Minimumjeugdloon vanaf 21 jaar komt te vervallen |
|
|
|
Kelly Kuenen,
donderdag 21 april 2016 |
 |
| 70 sec |
Jongeren met een leeftijd van 21 jaar of ouder gaan een volwaardig salaris ontvangen. Ook heeft het kabinet met coalitiepartners en sociale partners overeenstemming bereikt over aanpassingen van de Wet werk en zekerheid (Wwz). Het totale pakket met arbeidsmarktmaatregelen is vanochtend naar de Tweede Kamer verzonden.
Werknemers in de leeftijd tot 23 jaar ontvangen nu nog een minimumjeugdloon. De huidige vorm past volgens het kabinet echter niet meer bij de arbeidsmarkt- en inkomenspositie van werkende jongeren. Bovendien loopt Nederland internationaal gezien uit de pas. De komende jaren gaat het minimumjeugdloon daarom in stappen omhoog, zodat jongeren van 21 het minimumloon (WML) gaan verdienen.
Lage-inkomensvoordeel Jongeren in de leeftijd 18 t/m 20 blijven wel het minimumjeugdloon ontvangen, maar dit bedrag zal meestijgen met de eerdergenoemde verandering. Dit om het risico te beperken dat leeftijden een rol gaan spelen bij het aannemen van werknemers. Om baanverlies te voorkomen, neemt het kabinet compenserende maatregelen. Hiervoor wordt het lage-inkomensvoordeel (LIV) geïntroduceerd, dat moet zorgen voor een verminderde toename in loonkosten voor werkgevers. Ook wordt de stukloonbepaling gewijzigd. Betaling op basis van stukloon blijft mogelijk, maar werknemers gaan tenminste WML verdienen.
Wet werk en zekerheid Kabinet, werkgevers en werknemers stellen verder vast dat de doelstellingen van de Wet werk en zekerheid (Wwz) breed gedragen worden, maar dat de wet in de uitvoering op onderdelen bijsturing vraagt. Kabinet, coalitie en sociale partners vinden dat snelheid hierbij geboden is, zeker waar het gaat om het seizoenswerk.
Werkgevers en werknemers krijgen de mogelijkheid om voor seizoensgebonden werk bij cao een uitzondering op de Wwz te maken. In de wet is vastgelegd dat werknemers na een opeenvolging van drie contracten (met een tussenpoos van ten hoogste zes maanden) een vast contract moeten krijgen. Voor werknemers die vanwege natuurlijke of klimatologische omstandigheden maximaal negen maanden per jaar aan het werk kunnen, mag de tussenpoos in deze ketenbepaling bij cao op ten hoogste drie maanden worden gesteld in plaats van de wettelijke zes.
Werknemers die langdurig ziek zijn, houden recht op een transitievergoeding, maar hun werkgever wordt gecompenseerd uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Hier zal een verhoging van de (uniforme) premie tegenover staan.
LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|