, waar kinderen speurtochten houden en vrouwen met hoofddoeken hun kleuters laten kennismaken met koeien, ganzen, pony's en konijnen. 'Het liefst zou ik dit midden in de versteende stad neerzetten, op de Dam in Amsterdam bijvoorbeeld', gebaart Ottburg. Natuurlijk zouden er dan minder planten- en diersoorten zitten, maar met meer effect voor de omgeving. Het zou dan fungeren als een stapsteen voor dieren waarvoor een stedelijke omgeving een woestijn is zonder voedsel en schuilplaatsen.


Naast het Gouwse Bos met zijn bloeiende bessenstruiken ligt het Groene Woud, vol inheemse struiken en bomen: populieren, wilgen, essen, beuken, eiken en berken. De twee dichtbeplante stukjes groen zijn omgeven door een houten hek. Dat houdt de honden buiten, maar betekent ook dat kinderen er niet zomaar in gaan. Dat is zo al lastig genoeg. Per vierkante meter zijn er in het Groene Woud drie bomen en struiken geplant en het door de gemeente aangelegde Gouwse Bos staat vol doornige struiken: bramen, fraai bloeiende meidoorns en zelfs duindoorn, die normaal gesproken zo ver van zee niet te vinden is. Verder grote kaardenbollen, brandnetels en allerlei kruidachtige planten waaruit bij aanraking een wolk muggen opstijgt.

Het Gouwse Bos is aantrekkelijk voor bijen, vlinders, slakken, padden en kikkers. Het Groene Woud met zijn ondergrond van houtsnippers en stro trekt kevers en spinnen, die meer op warmte zijn gesteld. Het stro en de snippers zitten vol bacteriën en schimmels, voedsel voor mijten en springstaarten, die in het Gouwse Bos minder aanwezig zijn. Op den duur komen de grote kaardenbollen ook in het Groene Woud terecht, verwacht Ottburg. De open ruimte tussen beide tiny forests staat nu al vol zaailingen. Met de kruiden zullen ook dieren die van schaduw houden het Groene Woud in trekken.

Geamuseerd laat Ottburg de vijg zien, die er door een grapjas moet zijn neergezet. 'Je ziet dat bomen en struiken hier veel meer in hoogte variëren dan in het Groene Woud. Daardoor dringt de zon er verder in door en is de bodem meer begroeid. Hier staan zaailingen van vlier, grote kaardenbol, meidoorn, es en zelfs eik. Die hebben ze hier niet geplant.'


Om te zien hoe de biodiversiteit zich ontwikkelt, houden vrijwilligers de vinger aan de pols

Vrijwilligers

Om te zien hoe de biodiversiteit zich ontwikkelt, houden vrijwilligers de vinger aan de pols. Zeker eens in de maand registreren ze het kriebelspul onder de vijftien tapijttegels en wat ze verder tegenkomen. Ottburg ziet alles: 'Hier spuugbeestjes, cicades; dat zijn sapetende insecten die je op warme zomeravonden hoort zingen. Daar gaat een bruine kikker. Dit is ook interessant.' Hij pakt een blad beet en tikt erop, zodat een klein kevertje in een potje valt met een vergrootglas als deksel. Ineens heeft het blauwgroene kevertje een goudkleurige voorkant. 'Een goudenwilgenaardvlo.'
Experts vangen kleine dieren om ze thuis te determineren. Vrijwilligers hebben de kennis daarvoor niet in huis, al komen sommigen heel ver. 'Vorig jaar hadden we iemand die alles wist van paddenstoelen; toen bleken er ineens heel wat te zijn.' Ottburg is al blij als deelnemers de dieren op groepsniveau goed indelen. Hij haalt een kaart tevoorschijn met afbeeldingen van een zestal verschillende hommels. 'Hier kan een vrijwilliger nog wel uit kiezen.' Maar de kaart met tientallen soorten sprinkhanen werkt eerder ontmoedigend, weet hij.


Na ruim drie jaar zijn er zo'n 180 soorten geteld, meer dan in vergelijkbare bossen. In een behoorlijk stadspark leven echter wel vijfduizend organismen. Verwacht wordt dat het aantal dieren dat zich er thuis voelt flink zal groeien met het verstrijken van de jaren. De bomen zijn, behalve voor een paar merels, nog te klein om in te nestelen. Vogels komen er wel, maar vooral om te snoepen van de zaden en bessen. Dat er af en toe een mol doorheen kruipt, dat muizen er sporen achterlaten en er een tijdje een konijn heeft gewoond, betekent dat ook zoogdieren het tiny forest hebben ontdekt. De beide bosjes zullen zonder menselijk ingrijpen steeds meer op elkaar gaan lijken. De bladerkronen worden groter en eronder wordt het donkerder, waardoor de kruiden verdwijnen en met hen de zweefvliegen, vlinders en bijen. Net als in het grote bos is het in het tiny forest opletten geblazen: 'Straks wel even controleren of er niet een teek in je kleren is gekropen.'

LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
GREEN OUTLET
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER